Gelijkheidsdenken als verstikkende deken
De kern van het verschil tussen christelijke en seculiere politiek is momenteel het „gelijkheidsdogma”, aldus ir. B. J. van der Vlies. „Artikel 1 van de grondwet overheerst de andere artikelen. Het gelijkheidsdenken wordt als een verstikkende deken over de samenleving uitgerold.”
Het Tweede Kamerlid voor de SGP sprak donderdag bij de theologische studentenvereniging PFSAR aan de Theologische Universiteit Apeldoorn over ”Christen-zijn en de politiek”.Een christenpoliticus is in deze tijd vooral bezig met de consequenties van het gelijkheidsdenken, aldus Van der Vlies. „Tegenover de soevereine God stelt men de zich soeverein wanende mens. Daar worden nu op allerlei terreinen uiterste consequenties aan verbonden. En zo ver als pas, toen een politieke partij ertoe opriep bonje te gaan maken in de Sint-Jan in Den Bosch om discussie los te maken, is het nog nooit gegaan. Daartegenover probeer je iets door te geven van wat het is om naar Gods Woord te leven.” Om iets te bereiken zijn wel vaak compromissen nodig, aldus de SGP-voorman. „Je moet 74 medestanders zoeken en dan kun je het niet altijd zo krijgen als je wilt. Je moet ook niet altijd een beginsel in het geding achten. Maar op een punt als bijvoorbeeld abortus moet je heel principieel zijn. Als christelijke partijen probeer je verder elkaars geluid te versterken, niet elkaar te beconcurreren.”
De ontwikkelingen naar toenemend zelfbeschikkingsrecht heeft de SGP niet kunnen keren, zei het Kamerlid. „Maar er gebeurt meer. Onlangs werd ik door een VVD’er benaderd die dringend een gesprek wilde. Hij liep vast met wat hun denkkader is. We konden spreken over de diepste motieven om politiek te bedrijven. Dat overkomt je veel vaker en zelfs gebeurt het wel dat men vraagt om gebed. Dat geeft verwondering.”
Over „de kwestie-Wilders” was Van der Vlies helder. „Hij heeft een punt: als er in je stad een geit geslacht wordt, vlak voor het huis van enkele SGP-stemmers, dan kun je je soms afvragen: In welk land leef ik nu? Maar Wilders vergaloppeert zich uitzonderlijk en ik erger me mateloos aan zijn harde taal.”
Op dat punt komt ook een aspect van het christen-zijn in de politiek naar voren, aldus de SGP-leider. „Toen Verdonk er met haar uitspraken nog tegenop stond te bieden, ging het echt helemaal verkeerd. Ik had toen op de lippen om te vragen of ze wel beseften dat we ooit rekenschap af moeten leggen van ieder woord. Ik heb het niet gedaan, omdat ze mijn punt dan misschien gemakkelijker van zich af zouden laten glijden.”
Maar schold de SGP vroeger zelf ook geen „papen” uit, zoals het blad Elsevier onlangs suggereerde? Van der Vlies: „Wij hebben Elsevier gevraagd ons hun bronnen door te geven, maar tot nu toe hebben we niets gehoord. Zelf hebben we naar eer en geweten niet teruggevonden waar zij het over hadden. Maar ik erken: In de beginjaren is er door de SGP forse taal gesproken.”
Hoe duidt hij de komende uitspraak van de Hoge Raad inzake het vrouwenstandpunt van de partij? „Dit is een principiële zaak, hoewel het bij het SGP-geluid om heel veel meer gaat. Het gaat om de vraag of de rechter het recht heeft een oordeel te hebben over hoe wij de Bijbel lezen. En ik laat me niet aanleunen dat wij zouden discrimineren.”