Dit komt naar voren uit een rapport van het Institute for Family Policy (IPF). Deze internationale organisatie komt onafhankelijk van politiek en religie op voor de positie van het gezin. Zij belegde gisteren, mede naar aanleiding van de veranderingen van de regelgeving in Spanje, een persconferentie in het Europees Parlement in Brussel.De nieuwe voorschriften in de zuidelijke EU-lidstaat maken afbreking van de zwangerschap zonder welke voorwaarde dan ook mogelijk tot de veertiende week. Daarna is de ingreep toegestaan als de foetus ernstige afwijkingen vertoont. Tieners vanaf 16 jaar hoeven geen toestemming te hebben van hun ouders.

Het IPF meent dat de beoogde praktijk in strijd is met de Spaanse grondwet, waarin het recht op leven vastligt. Meer in het algemeen pleit het ervoor dat overheden programma’s opstellen die voorzien in betere omstandigheden voor het moederschap. Zo denkt het IPF aan financiele steun in de vorm van negen maandelijkse bedragen van 125 euro en aan een halvering van de btw op producten die nodig zijn voor de verzorging van baby’s.

In 2008 vonden in de EU 1,2 miljoen abortussen plaats. In Europa als geheel ging het om 2,9 miljoen. Bijna een op de vijf zwangerschappen wordt op deze wijze beëindigd. Daarmee is abortus de belangrijkste doodsoorzaak, constateert het IPF. Spanje loopt voorop wat betreft de stijging, met jaarlijks een toename van gemiddeld bijna 62.000.

De Italiaanse Europarlementariër Mauro, een christendemocraat, die gisteren het woord voerde bij de presentatie van het rapport, duidde de ontwikkelingen in Spanje aan als „een illustratie van de waardencrisis waarin Europa verkeert.” Een van de grootste gevaren is in zijn ogen het relativisme, waarbij alle opinies van hetzelfde niveau worden geacht, zodat er geen waarheid is.