Palestijnse voorganger bouwt bruggen
De Palestijnse voorganger Ibrahim Nairuz uit Nablus vindt het enorm belangrijk om bruggen te bouwen. In zijn stad vormen christenen een minderheid. Bruggen tussen christenen onderling en bruggen tussen christenen en moslims zijn voor zijn gemeente noodzakelijk om te blijven bestaan. Ook contacten met radicale moslims gaat de voorganger niet uit de weg.
In het centrum van Nablus op de Westelijke Jordaanoever heeft de episcopale voorganger Nairuz zijn kantoor onder zijn kerk. De moskee grenst aan het anglicaanse convent. Het gesprek komt wat moeizaam op gang wegens de oorverdovende oproep tot gebed die uit de minaret schalt.Het blijkt meer dan symboliek te zijn. Volgens een volkstelling in 1922 ten tijde van het Britse mandaat was bijna een tiende deel van de bevolking van Palestina christen, zegt Nairuz. „Nu gaat het om nog maar 2 procent. We nemen in aantal af. Ik hoop niet dat de dag komt dat er geen christenen meer zijn onder de Palestijnen.”
Openbare school
In Nablus en het aangrenzende Rafidia wonen 150 anglicaanse christenen. Er zijn twee episcopale kerken. Er is slechts één christelijke, rooms-katholieke school in de stad. De meeste ouders kunnen het lesgeld van deze particuliere school echter niet opbrengen. Daarom sturen ze hun kinderen maar naar de openbare school.
Nairuz denkt dat het percentage werklozen onder christenen met 12 tot 15 ongeveer even groot is als onder de rest van de bevolking. Vele christenen willen graag buiten Nablus werken.
Dat is echter lastig, zegt Nairuz. Het leger moet de inwoners van Nablus reispermissie geven. Daarvan bestaan er drie soorten. De eerste is toestemming om de militaire wegversperringen bij de Westelijke Jordaanoever te passeren, de tweede is goedkeuring om in de Joodse nederzettingen te werken en de derde is een vergunning om Israël te bezoeken.
Relaties
Om te blijven voortbestaan als christelijke minderheid is het van vitaal belang goede relaties op te bouwen, zegt de Palestijnse voorganger. „De eerste brug is die tussen de plaatselijke christelijke kerken. We moeten onszelf als christenen verenigen in geest en denken. We vormen samen één lichaam.”
De tweede brug is die met „onze broeders en zusters over heel de wereld”, licht Nairuz toe. „We moeten hen informeren over de christenen hier. Laat hen maar komen om ons te bezoeken of vrijwilligerswerk te doen. Als ze ons financieel kunnen helpen, is dat heel mooi.”
De derde brug die Nairuz wil bouwen, is die „met de lokale gemeenschap. Dat zijn de moslims, die de meerderheid vormen, en de Samaritanen.”
Het Centrum voor Bevrijdingstheologie Sabeel is zeer actief in het bouwen van bruggen tussen christenen, zegt de Palestijnse voorganger. „Het organiseert bijeenkomsten en reizen. Het brengt bijvoorbeeld geestelijken uit Bethlehem in contact met kerken in Nablus. Zo bouwen wij vriendschappen op.”
De vier priesters van vier verschillende kerken in Nablus werken goed samen, vindt Nairuz. „We komen elke maand bij elkaar. In onze kerk is er een zondagsschool voor alle christelijke kinderen uit Nablus en Rafidia. De meesten komen uit andere kerken. We nodigen ook christenen uit andere steden uit, ook al zijn ze geen anglicaan. Christenen moeten bruggen bouwen onder elkaar voordat ze bruggen kunnen bouwen met niet-christenen.”
Moefti
In Nablus bouwt Nairuz relaties op met religieuze leiders als de moefti, de sjeik en imams. „Ik bezoek hen vaak. Soms spreken we elkaar via de telefoon. Tijdens Kerst en Pasen komen velen langs om ons goede dagen te wensen. Als er ergens een inval van soldaten is geweest, vraag ik de sjeik of alles goed is. En als militairen het terrein van de kerk opkomen, bellen ze ons om te informeren naar onze gezondheid en veiligheid. Dat is heel mooi.”
Nairuz geeft toe dat dit contacten tussen geestelijken zijn. Tussen „gewone mensen” gaan de contacten nog niet zo ver. Ook daar werkt de voorganger echter aan. „In de zomer is hier een bijeenkomst van 20 tot 25 kinderen uit alle bevolkingsgroepen, moslims, christenen en Samaritanen. We laten de kinderen kennismaken met elkaar. De Samaritanen hebben bijvoorbeeld speciale eetvoorschriften. Soms kennen moslims of christenen ook restricties. We leren verder over elkaars gebedsgewoonten. Christenen en moslims bezochten de Samaritaanse synagoge. We spreken tijdens die bijeenkomsten niet over dogmatiek, maar over het dagelijks leven. Als we in harmonie willen leven en elkaars verschillen willen respecteren, moeten we de gemeenschappen onderwijzen over elkaars leefwijze.”
Arabieren
Europese christenen kunnen volgens de episcopaal van Arabische christenen over de islam en moslims leren. „Wij kennen de islam heel goed. Westerlingen vergeten vaak dat in de islam staat en godsdienst niet van elkaar te scheiden zijn. Een Europese moslim voelt zich in de eerste plaats verbonden met de islam. Pas daarna met de staat waarin hij leeft. Als er een conflict bestaat tussen beide zal hij voor de religie kiezen.”
Moslims zeggen: „Wij hebben de islam als moeder”, vervolgt Nairuz. „Wij christenen hebben natuurlijk niet dezelfde moeder. In mijn opinie is de Arabische identiteit mijn moeder. Wij zijn Arabieren.”
Zo’n vijftig, zestig jaar geleden was het nationalisme de moeder voor alle Arabieren, stelt de anglicaanse voorganger. „Na de revolutie van 1976 in Iran begon dat langzamerhand te veranderen. Het fundamentalisme onder moslims nam toe. Hamas kwam in 1987 in de bezetten gebieden op. Daarvoor sprak er niemand over de islam als politieke partij. Dat is nu heel anders.”
Voor de rest van het interview met Nairuz zie: http://weblogs.refdag.nl/index.php/content/weblogs/472/160/