Zonden tegen God, volgens het eerste gebod. Tegen Zijn dienst, in het tweede gebod. Tegen Zijn Naam in het derde gebod. Tegen Zijn sabbat in het vierde. Ja, al onze gedachten, woorden en werken zijn zonden geweest, die onze ziel in de afgrond der hel doen versmelten.Tot voorbeeld neem ik de zonden in hun veroordeling. In mijn gedachten zie ik dat ik de Heere des hemels en der aarde zie en dat de eigenschappen van God voor mijn oog verschijnen: de barmhartigheid Gods, de goedheid Gods, de wijsheid Gods, de macht Gods, de lijdzaamheid en verdraagzaamheid Gods.

Deze komen allen tot een zondaar, tot een geveinsde, tot een vleselijk gezinde en zeggen: Barmhartigheid heeft u ondersteund, goedheid is u behulpzaam geweest, wijsheid heeft u onderwezen, macht heeft u beschermd, lijdzaamheid heeft u gedoogd, lankmoedigheid heeft u gedragen. Nu, al deze troostrijke eigenschappen zullen u vaarwel zeggen: Vaarwel, verdoemde zielen, u moet van hier naar de hel, om de verdoemde geesten te vergezellen. Barmhartigheid zal u nooit meer helpen. Goedheid zal u nooit meer behulpzaam zijn.

Isaac Ambrosius,predikant te Preston

(”Leer der wedergeboorte”, 1660)