Economie

EU-leiders herhalen economische ambitie

De regeringsaanvoerders van de EU-landen hebben nog eens de ambitie bevestigd om van de Europese economie de „meest concurrerende en dynamische ter wereld” te maken. Dat doel moet in 2010 zijn bereikt.

Redactie economie
21 March 2003 20:31Gewijzigd op 14 November 2020 00:13

De presidenten en premiers waren vrijdag in Brussel bijeen voor de gebruikelijke lentetop. Zij stelden vast dat het juist in de huidige situatie, met een haperende conjunctuur en een oplopende werkloosheid, nodig is om structurele hervormingen tot stand te brengen die de groei bevorderen. Dat dient volgens hen vergezeld te gaan van het in de hand houden van de begrotingstekorten.

Drie jaar geleden heeft de EU vastgelegd dat zij ernaar streeft in het digitale tijdperk de mondiale nummer één te worden. Zij vervaardigde in het kader van dat zogenaamde Lissabon-proces een uitgebreid programma van benodigde aanpassingen in de sfeer van het economisch en sociaal beleid en op het terrein van het milieu.

De politieke leiders concluderen thans dat „aanzienlijke vooruitgang” is geboekt. Voorbeelden daarvan zijn het liberaliseren van de energiemarkten, het opheffen van de grenzen voor het financiële verkeer en het recente akkoord over de invoering van een Europees octrooi.

Tegelijk verklaren zij: „Niettemin valt er nog veel te doen.” „De Unie en de lidstaten moeten tonen dat zij hun woorden vertalen in daden”, schrijven zij in het vrijdag uitgegeven slotcommuniqué. Zij hebben geen nieuwe maatregelen toegevoegd aan de lijst van aandachtspunten.

De vijftien partners willen bijvoorbeeld dat aan het einde van het huidige decennium 70 procent van de bevolking deelneemt aan het arbeidsproces. De uitgaven voor research en ontwikkeling moeten worden verhoogd tot 3 procent van het bruto binnenlands product. Andere prioriteiten in de strategie betreffen onder meer het stimuleren van het ondernemerschap, het flexibiliseren van de arbeidsverhoudingen en het verbeteren van het onderwijs.

De ministers van Financiën zijn erin geslaagd een akkoord te bereiken in de jarenlange onderhandelingen over minimumpercentages voor de accijnzen op energieproducten, waaronder benzine en diesel. De beoogde richtlijn leidt ertoe dat de mogelijkheid om goedkoop te tanken in Luxemburg straks tot het verleden behoort. De regeling voorziet in een overgangstermijn tot 2010. In Nederland liggen de heffingen al op een hoog niveau en daarom zijn hier geen verdere wijzigingen in opwaartse richting nodig.

Op de tarieven zijn uitzonderingen toegestaan als een regering met een bepaalde branche een convenant sluit, zoals in Nederland gebeurt. Bij energie-intensieve industrieën kan de ’korting’ zelfs 100 procent bedragen, mits de overeenkomst tevens bindende afspraken bevat over een beperking van het energieverbruik.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer