Balkenende: stuurman op woelige baren
„Actief, serieus, harde werker, netwerker, humorvol.” Zo omschrijft voormalig CDA-Kamerlid Theo Brinkel (51) zijn oud-collega Balkenende. „Jan Peter is doordrenkt van het christelijk-sociale denken.”
Bekende kerstklanken waaieren uitover het winkelende publiek in het Twentse dorp Tubbergen. Hier, op een paar kilometer van de grens met Duitsland, woont het hoogste percentage CDA-stemmers van Nederland; 68 procent van de Tubbergenaren stemde tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2006 op de christendemocraten.Elly Bekhuis zet haar boodschappentas even opzij. „Ik ben erg tevreden over Balkenende. Hij heeft heel wat lastige situaties meegemaakt, maar hij blijft er rustig onder. Daar heb ik bewondering voor.” Dorpsgenoot Gerrit Olde Hartman knikt. „Balkenende straalt betrouwbaarheid uit. En dat hij niets altijd op de voorgrond treedt vind ik prima. Je moet er toch niet aan denken dat een macho als Berlusconi dit land bestuurt?”
Rust en betrouwbaarheid. Eigenschappen van de minister-president die Brinkel herkent. De Leidschendammer leerde Balkenende 25 jaar geleden kennen. Beiden traden in 1984 in dienst van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA. „Balkenende was heel erg actief, een harde werker, kon uitstekend netwerken en had bovendien een grote dosis humor.”
In 1984 was het CDA nog maar vier jaar oud. Brinkel: „De fusie tussen gereformeerden, hervormden en rooms-katholieken was net achter de rug, maar de partij miste nog een visie.” Dat leverde een zoektocht op naar de wortels van het christendemocratisch gedachtegoed. „Mensen als Balkenende en ik doken weer in de geschriften van Abraham Kuyper en Herman Dooyeweerd en baanden ons een weg door allerlei pauselijke encyclieken. In die periode is Jan Peter doordrenkt van het christelijk-sociale gedachtegoed.”
Een kwarteeuw later is Balkenende alweer ruim zeven jaar minister-president en is het CDA na twee paarse kabinetten terug op het pluche. „Zijn echtheid en authenticiteit hebben hem al door menige crisis geholpen”, aldus Brinkel. Hij refereert aan de kabinetsdeelname van de LPF in 2002 en aan de recente economische crisis. Brinkel vergelijkt Balkenende met de titel van het beginselprogramma van de ARP ten tijde van Colijn. „Dat programma heette ”Saevis tranquillus in undis”: rustig schip te midden van de woelige baren. Colijn werd daarom wel stuurman op het schip van staat genoemd.”
Dragen eigenschappen als authenticiteit, degelijkheid en betrouwbaarheid bij aan het merk Balkenende? Brinkel reageert terughoudend. „Ik geloof niet zo in merken in de politiek, dat vind ik zo pr-achtig klinken.” Merkendeskundige Koos Ris van het Amsterdamse bureau HIGHvalue denkt daar anders over. Of iets een merk is, wordt bepaald door identiteit en imago, legt hij uit. „Balkenendes identiteit is erg goed, hij is aimabel en oogt betrokken. Zijn imago is echter wat bleekjes, hij komt nog te veel als een grijze muis over. Hoewel dat laatste niet zo’n ramp hoeft te zijn, hij werd er wel bijna voorzitter van de Europese Unie mee. Alleen de Belgische premier Van Rompuy bleek over een nog bleker imago te beschikken.”
Ris: „Ik zou Balkenende willen adviseren meer gebruiken te maken van zijn christendemocratische achtergrond. De kiezer waardeert een inhoudelijk verhaal.”
In Tubbergen malen de dorpelingen niet over het imago van Balkenende. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2010 en bij de landelijke verkiezingen in 2011 wordt het CDA in het Twentse dorp ”gewoon” weer als vanouds met afstand de grootste partij.
Dit is de zesde aflevering in een serie over belangrijke ontwikkelingen sinds het jaar 2000.