Dat blijkt uit het ”Handboek 2010” van de GKV, dat vanaf zaterdag verkrijgbaar is. Het aantal belijdende leden bedroeg op 30 september 79.874, 10 minder dan op 1 oktober 2008. Het aantal doopleden daalde in dezelfde periode met 344, tot 44.386.„Opvallend is de aandacht die de cijfers elk jaar krijgen in de reacties op de verschijning van het handboek”, schrijft eindredacteur ds. J. H. Kuiper uit Assen in zijn jaaroverzicht 2009. „Zijn de kerken dit jaar gegroeid? Zijn ze afgenomen in leden? Dat is ook dit jaar het geval. (…) Maar wat is de waarde daarvan precies? Kun je dan terecht zeggen dat de krimp van de GKv doorzet? De cijfers over 2009 en 2008 ontlopen elkaar niet veel. Dit jaar telt mee dat de leden van Kampen-Ichthus niet meer meegeteld worden. Een constatering die niet geruststellend is, maar kennelijk ook niet van grote invloed op de totaalcijfers. Het aantal leden dat zich voegde bij de Hersteld-Gereformeerde Kerken is iets gedaald.”

De GKV ontstonden in 1944, het jaar waarin een groot aantal leden van de Gereformeerde Kerken in Nederland meeging met de Vrijmaking. In 1945 telde het kerkverband 77.303 (doop)leden. Het hoogste zielental bereikten de GKV in 2003, laat het statistisch overzicht in het handboek zien: 126.949. In dat jaar had een „nieuwe vrijmaking” plaats, waaruit de Gereformeerde Kerken hersteld voortkwamen. Sindsdien is het totale ledental bijna elk jaar gedaald. Per 30 september 2009 telden de GKV 2689 doop- en belijdende leden minder dan per 30 september 2003.

In zijn jaaroverzicht plaatst ds. Kuiper een aantal opmerkingen bij het ledenverloop. Zo vraagt hij zich af hoe het komt dat er naar de Christelijke Gereformeerde en Nederlands Gereformeerde Kerken meer leden vertrokken dan andersom. Ook het aantal mensen „van wie in de weg van de tucht geconstateerd wordt dat ze niet meer bij de kerk horen, is weer gestegen: 117 in 2009 tegenover 65 het jaar daarvoor. Bijna een verdubbeling.”

Uit de statistische overzichten blijkt niet hoeveel mensen vertrokken naar een evangelische groepering, constateert hij verder. „De signalen zijn er wel dat het om een gestage stroom gaat, voor wie bijvoorbeeld de megakerk van ds. O. Bottenbley een duidelijke aantrekkingskracht heeft.” Een vergelijkbare aantrekkingskracht lijkt het samenwerkingsverband van kerken in Amersfoort-Vathorst te hebben.

Zoals elk jaar hield ds. Kuiper ook nu een onderzoekje onder de plaatselijke kerken, deze keer rond hun betrokkenheid op de wereld (onder andere de WMO).