De afgelopen dagen zijn slechts enkele duizenden van de miljoenen Aziaten in de regio naar huis teruggekeerd.

De gastarbeiders, afkomstig uit landen als India, Thailand en de Filipijnen, hebben meestal ’lagere’ banen, zoals kamermeisje, vrachtwagenchauffeur of stratenveger, maar verdienen daar in het Golfgebied meer mee dan in hun vaderland. Het geld dat zij naar huis sturen is vaak van groot belang voor de economie van hun land van herkomst. Zo vormen de 900.000 Srilankaanse gastarbeiders in het Midden-Oosten de op een na grootste bron van buitenlandse inkomsten voor de economie van Sri Lanka.

De regeringen van Sri Lanka, India, Pakistan en de Filipijnen maken geen haast om hun staatsburgers uit Irak en omringende landen te evacueren. „We houden de situatie nauwlettend in de gaten”, verklaarde een woordvoerder voor het Srilankaanse ministerie van Buitenlandse Zaken.

De Indiase regering zegt een noodplan klaar te hebben liggen om zo nodig de 3,5 miljoen Indiërs die in het Midden-Oosten werken te evacueren. Volgens India willen veel arbeiders echter zelf niet weg, uit angst dat zij hun baan verliezen.

Ook Pakistan heeft geen advies doen uitgaan naar zijn staatsburgers om te vertrekken. Tot nu toe hebben slechts rond de 1000 van de 60.000 Pakistanen die in de Golfregio verblijven het gebied verlaten. De Filipijnen zijn evenmin van plan de 60.000 Filipijnse gastarbeiders in Koeweit tot vertrek te manen.