Kerk & religie

Volledig in de ban van het Grieks

Zijn lichaam oogt breekbaar, maar zijn geest is kraakhelder. Prof. dr. Douwe Holwerda, emeritus hoogleraar aan de universiteit van Groningen, vierde vorige week zijn 90e verjaardag. Een leven dat in het teken stond van de taal. „Ik ben al sinds mijn jeugd in de ban van het Grieks.”

tekst Wim van Egdom beeld Sjaak Verboom
29 January 2010 14:02Gewijzigd op 14 November 2020 09:44
Lisser polderjongen.
Lisser polderjongen.

De sfeer in de woonkamer van het echtpaar Holwerda houdt het midden tussen die in een bibliotheek en die in een museum. In de hoek van de kamer in een verzorgingshuis in het Groningse Zuidhorn staat de stoel van de emeritus hoogleraar. Tegenover hem ligt zijn vrouw, die niet lang geleden een herseninfarct heeft gehad, op een ligstoel. „Mijn grootste taak is nu voor haar zorgen”, zegt de Nederlands gereformeerde Holwerda zachtjes, terwijl hij naar zijn vrouw wijst.Ze worden omringd door tastbare verwijzingen naar een leven dat helemaal in het teken stond van de Griekse taal. In de boekenkast naast de stoel van zijn vrouw staat een rij boeken met witte kaften: De Basilica. Een Griekse vertaling van het in het Latijn gestelde Romeinse recht dat gold in de tijd van het Romeinse Rijk. Noem deze Groninger editie van de Basilica gerust hét levenswerk van Holwerda. Samen met prof. dr. H. J. Scheltema, de initiatiefnemer van het werk, en Van der Wal, werkte Douwe Holwerda zo’n veertig jaar aan de zeventien delen van deze uitgave.

Geen detail van dat grote levenswerk is voor Holwerda verdwenen in de mist van het verleden. Rustig en met zachte stem vertelt hij hoe hij door prof. Scheltema, hoogleraar in Groningen, in 1948 gevraagd werd mee te werken aan een heruitgave van de Basilica. De emoties komen los als hij verhaalt hoe hij twee delen van een belangrijke Duitse encyclopedie op het spoor kwam waarin een artikel stond dat hij nodig had voor zijn werk.

De broodloopster, een zus van de bakker uit het dorp, kwam bij Holwerda aan de deur om brood te verkopen. Terloops vroeg ze hem of hij interesse had in wat oude boeken die haar broer had gekocht en die hij nu wilde weg doen. Even later hield Douwe Holwerda precies die twee delen uit een grote Duitse encyclopedie in zijn handen die hij niet gedacht had ooit nog te zullen vinden. „Als dat geen leiding van God is”, zegt hij met verstikte stem.

Douwe ging in alle rust en stilte zijn weg aan de Groningse universiteit. Maar al snel werd duidelijk dat Groningen, toen hij assistent werd van prof. Scheltema, met hem een autoriteit in huis had die met gulden kettingen aan de universiteit moest worden vastgeketend vóór andere universiteiten hem zouden kunnen wegkapen. „En dus richtte de universiteit een lectoraat op persoonlijke titel op”, vertelt de emeritus hoogleraar niet zonder trots. Om eraan toe te voegen: „Dat was best wel uitzonderlijk.” Later werd het lectoraat omgezet in een professoraat. Holwerda bezette de Groninger leerstoel totdat hij in 1988 met emeritaat ging.

De vader van Douwe, die een kleine boerderij had, was op latere leeftijd predikant geworden in de Gereformeerde Kerken in Nederland. „Hij bracht ons de eerbied en de liefde bij voor het Woord van God”, vertelt prof. Holwerda. „Het Nieuwe Testament is natuurlijk oorspronkelijk in het Grieks geschreven, dus daar begon ik al snel grondig in te studeren.”

Het resultaat van die studie was dat er tal van publicaties verschenen van de hand van Douwe Holwerda. In zijn boeken en boekjes schuwde hij de confrontatie met gangbare opvattingen niet. Zo verscheen in 2006 nog zijn boek met de titel ”Uit Egypte heb ik Mijn Zoon geroepen”. Daarin stelt hij dat het in het Bijbelboek Openbaring niet gaat om de eindtijd, maar om de val van Jeruzalem in het jaar 70 na Christus. Waar er in Openbaring 11 gesproken wordt over de stad Sodom en Egypte, „alwaar ook onze Heere gekruist is”, wordt met die aanduiding volgens Holwerda Jeruzalem bedoeld. Jeruzalem zou, door de verwerping van de Messias, op het niveau van Egypte terechtgekomen zijn.

Egypte als symbool voor het Christusvijandige Jeruzalem. Het lijkt erop dat u zich, met zo’n exegese, schaart aan de kant van de pleitbezorgers van de vervangingstheologie.

Holwerda, fel: „Nee, zeker niet. Ik ben absoluut géén exegeet die zegt dat in het Nieuwe Testament de christelijke gemeente in de plaats van het volk Israël is gekomen. Als je Romeinen 11 leest, is het zonneklaar dat Paulus daar spreekt over het gehele Israël dat tot bekering zal komen in de eindtijd. Daar kun je, op grond van de Griekse tekst, niets anders van maken. Maar hier in Openbaring gaat het volgens mij duidelijk over de straf over Jeruzalem als gevolg van de kruisiging van Jezus.”

Wat is uw grootste ontdekking geweest in de grondtaal van het Nieuwe Testament?

„De vertaling van Handelingen 13:48. Alle vertalingen, ook de Nieuwe Bijbelvertaling, vertalen daar dat er zovelen geloofden als er bestemd waren –de Statenvertaling zegt: geordineerd waren– tot het eeuwige leven. Na grondige studie kan ik niet anders dan concluderen dat die vertaling onjuist is en moet zijn: „Allen die zich hadden toegelegd op het eeuwige leven aanvaardden het geloof.””

Daarmee haalt u een Bijbelse pijler weg onder het leerstuk van de uitverkiezing.

„Dat scheelt me niets. Het kan niet zijn dat de dogmatiek vóór de tekst gaat. En die tekst is hier echt héél duidelijk.”

Toch is er niet één andere Bijbelvertaler die deze tekst zo vertaald heeft als u doet.

„Dat klopt. Maar ik heb zo veel argumenten vóór mijn vertaling dat ik het niet anders mág vertalen dan ik gedaan heb.”

U bent, als 90-jarige, nog iedere dag aan de studie.

„Het gaat heel langzaam en het vlammetje is soms bijna niet te zien, maar ik studeer nog steeds op de teksten in de Bijbel.” Dan, guitig: „En ik ben ook nu weer bezig met een prachtig onderwerp. Maar daarover ga ik nog niets vertellen.”


Filologische apekool

Het is moeilijk voor te stellen dat de keurige Douwe Holwerda het woord uit zijn mond zou kunnen krijgen: apekool. Toch windt zoon Henk er in het jubileumboek ”Het stralend teken” geen doekjes om. Als vader Holwerda erg boos werd over een foute vertaling was daar het finale oordeel: filologische apekool.

Vrienden van prof. dr. D. Holwerda grepen diens 90e verjaardag aan om een boek samen te stellen. Zestig jaar lang heeft Holwerda als filoloog –kenner van de dode talen– namelijk de Griekse grondtekst van het Nieuwe Testament bestudeerd en dat mocht wel eens wat meer in het licht gebracht worden, vonden ze.

Kritiek op tegendraadse standpunten van de jubilaris worden in het jubileumboek niet geschuwd. Zo wordt zijn uitleg van het Bijbelboek Openbaring, waar volgens dr. Holwerda de verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70 na Chr. wordt beschreven, stevig aan de tand gevoeld.

Tegelijk is het boek bedoeld om de „exegetische vergezichten” die dr. Holwerda in de loop van de jaren opende naar aanleiding van zijn nauwkeurige bestudering van de Griekse grondtekst van het Nieuwe Testament voor een groter publiek toegankelijk te maken. Want het grote publiek bereikte Holwerda niet echt met zijn boekjes, waarin hij niet zelden een tegendraadse exegese gaf van een Bijbelgedeelte.

De niet al te zeer in de filologie ingevoerde lezer zal in het boek vooral genieten van de bijdrage van zoon Henk Holwerda. Zo schrijft die over hoe het vroeger bij het gezin Holwerda aan tafel ging als zijn vader na het eten uit de Bijbel voorlas. Soms onderbrak vader Douwe dan de Schriftlezing en zei: „Dat staat er niet…”, waarna er een toelichting volgde op een vertaalkundige kwestie. Maar vader Holwerda kon als filoloog ook verontwaardigd worden wanneer hij in een theologisch werk een ondeugdelijke vertaling op het spoor kwam, vertelt zijn zoon. Dan kreeg de uitroep: „Dat staat er niet!” een uitroepteken mee. En als té erg was, was daar het oordeel: „Filologische apekool!”

Henk: „Bovenal blijft me de stille ontroering bij die er in mijn vaders woorden kon doorklinken bij het doorgeven van zo’n inzicht in de Schrift – soms heel plotseling, en steeds sterker naarmate hij ouder werd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer