Revivi is hoofd van de nederzetting Efrat op de Westoever, net ten zuiden van Jeruzalem. Hij was „enorm verbaasd” dat een bulldozer, vergezeld van politiemensen en andere voertuigen, op het moment dat iedereen slaapt bezig was met zijn verwoestende werkzaamheden, vertelde hij The Jerusalem Post.Vorig jaar kreeg Efrat toestemming voor de bouw van een synagoge. Dat was vlak voordat het Israëlische kabinet eind november akkoord ging met een moratorium van tien maanden voor alle Joodse bouwwerkzaamheden in Judea en Samaria. Het ging om alle projecten die nog geen fundering hadden.

Echter, precies op de avond voordat Revivi de order kreeg om zich te houden aan het moratorium, stortten kolonisten het beton van de fundering van de synagoge.

Sindsdien volgde Revivi de richtlijnen: alle werkzaamheden lagen al maanden stil. Het hoofd van de nederzetting benadrukt dat Efrat deel uitmaakt van Gush Etzion, het blok vanJoodse nederzettingen die vol-gens de Israëlische regering deelzullen gaan uitmaken van Isra-ël, als er een overeenkomst komt met de Palestijnen. Naar Revivi later bleek, waren de re-geringsvertegenwoordigers voordat ze naar Efrat kwamen al in een andere nederzetting geweest, Bat Ayin. Daar werd een vijftal fundamenten verwoest.

Ook Nadia Matar was getuige van de sloopwerkzaamheden door de bulldozer in Efrat. De koloniste zegt ervan overtuigd te zijn dat het Israëlische ministerie van Defensie achter de actie zit. Volgens haar heeft het te maken met het bezoek van de Amerikaanse vicepresident Joe Biden deze week aan Israël. Het ministerie zou met de actie Biden willen laten zien dat het is gestopt met illegale bouwwerkzaamheden op de Westoever. „Het was slechts een show voor Biden”, aldus Matar. „Het laat zien hoe premier Netanyahu bij Amerika in het gevlij wil komen.”

Shaul Goldstein, hoofd van de regionale vergadering van Gush Etzion, noemt de acties van de Israëlische regering secundair en onbeduidend. „Ik kan de premier en de regering beloven dat deze gebouwen worden afgemaakt. Zo niet vandaag, dan morgen, en zo niet morgen, dan overmorgen.”