Vogezen: wankel evenwicht
De Franse Vogezen zijn ’s winters een geliefde skibestemming. Maar ook in de zomer, als de gondels ongebruikt aan de kabels hangen en de sneeuw is weggesmolten, valt er in dit groene deel van Frankrijk veel te beleven, al is het evenwicht soms wankel.
De sporten van de touwladder hangen zo’n 50 centimeter uit elkaar en de weg naar boven beslaat nog ruim 10 meter. Dat belooft geen gemakkelijke klim te worden. De touwladder wiebelt elke keer lichtelijk wanneer de knie tegen de volgende sport stoot. Enige conditie komt nu wel van pas. Eenmaal boven, op het houten platformpje boven in de sparrenboom, is er echter weinig tijd om na te hijgen. De volgende uitdaging wacht.Een lange kabel overspant de tussengelegen diepte naar de rotswand aan de overkant. Beneden glinstert een watertje. „Vergeet je zekeringen niet”, roept Pascal, de instructeur, omhoog. Een voor een moeten de veiligheidshaken die aan de broek hangen aan de kabel worden geklikt. Voilà, de reis kan beginnen. Met een redelijk gangetje scheert het provisorische gondeltje naar de overkant, zo’n 50 meter verderop.
Avonturenpark Acrosphère kent dertien van dergelijke parcoursen. Het park is eigenlijk één grote speeltuin, waarbij levende bomen, onderling verbonden door trappen, touwen, netten en kabels, het speelmateriaal vormen.
Op zo’n 2 kilometer van Acrosphère, in het dal, ligt het dorpje Gérardmer. Het dorp en het naastgelegen meer –le lac de Gérardmer– danken hun naam aan de hertog van Lotharingen, Gerard d’Alsace.
Gefascineerd door de omgeving liet de hertog in de elfde eeuw een toren bij het meer bouwen, die dienst moest doen als overnachtings- en pleisterplaats voor jagers. Inmiddels is de toren verdwenen en het dorp wordt niet meer bevolkt door jagers, maar vooral door toeristen die ’s winters afkomen op de skipistes en ’s zomers vertoeven op en rond het meer.
Watersport voert er de boventoon. Geel-wit gestreepte zeilen bollen in de wind en steken kleurig af tegen de met dennen beboste berghellingen op de achtergrond. Surfers balanceren op hun plank in een poging hun zeil rechtop te houden en zelf droog te blijven.
Gérardmer maakt deel uit van de Hoge Vogezen. De naam Vogezen –op z’n Frans: Les Vosges– kan zowel staan voor het gebergte als voor het departement. Gérardmer behoort bij allebei. De toppen van de Vogezenbergen zijn niet puntig, maar hebben een bolle vorm.
Volgens sommige bronnen is het vanwege deze vorm, dat ze in Frankrijk ballons worden genoemd. Volgens andere bronnen is het woord ballon van Keltische afkomst. Hoe dan ook, vanaf deze ballons moet het uitzicht prachtig zijn.
Het is een regenachtige en mistige dag als de gids de top van de Hohneck laat zien. De Hohneck ligt bij het wintersportplaatsje La Bresse en is met zijn 1364 meter de op twee na hoogste berg van de Vogezen.
De begroeiing wordt naarmate de top dichterbij komt steeds schaarser. Waar in het begin van de tocht nog een menigte van planten, kruiden en bosbessenstruiken te ontdekken was, resten er de laatste tientallen meters alleen nog grassen en een enkele door de wind verwaaide struik. Hier en daar herinnert een vierkant, verweerd, betonnen paaltje aan de landsgrens die na de Frans-Duitse oorlog van 1870-1871 bijna vijftig jaar lang over de Hohneck liep.
Op de top duidt een stenen tableau de ligging van de omringende bergen aan. Bij helder weer biedt de Hohneck uitzicht op de vlakte van de Elzas en het daarachter gelegen Zwarte Woud. Bij mooi weer zijn ook in de verte de Alpen met onder meer de Mont Blanc te zien.
Nu echter klettert de regen op de regencapes en jaagt er een stevige wind. Ver kijken lukt niet vanwege de mist. Het pad naar beneden voert soms langs verbazend steile wanden.
Plotseling houdt de gids z’n wijsvinger voor zijn mond en wijst in de diepte. Met zijn scherpe ogen heeft hij een gems gesignaleerd, een berggeit die zich normaal gesproken weinig laat zien. Het is even turen, maar daar staat het dier inderdaad, vaag afgetekend in de mist tegen de bergflank.
Met deze bijzondere bergervaring op zak is het even later heerlijk bijkomen in de herberg, waar de vonken in de haard rondspatten en de warmte stukje bij beetje de doorweekte kleren droogt.
Wie Frankrijk zegt, zegt wijn. In La Bresse is het winkeltje ”Les Cuvées Vosgiennes” te vinden, waar de joviale Fabrice Chevrier geen gewone wijn verkoopt, maar ‘wijn met een smaakje’. Fabrice maakt wijn met een fruitsmaak –frambozen of blauwe bessen–, wijn waarin bloemen zijn te proeven –paardenbloem of vlier– of wijn met een groentesmaak, zoals rabarber.
Chevrier maakt de dranken zelf op de traditionele manier, net zoals zijn opa en vader dat al deden.
In de winkel annex werkplaats, te midden van de wijnvaten, de bottelmachine en de filters, demonstreert hij met veel plezier het gistings- en productieproces.
Ooit nagedacht over hoe parfum, zeep of snoepjes aan hun geur of smaak komen? In ”La ferme du bien-être”, even buiten Gérardmer, is het antwoord te vinden. La ferme du bien-être –boerderij van het welzijn– is een destilleerderij.
De specialiteit van La ferme is het vervaardigen van dennenolie. Om deze olie te verkrijgen, moeten er eerst dennenbomen worden omgehakt en versnipperd.
Zo’n 200 kilo van deze houtsnippers verdwijnt in een ketel, waarna er een waterdamp doorheen trekt. De damp neemt het extract uit de snippers op en uiteindelijk blijft er van de oorspronkelijke 200 kilo 500 à 600 milliliter olie over.
Deze olie is goed voor de luchtwegen, maar wordt ook verwerkt in brood, snoepjes en limonadesiroop. Verder kan de dennenolie dienst doen in de sauna.
Behalve dennenolie produceert La ferme ook olie van bijvoorbeeld lavendel, eucalyptus, munt en kamille. In het winkeltje zijn verschillende eindproducten als zeep, oliën, lotions en parfums te koop.