GKH: klein, maar in vertrouwen verder
De Gereformeerde Kerken hersteld (GKH) zijn met 1500 leden slechts klein. „We moeten alles van de grond af opbouwen. Maar het kerkelijk leven functioneert en dat zien we als een zegen”, zegt dr. S. de Marie, de enige fulltimepredikant van het kerkverband. Synodepreses ouderling A. Admiraal vindt dat er niet in getallen gerekend mag worden. „Het is een verademing dat we in de erediensten weer voluit Schriftuurlijke preken mogen horen.”
Dr. De Marie stelt dat de nieuwe vrijmaking in 2003 niet uit de lucht kwam vallen. „Er was al lange tijd onvrede over zaken die te maken hadden met het Schriftgezag, met name op het punt van het vierde en het zevende gebod. Verder speelden kwesties zoals het open avondmaal, het Liedboek en het verdwijnen van het gereformeerde karakter van onze G-organisaties een rol. We hebben altijd gezegd: het leven is één: de gereformeerde beginselen dienen ook door te werken in het leven door de week. We hoorden in de prediking weinig meer over de eis van het verbond en de oproep tot bekering.”De synodale besluiten rond bovengenoemde zaken waren de bekende druppel die de emmer deed overlopen. Toen alle revisieverzoeken tegen synodebesluiten die op de synode van Zuidhorn (2002/2003) waren ingebracht, waren afgewezen, resteerde alleen nog een dringende oproep tot reformatie, aldus dr. De Marie. „Er zijn honderden revisieverzoeken geweest, maar op een gegeven moment is de kerkelijke weg ten einde bewandeld. Toen ook de kerkenraden de oproep afwezen en alle synodebesluiten ratificeerden, bleef er naar artikel 31 van de kerkorde niets anders over dan een nieuwe vrijmaking. Voor sommigen was het tijdstip te vroeg, voor anderen te laat. Maar wij hebben in september 2003 op een landelijke vergadering met argumenten de noodzaak van deze vrijmaking aangegeven.”
Het was een klein groepje dat zich aansloot. Admiraal: „Je verwacht dat velen aan de oproep gehoor zouden geven, maar dat is niet gebeurd. Het ging ons echter om een principiële stap. Een stap in geloof. Wij konden niet anders.”
Dr. De Marie: „We hadden de hoop dat meer verontruste broeders en zusters gevolg aan de oproep zouden geven, maar anderzijds weet je dat het voor veel verontrusten ook een moeilijke stap is om zich los te maken van kerkelijke en familiebanden. Toen ik weigerde om mijn handtekening onder de oproep tot reformatie terug te nemen, werd mijn avondmaalsgang belemmerd.”
Geen contact
Er is vanuit de GKH geen contact meer met de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Dr. De Marie: „De vrijgemaakte synode deed wel een appel op ons, maar we zagen geen enkel teken dat men op bepaalde zaken zou willen terugkomen. Het is zelfs in de kerken daarna verbijsterend snel bergafwaarts gegaan.”
Admiraal: „Dat zie je ook in de prediking volop terug. Het verbondsmatige is er af. Het is nu een zegen om tijdens de erediensten preken te beluisteren die ons wel, vanuit het verbond, Jezus Christus en Dien gekruisigd doen zien. Wij waren dat lange tijd niet meer gewend.”
Zijn de GKV een valse kerk?
Dr. De Marie: „Ze vertonen tekenen van de valse kerk. We hebben de term niet gebruikt, want dat werkt afstotend. Maar het Woord van God wordt zo tegengestaan, dat we daarom zeggen dat de kerk toch kenmerken van de valse kerk vertoont.”
Is het niet moeilijk om in een dergelijk klein verband voort te gaan? Er is een oproep gedaan om broeders voor te bereiden voor het predikambt.
Dr. De Marie: „We moeten alles van de grond af opbouwen. We hebben geen eigen opleiding, al zijn er wel vier studenten. We doen ons best om hun daarbij de nodige begeleiding te geven. Vrijgemaakt Kampen was geen optie, christelijk gereformeerd Apeldoorn is te breed en het Hersteld Hervormd Seminarium heeft naar onze mening te veel een bevindelijk stempel. Dat alles vraagt de nodige aandacht.”
Admiraal: „Er is een brief uitgegaan naar de Hersteld Hervormde Kerk. Waar wij eenheid zien, gaan we ook gesprekken aan. Waar we elkaar kunnen vinden in de Schrift en de Drie Formulieren van Enigheid móéten we het gesprek ook voeren. Maar het is allemaal nog erg voorzichtig omdat we nog maar enkele jaren bestaan. Er moet veel werk door weinigen gedaan worden.”
Er hebben zich intussen gemeenten van de GKH afgesplitst.
Dr. De Marie: „We hebben een dergelijk proces gezien in de tijd direct na de Afscheiding in 1834. Toen kwamen er ook verschillen openbaar. Men sprak zelfs van de crisis der jeugd. We betreuren het dat Zwijndrecht in 2006 zelfstandig verder wilde nadat er onenigheid was gerezen over de wijze van instituering. Ik denk dat de keuze te maken heeft gehad met een wil tot onafhankelijkheid. We vinden dat erg verdrietig. Maar in de negentiende eeuw konden afgescheidenen elkaar later toch vinden in de Vereniging van 1869.”
Admiraal: „We hopen in alle rust aan de eenheid te werken. De breuk laat zien dat christenen zondige mensen zijn. Karakters botsen. Vergeet ook niet dat we altijd gewend waren om te strijden. Voor sommigen is opbouw veel moeilijker, zeker om het gezag van ambtsdragers te accepteren.”
Dr. De Marie: „We hopen dat er in Nederland ook in andere kerkgenootschappen nog reformatie mag komen. We hebben de opdracht om te werken aan eenheid. Er is in kerkelijke kring veel sprake van zoeken naar eenheid, maar de Heere legt in Johannes 17 eerst de nadruk op het bewaren in de wáárheid. Eenheid moet gegrond zijn in waarheid en van daaruit moeten we de eenheid zoeken.”
Admiraal: „We lopen het gevaar om in getallen te rekenen. Als we in geloof onze verantwoordelijkheid nemen, kunnen we ook alles aan de Heere overgeven.”
Dr. De Marie: „Als je mag gaan in de kracht van God, dan gaat het altijd goed. De kerk is in het verleden altijd een kleine groep geweest. We hebben geen rijke variatie aan kerkelijke instellingen meer, maar we ervaren wel de eenheid met dat rijke verleden. Er is ook een eenheid met de kerk Boven. Als we rekenen met de situatie van de kerk in het buitenland zijn wij in Nederland nog erg gezegend.”
Admiraal: „Er is heel veel verwarring. Mensen vragen zich af: Waar is de kerk van Christus in Nederland? Waar kun je die aanwijzen? Wij moeten onszelf zien als werktuigen in de hand van Christus. We moeten Hem dan ook niet voor de voeten lopen, maar ons steeds gehoorzaam geroepen weten tot de eenheid naar artikel 28 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.”
Gereformeerde Kerken hersteld
VOORGESCHIEDENIS: Het kerkverband van de zogenoemde nieuwe vrijgemaakten ontstond in 2003. In hun Akte van Vrijmaking of Wederkeer spraken bezwaarde leden van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) op 20 september uit dat de GKV niet langer de ware kerk zijn, omdat zuivere en onschriftuurlijke leer een wettige plaats naast elkaar hebben. De verontrusten spreken niet van een afscheiding of scheuring maar van een vrijmaking: kerkleden maken zich vrij van de afdwalingen van de kerk om juist de kerk voort te zetten.
NAAM: Het kerkverband van de nieuwe vrijgemaakten koos in maart 2006 voor de naam De Gereformeerde Kerken in Nederland. Ze zien zich als de rechtstreekse voortzetting van de Gereformeerde Kerken zoals die er waren na de Reformatie in de zestiende eeuw. Om verwarring met andere kerkverbanden te voorkomen –plaatselijke kerken binnen de GKV noemen zich ook ”de gereformeerde kerken”– kan zo nodig de postale aanduiding ”hersteld” worden gebruikt.
PREDIKANTEN: De GKH hebben één predikant, dr. S. de Marie uit Zwolle. Emeritus predikant is dr. P. van Gurp uit Dalfsen. Toekomstige predikanten worden opgeleid aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Inmiddels zijn twee gereformeerd herstelde studenten bezig aan een studie theologie, twee volgen de vooropleiding.
KERKEN: De GKH tellen ongeveer 1500 leden, verdeeld over negen gemeenten en twee wijkgemeenten. Er zijn twee classicale ressorten, namelijk de classis Noord-Oost en de classis Zuid-West.
SYNODE: De generale synode van de GKH komt elke twee jaar bijeen in verband met het ontbreken van particuliere synoden. De synode vergaderde in Mariënberg (2005-2006), in Zwolle (2007-2008) en momenteel in Nieuw-Amsterdam (2009-2010). Voorzitter (preses) is ouderling A. Admiraal te Hasselt.
BREUK: Binnen de GKH vond er de afgelopen jaren enkele breuken plaats waardoor enkele gemeenten zelfstandig verdergingen. Het betreft de gemeenten van Zwijndrecht, Hardenberg (de zogeheten Matrixgemeente), Veenendaal en mogelijk ook Zwolle. In september van dit jaar maakte de Urker vrijgemaakte predikant ds. R. van der Wolf de overstap naar de gemeente van Hardenberg.
„Kloof binnen GKV maakte herkenning onmogelijk”
„We zijn binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in de praktijk dusdanig uit elkaar gegroeid dat we elkaar niet meer herkennen”, zegt ds. R. van der Wolf uit Urk. Hij scheidde zich in september af van de GKV, maar sloot zich ook niet aan bij de GKH. Hij nam een beroep aan naar de vrije hersteld gereformeerde kerk in Hardenberg.
Ds. Van der Wolf maakte zich al vele jaren zorgen over de koers van de GKV. De voorganger was een van de acht predikanten die in 2004 een manifest publiceerden over ontwikkelingen in hun kerkverband. Ze lanceerden toen de website gereformeerdblijven.nl.
Dat hij brak met het kerkverband had tweeërlei oorzaak, zegt hij desgevraagd. „De directe oorzaak was de ratificatie van de synodebesluiten, met name op het punt van het zevende gebod. Het ging ons vooral om de hermeneutiek die erachter zat. Het was aan de kerkenraad om vast te stellen of een echtscheiding gerechtvaardigd was of niet. Een enorm gevaarlijke uitspraak. Ook het toelaten van gasten aan het avondmaal en de grote vrijheid die de kerkenraad in dezen heeft, baarde mij zorgen.”
De índirecte oorzaak van de scheuring was de kloof binnen de GKV, die „onoverkomelijk groot” werd. „Als het gaat om de geloofswaarheden vraag je je af: Kun je nog met deze mensen in de kerk gemeenschap onderhouden? Ik erken: er zijn genoeg broeders en zusters in de kerk die je van harte liefhebt, maar het gaat nu om de vraag of de plaatselijke kerk wel of niet tucht oefent en op de prediking toeziet. Ik zag overal om mij heen een zucht naar modernisme die het mij moeilijk maakte om samen kerk te zijn. We stonden in Urk al op een eiland. We waren hier de meest behoudende gemeente binnen het landelijke verband. We hebben gesloten avondmaal, lezen niet de Nieuwe Bijbelvertaling en oefenen tucht rond het zevende gebod.”
Weggaan uit de kerk doet pijn, zegt ds. Van der Wolf. „In mijn geval is het onmogelijk geworden omdat vanwege een interne kwestie de toegang tot mijn eigen gemeente op medisch advies was afgesloten. En dan vraag je je af: Hoe moet ik nu verder?”
Waarom niet de GKH? Die stap lag toch voor de hand?
„Het is ook normaal dat je contact zoekt met broeders en zusters die het meest eensgeestes met je zijn. Toch heb ik dat niet gedaan vanwege het toch wel heersende radicalisme in deze kring. In de chaotiek van het kerkelijk leven vandaag zijn de grenzen niet zo gemakkelijk te duiden. Maar in de praktijk valt binnen deze kerken de ware kerk alleen samen met de GKH. Dat is bijvoorbeeld in de tuchtoefening terug te zien. Het is bovendien een kerkverband dat zo klein is dat je elkaar met name in de rechtspraak steeds weer tegenkomt en dat is ongezond. Ik vind dat een kerkverband minimaal drie classes en zeker negen gemeenten moet hebben.”
Maar u blijft nog met een kleinere groep achter.
„Dat klopt, maar we vormen ook geen eigen kerkverband. We zoeken samen met andere gemeenten naar een verband met elkaar. Ik kom al drie jaar op de Haamstedeconferentie, waar ik veel broeders heb ontmoet. Dat is erg plezierig en opbouwend. Maar daar merk je ook dat vrijwel alle kerkverbanden worstelen met dezelfde vragen en moeiten. Dat geldt met name de Christelijke Gereformeerde Kerken. Met de Hersteld Hervormde Kerk zijn er informele contacten, waarvan we niet weten hoe deze zich ontwikkelen. Voorlopig willen we een schuilplaats zijn voor verontruste vrijgemaakten, want die zijn er veel. Er is veel onrust. Daarbij willen we ons vooral inzetten voor het reformatorische erfgoed in onze kerken.”