Buitenland

China is tegen sancties Iran, maar niet ten koste van alles

De Amerikaanse president Obama zei deze week er alles aan te doen Iran van de productie van kernwapens af te houden. Hardere sancties mogen daarom wat hem betreft van kracht worden. Toch zijn die vooralsnog onhaalbaar, want binnen de VN-Veiligheidsraad liggen de Chinezen dwars. De kans dat die in hun beleid van „blijven praten” volharden, is echter klein. Als het erop aankomt, gaan de VS boven Iran.

19 March 2010 08:56Gewijzigd op 14 November 2020 10:08
Iran schermt regelmatig met zijn militaire kracht, en dreigt ook atoomwapens te ontwikkelen. Foto EPA.
Iran schermt regelmatig met zijn militaire kracht, en dreigt ook atoomwapens te ontwikkelen. Foto EPA.

Officieel zegt China faliekant tegen de verspreiding van kernwapens en kernwapentechnologie te zijn, en het wil ook niet dat Iran kernwapens ontwikkelt. Dat zou de toch al precaire rust in het Midden-Oosten verder verstoren. Maar tussen China’s woorden en daden ligt een grote kloof, valt op te maken uit de vorige maand verschenen studie van de International Crisis Group (The Iran Nuclear Issue: The view from Beijing). China vindt dat Iran het recht heeft om kernenergie voor vreedzame doeleinden te ontwikkelen en zolang de Verenigde Staten en hun Europese bondgenoten geen keiharde bewijzen hebben dat Iran andere doelen nastreeft, weigert Peking met hen mee te gaan het sanctiepad op.Ondanks de harde opstelling van het Westen trok Teheran recentelijk een lange neus. Was tot nog toe de verrijkingsgraad van het Iraans uranium 3,75 procent, dat is voldoende voor vreedzaam, civiel gebruik, Teheran maakte onlangs bekend dat het voor het eind van dit jaar die verrijking wil hebben opgeschroefd tot 20 procent. Dat zou nodig zijn voor de behandeling van kanker. Deskundigen reageerden geschokt, want van 3,75 naar 20 procent betekent een grote stap vooruit op weg naar de productie van uranium dat wel geschikt is voor een kernbom. Daarvoor is een verrijking van 90 procent nodig. Nu ligt tussen 20 en 90 procent nog een lang traject, maar omdat de eerste verrijkingsstappen de moeilijkste zijn –daarna gaat dat proces eigenlijk vanzelf– reageerden waarnemers gealarmeerd.

Zo niet Peking. Dat blijft vooralsnog het Iraanse nucleaire programma zien als zijnde geen directe bedreiging. China beschouwt de zaak Teheran dan ook meer als een politieke zaak, waarin het Westen –de VS voorop– Iran op de knieën wil krijgen. Uiteindelijk zou het Amerika zelfs gaan om ”regime-change” in Iran, en dat is iets waar Peking al helemaal niet aan mee wil werken.

China wijst verder –niet geheel ten onrechte– op de „dubbele moraal” die het Westen erop na houdt als het gaat om non-proliferatie (het niet verspreiden van kernwapentechnologie). Landen die wel kernwapens bezitten, maar weigeren het non-proliferatieverdrag (NPV) te ondertekenen –Israël, India en Pakistan– genieten westerse steun, terwijl Iran, nota bene wel een NPV-ondertekenaar, achter de broek wordt gezeten. Met India sloot Amerika zelfs in 2008 een overeenkomst voor de levering van nucleaire technologie, terwijl India pertinent weigert het NPV-verdrag te ondertekenen.

Peking heeft meer redenen voor obstructie. Zo verafschuwt het sancties omdat die een schending van het principe van non-interventie in andermans aangelegenheden zouden zijn. De reden daarvan is dat het zichzelf vanwege het conflict rond Taiwan, vanwege de kwestie Tibet of die rond de islamitische Oeigoeren in het westen van het land, ooit ook slachtoffer ziet worden van internationale sancties.

De belangrijkste reden voor Chinese onwil is dat economische groei de basis vormt van het voortbestaan van het huidige bewind in Peking. En om die groei te handhaven, moet de aanvoer van olie zijn veiliggesteld. Welnu, ruim 11 procent van de Chinese olie komt uit Iran en daarmee is dat land China’s derde grootste olieleverancier, na Saudi-Arabië en Angola. Overigens zijn de Amerikanen al een tijdje bezig Arabische oliestaten aan te moedigen hun olie-exporten naar China te verhogen in een poging de Chinese afhankelijkheid van Iraanse olie te temperen.

Maar Iran heeft meer te bieden. Zo zien Chinese bedrijven de enorme Iraanse olie- en gasreserves als een ongekende kans voor investeringen. Verder komt een derde van de Iraanse benzine uit China. Het land is ook nog eens goed voor bijna 13 procent van de Iraanse import, met machines en staal als hoofdbestanddeel.

Teheran wil dat graag zo houden, vandaar dat het een ”binding strategy” toepast: door middel van tal van prikkels en cadeautjes probeert het de Chinezen steeds dieper de Iraanse economie in te trekken. Hoe meer Chinese bedrijven er zijn gevestigd en er belangen hebben, des te moeizamer zal Peking immers met sancties instemmen.

Ook Centraal-Azië beschouwt China als kernregio voor zijn energieveiligheid en met Iran deelt China een gezamenlijk belang om daar de Amerikaanse aanwezigheid –vanwege de jacht op al-Qaida in Afghanistan sterk toegenomen– terug te dringen. Maar er zijn grenzen aan de Chinese steun aan Iran. Peking wil de relatie met de VS niet ten koste van alles op het spel zetten en zal, als de zaak in de Veiligheidsraad op scherp komt te staan, inbinden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer