Bij de vestiging van de staat Israël, in 1948, telde het land 105.547 kerkleden. Dat was toen 6 procent van de totale bevolking. Eind 2002 telde Israël rond de 190.000 christenen, 3 procent van de bevolking. Steeg het aantal in absolute zin, in relatieve zin was dus sprake van een daling.

De christenen in Israël maken deel uit van 511 verschillende confessies, kerken, onafhankelijke gemeenten en zendingsorganisaties, deelt onderzoeksinstituut Glaube in der 2. Welt uit Zürich mee. In de autonome Palestijnse gebieden wonen een krappe 60.000 christenen.

De grootste christelijke groep is de Grieks-Orthodoxe Kerk met 47.400 leden, gevolgd door de Grieks-Katholieke Kerk en de Rooms-Katholieke Kerk, met samen 31.600 leden. De lutherse gemeenschap, waartoe de Duitstalige Verlosserskerk in Jeruzalem behoort, omvat 950 leden. Verder zijn er nog Syrische, koptische, Ethiopische en Armeense kerken.

Zo’n 62.700 protestanten zijn niet bij een traditionele kerk aangesloten. Zij horen bij onafhankelijke gemeenten.