Zimbabwaanse kerk ‘gezuiverd’
De anglicaanse kathedraal in de Zimbabwaanse hoofdstad Harare is vorige week onder de slopershamer gekomen. Niet dat het indrukwekkende gebouw tegen de vlakte gaat, verre van dat. Maar voorganger bisschop Nobert Kunonga vindt dat alles wat doet denken aan het „koloniale tijdperk" uit zijn kerk moet verdwijnen, te beginnen met de gedenktekens uit de tijd dat Zimbabwe nog Rhodesië heette.
Tot grote woede van de weinig overgebleven blanke lidmaten zijn deze week zonder voorafgaande waarschuwing honderden gedenktekens weggehaald, waardoor de muren van de kathedraal, zowel binnen als buiten, een pokdalige indruk maken.
Op de eerste plaquettes die eraan moesten geloven, staan de namen van de Britse en Zuid-Afrikaanse pioniers die zich als eerste blanken in 1890 in het toenmalige Rhodesië vestigden en de hoofdstad Salisbury stichtten. Vervolgens zijn alle gedenktekens losgeschroefd en weggehaald met de namen van Rhodesische soldaten, blank en zwart, die zijn gesneuveld in de strijd tegen de vrijheidsstrijders van de tegenwoordige president Mugabe in de jaren zeventig.
Een plaquette met de namen van 59 mensen die omkwamen toen een vliegtuig van de Rhodesische luchtvaartmaatschappij in 1979 door guerrillastrijders werd neergeschoten, moest het ook ontgelden. Men kan zich voorstellen dat zwarte anglicanen, die tegen de blanke regering vochten, aanstoot aan die gedenktekens namen.
Maar bisschop Kunonga gaf ook opdracht de gedenktekens te verwijderen die te maken hebben met de gevallen lidmaten uit de Eerste en de Tweede Wereldoorlog, zwarten en blanken, die vochten aan de zijde van Engeland. Misschien is dat laatste wel de reden voor hun verwijdering, want bisschop Kunonga staat vierkant achter de anti–Britse politiek van president Robert Mugabe. Sterker nog: de bisschop is net als hij een fanatiek tegenstander van iedereen die tegen Mugabe is, inclusief de democratisch gekozen oppositiepartij, de MDC.
Kennelijk wilde de leiding van de Anglicaanse Kerk van Zimbabwe de afrekening met het verleden in het geheim laten plaatsvinden. Maar de Zimbabwaanse historicus Tim Tanser, die bij het passeren van de kathedraal gehamer hoorde, kwam er al gauw achter wat er aan de hand was. Tanser zei dat hij „kookte van woede." „Dit is je reinste ontwijding. Deze kerk is gebouwd door de mensen van wie ze nu de gedenktekens weghalen. Dat is heel pijnlijk voor de nabestaanden."