De Heere Jezus staat hier te kloppen aan de deur van de gemeente van Laodicea. Men zou denken dat de armen moeten komen voor de deur van de rijken, en dat men de zieke heeft gezonden naar de medicijnmeester. Maar, zie hier eens, hier komt de rijke voor de deur van de armen en de medicijnmeester komt ongeroepen tot de deur van de zieken. Zij kwamen niet eerst tot Christus, maar Christus kwam eerst tot hen.Christus is niet alleen gekomen om zalig te maken, maar ook om te zoeken wat verloren was. Christus komt de zondaar voor met Zijn vriendelijkheid en om hun zaligheid. Daarin is ook voortgang te zien: Hij komt aan de deur. En dan: Hij roept voor de deur (vers 18): Ik raad u dat gij van Mij koopt. En dan: Hij ziet stilzwijgen niet als antwoord! En dan: Hij klopt luider op de deur, met een sterke werking van Zijn Geest, opdat ze toch nog eens willen horen, opdat ze de deur voor Hem zullen opendoen, opdat Hij kan binnenkomen.

O, zegt Hij, doe maar open de deur, en Ik wil inkomen en Ik wil de uwe zijn. Doe maar open uw hart, en ontvang Mij. Ik wil niet zien op uw voorafgaande zonden, noch op uw geveinsdheid, blindheid, boosheid en moedwilligheid. Ik wil over al uw zonden heenzien. Zelfs de grootste zondaar onder u zal de zoetste Zaligmaker hebben, zo gij de deur maar voor Mij wilt opendoen.

Obadias Sedgwich, predikant te Londen (De rijkdom der genade, 1676)