„Kerken Indonesië provoceren moslims”
In Indonesië heeft de sluiting van kerkgebouwen in de Jakartaanse voorstad Bekasi eerder deze maand veel stof doen opwaaien. Moslimleiders reageren verdeeld op de acties tegen de kerken. De politie moet hard optreden tegen islamitische radicalen, vinden zij. Maar tegelijkertijd provoceren kerken volgens hen de lokale moslimgemeenschappen.
”Kristenisasi” is een feit, zegt Habib Mochsin Alatas, de charismatische leider van het islamitische verdedigingsfront FPI. „Moslims verliezen hun man, vrouw of kind omdat die zich tot het christendom bekeren. Hierdoor is er in lokale moslimgemeenschappen diep wantrouwen ontstaan over kerken.”De omstreden FPI staat bij veel Indonesiërs bekend om zijn extreme acties tegen kerken en gematigde moslims. Tegelijkertijd worden tienduizenden leden van de FPI in moslimkringen geprezen om hun daadkracht. Ook bij de recente sluiting van kerken in de Jakartaanse voorstad Bekasi speelde de FPI een hoofdrol.
De protestantse kerken zouden niet over de benodigde bouwvergunningen beschikken. „De FPI haat christenen niet”, aldus Habib Mochsin Alatas. „Als we christenen moeten verdedigen, doen we dat. We waarderen en respecteren hun recht op godsdienstvrijheid. Maar we kunnen de kersteningspogingen niet accepteren. We zijn niet tegen het christendom, maar wel tegen dat soort acties.”
De gezaghebbende Islamitische Raad van Schriftgeleerden (MUI), in Indonesië belast met het uitvaardigen van fatwa’s, veroordeelt de gewelddadige acties tegen kerken. „Een aanval op een kerk is een puur criminele overtreding. Deze discussie gaat niet over de verhouding tussen minderheden en meerderheden, maar over het begaan van een misdaad”, zegt MUI-voorzitter H. Amidhan Shaberah.
Dat betekent volgens hem dat de politie harder moet ingrijpen. Toch zou een deel van de problemen aan de kerken zelf te wijten zijn. „Christenen bouwen soms kerken zonder een bouwvergunning. Ze komen ergens samen en langzaam wordt het gebouw een kerk. Zonder bouwvergunning werkt dit provocatief.”
In 2006 vaardigden de ministeries van Godsdienst en Binnenlandse Zaken nieuwe richtlijnen uit. Om toestemming te krijgen voor de bouw van een kerk, moskee of tempel moeten minimaal negentig bewoners met identiteitspapieren een aanvraag ondersteunen. Ook dienen zeker zestig lokale bewoners met identiteitspapieren goedkeuring te verlenen aan een bouwplan. Bovendien moeten ook het lokale interreligieuze forum en de lokale vertegenwoordiger van het ministerie van Godsdienst hun fiat geven.
In de Jakartaanse voorsteden Bekasi en Depok speelt in de meeste gevallen het districtshoofd een sleutelrol bij het verlenen van een bouwvergunning. „Soms is het probleem dat de toestemmingen niet van de bewoners zelf zijn, maar van mensen die uit een ander gebied komen. Dat is voor het districtshoofd misschien de reden om geen goedkeuring te verlenen”, aldus Shaberah.
Volgens de MUI-voorzitter is de positie van christenen sinds de val van Suharto in 1998 versterkt. „De verhouding tussen de geloofsgroepen is verbeterd. We hebben regelmatig ontmoetingen met het protestantse Genootschap van Indonesische Kerken (PGI) en de Indonesische Raad van Bisschoppen (KWI). We bespreken in deze raad ook weleens internationale problemen, zoals het Zwitserse verbod op de bouw van minaretten.”
Nadhlatul Ulama, met meer dan 40 miljoen leden de grootste moslimorganisatie van Indonesië, predikt religieuze tolerantie en pluralisme. In gebieden met een christelijke meerderheid zijn mensen bang voor islamisering, aldus voorzitter Masdar Farid Mas’udi. „De Indonesische grondwet garandeert echter vrijheid van godsdienst.”
De tweede grootste islamitische organisatie is de modernistische Muhammadiyah, die met 30 miljoen volgelingen een zuivere vorm van islam nastreeft. Voorzitter Din Syamsuddin pleit voor een dialoog tussen de verschillende geloofsgroepen. „Geweld of anarchisme in naam van een godsdienst kan nooit worden goedgepraat. In de dialoog tussen moslims en christenen moet de Indonesische regering bemiddelen. Ze mag echter geen partij kiezen”, aldus Syamsuddin.