„Gesprek over homoseksualiteit moet doorgaan in gemeenten”
Wat scriba dr. A. J. Plaisier donderdag tijdens de discussie over doopgedachtenis wel lukte, kreeg hij gisteren niet voor elkaar. Werd een tegenvoorstel van mevrouw ouderling S. Hiebsch over de doopgedachtenis donderdag nog door de PKN-synode verworpen, gisteren werd een tegenvoorstel van haar over seksualiteit aangenomen.
Gevolg van dit synodebesluit is dat het moderamen de gemeenten géén brief zal schrijven over seksualiteit. „Ik heb daar vrede mee”, zegt dr. Plaisier. „Er zullen zich nog genoeg mogelijkheden voordoen om als kerk over seksualiteit te spreken in het publieke domein.”Tegelijk met het besluit om geen brief naar de gemeenten te doen uitgaan, werd gisteren besloten om in kaart te brengen wat er in de breedte van de PKN leeft aan Bijbels-theologische en ethische vraagstukken rond het thema seksualiteit.
Wordt het niet moeilijk om niet te discussieren over ordinantie 5.4 als de meningen hierover in de PKN in kaart worden gebracht?
„Als we in kaart brengen wat er in de PKN leeft als het gaat over dit onderwerp, wordt duidelijk hoe er in de breedte van de kerk gedacht wordt over deze ordinantie. Juist over homoseksualiteit was en is er grote verdeeldheid. Maar die verdeeldheid mag niet leiden tot het opnieuw ter discussie stellen van deze ordinantie. Dát wil de synode niet.”
In veel gemeenten blijft deze ordinantie een groot pijnpunt. Legt de synode hen nu het zwijgen op?
„Absolúút niet. De principiële bezwaren die zij hebben, zijn volstrekt legitiem in onze kerk. Ordinantie 5.4 is een bepaling die gemeenten de mogelijkheid geeft niet-huwelijkse relaties te zegenen. Gemeenten die dat niet willen, hoeven niets met deze ordinantie te doen. Het nu genomen synodebesluit betekent dat deze ordinantie niet ter discussie staat. Maar het besluit betekent zeker niet dat we over homoseksualiteit niet meer mogen praten. Het gesprek met elkaar moet juist doorgaan.”