Jeugd heeft moeite met Bijbellezen
Een meerderheid van de jongeren die persoonlijk uit de Bijbel leest, begrijpt soms of nooit wat er staat. Daarbij is er sprake van een kloof tussen weten en doen. „Meer dan de helft van de jongeren die de Bijbel begrijpt, heeft geen moeite met een levenspraktijk die God concreet verbiedt.”
Dat zijn enkele resultaten uit een enquête onder ruim 3000 jongeren uit de achterban van het Landelijk Contact Jeugdwerk (LCJ) in de Christelijke Gereformeerde Kerken. Het onderzoek ”Om het hart van jongeren” wordt donderdagavond in Gorinchem gepresenteerd.De onderzoekers zien een verband tussen het begrijpen van de Bijbel bij het persoonlijk Bijbellezen en de consequenties die de jongeren daaruit trekken voor hun levenswandel.
Ouders blijken een belangrijke rol te spelen in de ethische opvattingen en persoonlijke godsdienst van jongeren. Jongeren die door hun ouders worden gestimuleerd, bidden vaker, lezen vaker dagelijks de Bijbel en bezoeken vaker kerkelijke activiteiten. Dronkenschap en roddelen worden eerder als zonde beschouwd en ook wijzen veel meer van hen seks voor het huwelijk en ongehuwd samenwonen af.
Van de jongeren zegt 86 procent in principe twee keer per zondag naar de kerk te gaan. Ongeveer 60 procent bezoekt de jeugdvereniging. Twee derde voelt zich thuis in de gemeente waartoe hij behoort. Het overgrote deel geeft aan dat een predikant goed naar hun vragen luistert.
Volgens L. A. Kroon, directeur van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten, houdt het onderzoek ouders en ambtsdragers een spiegel voor. „Blijkbaar zijn wij niet in staat geweest om jongeren de consequenties van de Bijbelse boodschap voor het dagelijks leven voldoende mee te geven.” Kroon pleit voor een brede bezinning op de overdracht van de geloofsleer door ouders, ambtsdragers en jeugdwerkers.
Ds. H. J. van Wijnen, directeur van de Hervormd Gereformeerde Jeugdbond, vindt dat de toepassing van Bijbellezen in het LCJ-onderzoek erg ethisch is ingevuld. „Het gaat allereerst om de geloofservaring van jongeren, de manier waarop zij hun relatie met God beleven. Dat aspect mis ik nu.” Volgens de predikant ligt er een taak voor de kerk om de Bijbel dichter bij de leefwereld van jongeren te brengen.
Ds. K. J. Kaptein, voorzitter van de Hersteld Hervormde Jongeren Organisatie (die recent overigens een vergelijkbaar onderzoek uitvoerde), noemt de conclusies van het LCJ-onderzoek verontrustend. „Ik proef bij jongeren een zekere vrijblijvendheid. Het belang van het christelijk geloof onderstrepen ze, maar ze verbinden er geen concrete keuzes aan.”
Eén ding is echter zeker, zegt hij, „de zuigkracht van de wereld mag groot zijn; de zuigkracht van de Heilige Geest is groter.”