Vooruitkomen door fouten te maken
”Failing Forward” (vrij vertaald: door fouten te maken vooruitkomen) – dat was zaterdag het thema van een netwerkbijeenkomst voor gemeentestichters in Amersfoort. Onder anderen dr. Stefan Paas sprak er. „Onze normen voor succes en mislukking zijn zo’n 2000 jaar geleden vastgesteld, op een heuvel even buiten Jeruzalem.”
De netwerkbijeenkomst vroeg aandacht voor dingen die binnen het gemeentestichtingswerk (kunnen) misgaan, om er zo goed mogelijk mee om te gaan en er zoveel mogelijk profijt van te hebben.Eerlijk zijn over falen is geen vanzelfsprekende benadering in Nederland, stelde Ronald van der Molen, drijvende kracht achter gemeentestichting.nl en een van de initiatiefnemers van de dag. „We hebben een schuld- of taboecultuur, waarin fouten worden afgestraft. Daarom vinden we het zo moeilijk er open over te praten.”
Van der Molen maakte onderscheid tussen enerzijds een overtreding, dat wil zeggen het schenden van een gebod (wat vaak welbewust gebeurt), en anderzijds onschuldig falen – dingen die mislukken door factoren waarop je geen invloed hebt. Daartussenin zit het gebied van de fouten.
Of iets als een fout wordt gezien, hangt mede af van het verwachtingspatroon. Het is volgens de gemeentestichter belangrijk om jezelf op dit punt goed te kennen. „Hoe ga je ermee om als dingen anders zijn dan ze vooraf lijken? Verwachtingen van je ouders zijn hierbij heel bepalend. Wat kreeg je als kind telkens weer te horen? Hoe reageerden je ouders als je fouten maakte?”
Van der Molen moedigde de gemeentestichters aan om een leerhouding te ontwikkelen, waarbij niet zozeer de nadruk ligt op de resultaten, maar op het leerproces zelf.
Het incasseren van tegenslagen is belangrijk om te kunnen groeien. „Jezus gaf Zijn discipelen de ruimte om fouten te maken. Hij had ze kunnen waarschuwen, maar deed het niet. Een fout is pas een fout als je er niets van leert.”
Drie personen, Henk de Ronde, Erik Bakker en Norman Viss, vertelden openhartig over een gemeente die ze gesticht hebben en die na enkele jaren weer de deuren moest sluiten. Een proces dat hen niet in de koude kleren is gaan zitten, maar waar ze toch ook profijt van hebben gehad.
De Ronde, ook nu nog werkzaam als gemeentestichter binnen de Rafaëlbeweging: „ Ik heb geleerd kordaat op te treden, niet bang te zijn voor mensen. Ik heb geleerd dat communicatie essentieel is. Ik kan zeggen dat ik door alle dingen die ik heb meegemaakt, meer van God ben gaan houden. Ik verwacht nu meer van God.”
Stefan Paas poneerde de stelling dat in zeker opzicht ieder gemeentestichtingsproject mislukt. „Het wordt nooit wat je er vooraf van verwacht.”
Dat geldt ook voor Via Nova, de missionaire gemeente in Amsterdam waarbij Paas zelf betrokken is. „De hoger opgeleiden die we wilden bereiken, zijn eigenlijk niet bereikt. Er zijn mensen gedoopt en tot geloof gekomen, er zijn mensen vanuit een niet-christelijke achtergrond betrokken geraakt, maar minder dan we gehoopt hadden. We hebben ons verkeken op de consumptiecultuur in Amsterdam. Mensen zien de kerk als een restaurant. Je gaat ernaartoe als je honger hebt, maar je wordt er geen lid van.”
Toch is Via Nova volgens Paas wel iets moois geworden. „Er gaat wel wat van uit. We hebben moeten accepteren dat God iets anders van de gemeente gemaakt heeft dan we van plan waren.”
Veel gemeentestichting in Nederland is gebaseerd op groeimodellen van de Amerikaanse ”church growth”-beweging. Wat Paas betreft hebben die modellen waardevolle kanten, maar bergen ze ook een gevaar in zich – en dat is dat ze inderdaad werken. „Ze zijn zo gericht op controle en beheersbaarheid, dat God niet nodig is om meetbaar succes te hebben. Maar getallen zeggen niet zoveel over waarheid, karakter en vroomheid. Misschien zijn in Gods oog de meest succesvolle gemeentestichters wel de mannen die gebroken zijn door hun ervaring van falen.
Onze successen en onze fouten komen vaak voort uit dezelfde bron: we hebben een project gesticht en geen gemeente van God. Een gemeente die succes uitstraalt is mislukt – niet omdat ze niet succesvol is, maar omdat ze geen gemeente is.”
Na de lunch was er een forumbespreking onder leiding van EO-journalist Richard Groenenboom. Verder waren er vijf workshops, onder meer over ”Fouten in de multicultisetting” van Theo Visser, ”Karaktervorming van de kartrekker(s)” van Ronald van der Molen en ”Leiding geven zonder eraan onderdoor te gaan” van Erik Bakker.
Aan het eind van de dag gaf ds. Hans Eschbach van het Evangelisch Werkverband de ruim honderd aanwezigen een bemoediging mee. „De praktijk voor een pionier is dat je in een jaar minder bereikt dan je eigenlijk zou willen. Maar de waarheid is ook dat je in tien jaar meer kunt bereiken dan je ooit durfde te dromen. Gezegend de gemeentestichter die de moed heeft om struikelend vooruit te gaan. En gezegend de kerk die zulke gemeentestichters genadig behandelt en ruimte voor hen maakt.”
Ook al kun je veel van fouten leren, er zijn volgens ds. Eschbach fouten die je als gemeentestichter niet moet willen maken. „Hoe je ook zoekt naar nieuwe vormen, denk nooit dat de boodschap niet deugt. Durf ook vandaag Jezus Christus en dien gekruisigd centraal te stellen.”