Dat heeft een regeringscommissie donderdag bekendgemaakt.De slachtoffers waren ondergebracht in de zogeheten Bodo-bond, die was opgericht om linkse spijtoptanten of anderen met communistische opvattingen te ‘heropvoeden’. De bond telde op een gegeven moment wel 300.000 leden, ook al omdat ambtenaren boeren met beloften van rijstrantsoenen en andere voordeeltjes onder druk zetten om toe te treden. Maar toen de oorlog uitbrak pakten leger en politie 4934 leden van de bond op, die tussen juni en september 1950 werden doodgeschoten. „De regering van Syngman Rhee verkeerde aan het begin van de oorlog in een staat van paniek en was diep ongerust dat leden van de Bodobond met Noord-Korea zouden sympathiseren en een gevaar voor de regering konden worden”, aldus de commissie.

De massa-executies vormen een van de zwartste bladzijden in de geschiedenis van de Koreaanse oorlog. Ze echter bleven onder opeenvolgende autoritaire Zuid-Koreaanse regeringen lange tijd verborgen.