Economie

Blij met een wijze collega van 80 jaar

De oudste klant van uitzendbureau Oudstanding is een vrouw van 83 jaar. Ze is oogarts en beoordeelt statussen –medische dossiers– in een kliniek. Waarom zou ze niét? „Leeftijd is een papieren getal”, luidt het motto van Oudstanding. „Niets meer, niets minder.”

12 January 2010 10:04Gewijzigd op 14 November 2020 09:35
Patricia Heerkens. Foto RD, Anton Dommerholt
Patricia Heerkens. Foto RD, Anton Dommerholt

Oudstanding is er voor „de ervaren generaties”: het bureau bemiddelt voor mensen vanaf 45 jaar die minimaal vijftien jaar recente ervaring hebben in een functiegroep. Patricia Heerkens zette het bedrijf op in 1998; ze was toen 29.„Ik werkte in de uitzendbranche en zag met verbazing hoe mensen vanaf, zeg, hun 35e, al niet gemakkelijk meer aan het werk kwamen”, vertelt Heerkens. „Ze waren goed in bepaalde dingen, maar puur vanwege hun leeftijd werden ze niet aangenomen.”

Met een compagnon startte Heerkens in Maarssen een uitzendbureau voor ouderen. Het bedrijfsprofiel besloeg toen drie A4’tjes. „Ik reed in mijn autootje rond om afspraken te maken. Het liep storm. Nederland had in die tijd een krappe arbeidsmarkt: er waren mensen nodig. We zaten in een tijd van economische hoogconjunctuur. En fiscaal was het aantrekkelijk om ouderen aan te nemen.”

Bedrijven vonden het sympathiek dat twee jonge mensen zich sterk maakten voor ouderen, merkte Heerkens. „We staken enorme betogen af. Ondernemers zeiden tegen mij: Het lijkt wel alsof je een soort missiewerk doet.”

In een jaar kwamen er twee kantoren bij. Van het „echte pionieren en het verbaasd zijn als de eerste uitzendkracht voor de deur staat” groeide de uitzender uit tot een organisatie van drie zusterbedrijven, waarvan Oudstanding –met vijf regiokantoren– er één is.

De directeur van Oudstanding ziet twee soorten 45-plussers die werk zoeken. „De willers en de moeters. Onder de eersten vallen 63-plussers die met prepensioen zijn, maar graag bezig zijn. De tweede categorie zijn mensen met bijvoorbeeld nog schoolgaande kinderen.”

Beide groepen zijn veelal bereid om onder hun niveau werk te zoeken. „Ik ken een bedrijfsjurist die een halfjaar werkloos is geweest en in een re-integratietraject zat. Hij zag een vacature bij het callcenter van een tolk- en vertalersbureau. Bij hetzelfde bedrijf zoeken ze ook een jurist die vertaalwerk kan doen. Hij solliciteert naar het callcenter, en hoopt dat hij, als hij eenmaal binnen is, kan doorstromen naar die baan die wel op zijn niveau is.”

Op dit moment is een warm welkom van ouderen bij bedrijven verre van vanzelfsprekend. „Er is veel koudwatervrees. Werkgevers zijn bang voor ziekteverzuim en vrezen de maatregelen in cao’s die ouderen ontzien – zo hoeven 55-plussers in de beveiliging geen nachtdiensten te draaien. Ook denken ze dat ouderen minder goed nieuwe vaardigheden leren. Maar het is bewezen dat mensen tot hun 75e gemakkelijk nieuwe stof opnemen. Het gaat alleen via een andere aanvliegroute, op een andere manier dan bij jongeren.”

Voor Heerkens en haar collega’s is het de uitdaging te laten zien dat ‘softe’ factoren, zoals ervaring en levenswijsheid, harde valuta opleveren. „Zo hoeft een ervaren werknemer geen vakdiploma meer te halen.”

Zij noemt oudere werknemers belangrijk voor de stabiliteit van een bedrijf. Ze weet van een man van 80 jaar die administratief werk doet bij een medische groothandel. „Ze zijn daar blij met hem. Hij vervult ook een maatschappelijke rol. Mensen kunnen hun leven tegen hem aanhouden.” Oftewel: hij deelt levenswijsheid met collega’s.

Intussen is de inzet van de oudere kandidaat zelf onmisbaar: „Bij een sollicitatiegesprek zullen ze niet alleen vroegere successen moeten noemen, maar ook ideeën voor de toekomst.”

Het geheim van een wijs ouderenbeleid in Nederland, dat vanwege de vergrijzing en ontgroening onontbeerlijk is, is volgens Heerkens duurzame inzetbaarheid. „De werkgever moet weten wat de werknemer wil; de werknemer moet zich afvragen: wil ik dit doen tot mijn 65e of 67e? Zo ja, hoe? En hoe blijf ik productief voor mijn werkgever van wie ik salaris ontvang? Bij de brandweer stoppen mensen op hun 55e. Terwijl ze nog in dienst zijn, worden ze opgeleid voor ander werk. De een wordt fysiotherapeut, de ander schilder. De brandweer faciliteert dit, en weet: wij krijgen zo betrokken, leuke brandweermensen. Die kant moeten we op. We hoeven niet zo bang te zijn dat de investering niet rendeert. Al zou iemand zeven of tien jaar bij je werken en daarna vertrekken met zijn nieuwe diploma, dan is dat toch niet erg? Je kunt beter tien jaar een loyale werknemer hebben dan vijftien jaar iemand die tegen zijn zin zit. Dan haken mensen mentaal af.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer