Syrië probeert vergeefs isolement te doorbreken
Syrië doet sinds enkele jaren verwoede pogingen zowel zijn regionaal als internationaal isolement te doorbreken. Dit isolement was het gevolg van veranderingen zowel in het Midden-Oosten als op mondiaal niveau.
Na de Tweede Wereldoorlog gingen vrijwel alle Arabische landen een politiek volgen die gebaseerd was op het principe van Arabisch nationalisme. De kern hiervan vormde de Arabische unanimiteit met betrekking tot de Palestijnse kwestie. Palestina moest bevrijd worden en de Joodse staat, die door geen enkel Arabisch land werd erkend, moest vernietigd worden.Van deze Arabische unanimiteit is anno 2009 weinig meer over. Landen als Egypte en Jordanië sloten vredesverdragen met Israël en de Palestijnen zelf begonnen vredesbesprekingen, hierin aangemoedigd door de meeste Arabische landen. Deze ontwikkeling plaatste Damascus in een isolement.
Dit isolement was reeds in 1980 begonnen. In dat jaar brak de bloedige achtjarige oorlog tussen Iran en Irak uit. Syrië was het enige Arabische land dat de zijde van het revolutionaire Iran van ayatollah Khomeini koos, dat door alle Arabische landen werd gevreesd.
Sindsdien zijn de Syrisch-Iraanse relaties alleen maar sterker geworden, terwijl de Arabische vrees voor een nucleair Iran is toegenomen. En wel in die mate dat de meeste Arabische landen anno 2009 Iran een veel groter gevaar achten voor de stabiliteit van de regio dan Israël.
Ondertussen veranderde ook de wereldpolitiek. Na de val van de Sovjet-Unie veranderde het bipolaire wereldbeeld waarin het Midden-Oosten was verdeeld in bondgenoten van Amerika en bondgenoten van de USSR. Landen zoals Jordanië, Egypte en de golfstaten, vanouds bondgenoten van de Verenigde Staten, bevonden zich in een comfortabele positie. In tegenstelling tot Syrië en Irak, die tot de invloedssfeer van de Sovjet-Unie behoorden.
Gouden kans
Het versterkte het Syrische isolement, vooral na de val in 2003 van het socialistische Ba’athregime in Bagdad. De VS begonnen in 2004 een politiek van isoleren en economische sancties tegen Syrië. Een politiek die Syrië nog afhankelijker maakte van Iran.
Damascus zag in de komst van president Obama een gouden kans om zijn relaties met de VS te normaliseren. Talloze Amerikaanse functionarissen, onder wie senator Mitchell, bezochten afgelopen jaar Syrië, maar deze onderhandelingen lijken in een impasse te zijn geraakt. Toen president Obama enkele maanden geleden de economische sancties tegen Syrië opnieuw met een jaar verlengde, kwam dat in Damascus aan als een grote klap die men niet verwacht had.
Het bezoek dat de Saudische vorst Abdallah vorige maand aan Damascus bracht was een duidelijk signaal dat Syrië tevens zijn isolement in de Arabische wereld tracht te doorbreken. Saudi-Arabië leidt samen met Egypte een blok landen dat in de Arabische pers steeds de ”gematigde as” wordt genoemd. Deze landen wantrouwen de Syrische connectie met Iran en de Syrische steun voor de Palestijnse Hamas en de Libanese Hezbollah. Deze steun paste in het oude wereldbeeld, waarin Israël de vijand was, maar in het nieuwe beeld is de angst voor Israël vervangen door de angst voor een nucleair Iran.
Libanon vormt een ander punt van grote onenigheid tussen Syrië enerzijds en de landen van de gematigde as anderzijds. Het is in Libanon dat Syrië en Saudi-Arabië via hun respectieve beschermelingen lijnrecht tegenover elkaar stonden. De Libanezen weten dat er geen nieuwe regering gevormd zal worden in hun land voordat Syrië en Saudi-Arabië hierover een overeenkomst hebben bereikt. De Arabische landen eisen van Syrië dat het land zijn invloed gebruikt om de Libanese oppositie te beïnvloeden.
Wezenlijk probleem hierbij is dat Syrië tot op heden grote moeite heeft met de erkenning van de Libanese soevereiniteit. Syrië beschouwt Libanon feitelijk als een historisch deel van Syrië. Na de Syrische militaire terugtrekking uit Libanon in 2005 begon Syrië oppositiepartijen als Hezbollah te steunen. In naam om de Libanese onafhankelijkheid te steunen tegen de Israëlische „agressie.”
De Palestijnse kwestie, vanoudsher zo’n beetje het enige punt waarover de Arabische landen het eens waren, is na de Palestijnse tweedeling oorzaak geworden van diepe Arabische verdeeldheid. Egypte doet sinds maanden pogingen om de Palestijnse eenheid te herstellen, uit vrees voor een islamitisch kalifaat in de Gazastrook.
Verdeeldheid
Damascus herbergt echter de leiding van twaalf Palestijnse verzetsbewegingen, waaronder Hamas. Egypte is ervan overtuigd dat Syrië de Hamasbeweging onder druk zet om geen verdrag in Caïro te tekenen om aldus de Palestijnse verdeeldheid in stand te houden. Dat zou de eigen Syrische politieke agenda alleen maar ten goede komen.