Opinie

Onderwijs heeft echte kerels nodig

Mannen zijn onmisbaar in het basisonderwijs, menen Wim Lindhout en Kees Ritmeester. Waar blijven de mannen die deze roeping horen?

13 November 2009 08:22Gewijzigd op 14 November 2020 09:08

In deze krant is in de achterliggende week verschillende keren aandacht gevraagd voor de vervrouwelijking van het onderwijs. Als reformatorische pabo willen we ook onze zorg hierover uitspreken en jongens uitdagen te kiezen voor een van de mooiste beroepen. Calvijn pleitte er zelfs voor dit beroep het vierde ambt te noemen, naast predikant, ouderling en diaken.Bij de keuze voor een studie speelt vaak het mogelijke carrièrepatroon en de bijbehorende salariëring een rol. De kernvraag moet volgens ons echter zijn: wat beteken ik in mijn werkzame leven voor een ander, voor dé Ander? Emeritus hoogleraar pedagogiek W. Ter Horst zegt daarvan „Christelijke opvoeding en pedagogiek zijn er niet om een samenleving in stand te houden, maar om de Weg naar het Koninkrijk te wijzen en begaanbaar te houden.”

Bij een zo verantwoordelijk beroep hoort een stevige opleiding. Een opleiding die je als persoon vormt en je bewust maakt van je rol als identificatiefiguur voor mensen die straks op centrale plaatsen in de maatschappij hun rol innemen, zoals predikanten, burgemeesters, artsen, directeuren enzovoorts. Om deze reden is de benaming ”knip-en-plakacademie” die regelmatig te horen is, niet meer dan een karikatuur.

Een leraar is iemand die vanuit zijn beleefde identiteit met kennis van zaken stevig staat in zijn cultureel-maatschappelijke context. Die kennis heeft van de vakken die hij onderwijst. Die de school ziet als een werkplaats waar kinderen leren om straks hun plek als burger in te nemen, die verantwoordelijkheid kan en wil dragen.

Verschil in lesgeven

Als dat allemaal het geval is, waar blijven dan de mannen in het onderwijs? Vanaf de jaren ’80 is er een dalende trend zichtbaar. Momenteel is landelijk gezien maar 17 procent van de pabostudenten man. Het kan niet anders of dat heeft gevolgen.

Het eerste wat we willen opmerken is het verschil in lesgeven tussen mannen en vrouwen. Dat is geen verschil in kwaliteit maar wel in aanleg. Vrouwen hebben een groter taalgevoel, kennen meer structuur en stellen zich meer open voor leermomenten. Mannen daarentegen zijn ruimtelijk wiskundig beter, zijn onafhankelijker in hun gedrag, hebben minder structuur en meer bravoure.

Een tweede onderscheid ligt in het zogenaamde ”verborgen curriculum”. Meesters doen een ander appel op kinderen dan juffrouws. Dat verschil is waarneembaar in de benadering van de beide seksen, maar ook in de hantering van methodes en werkvormen. Mannen maken daarin andere keuzes dan vrouwen.

De school als gemeenschap en plaats die voorbereidt op deelname aan een samenleving vol mannen en vrouwen, dient dus ook voldoende mannelijke en vrouwelijke opvoeders te hebben. Zij zijn een belangrijk referentiepunt voor zowel jongens als meisjes. Ze laten kinderen impliciet maar ook expliciet zien welke verschillen er zijn tussen man en vrouw en welke kwaliteiten beiden inbrengen in hun ontwikkeling.

In veel gezinnen is de rol van de vader duidelijk anders dan die van de moeder. Hoewel ze tegenwoordig veel meer van elkaars taken overnemen, doen ze dat toch op hun geheel eigen wijze. Is de man in het gezin nog zichtbaar, in het basisonderwijs lijkt hij te verdwijnen behoudens de directeur en de conciërge.

Rolmodel

Daarmee is de invloed van de man als rolmodel voor kinderen geminimaliseerd in een ontwikkelingsfase waarin de volwassene grote invloed heeft. In de puberteit is de leeftijdsgroep de norm, in het basisonderwijs is er sprake van grote invloed van de denkbeelden en houding van de volwassene op het kind. Het kind plaatst de onderwijzer in autoriteit vaak boven de ouder.

Ten slotte: het ”verborgen curriculum” wordt wel als een bedreiging gezien. Naar onze mening is het juist de rijkdom van de schepping en dus een van God gegeven werkelijkheid dat beiden –mannen en vrouwen– een duidelijke rol spelen en een ander appel doen in de opvoeding, in de toerusting voor de maatschappij, in de uitdagingen en eisen die zij stellen aan de verschillende seksen.

Als het gezin de hoeksteen van de samenleving is en de school het verlengstuk van de opvoeding van thuis, waarin normen en waarden geënt op de Bijbel worden voorgeleefd, dan zijn ook in de school mannen en vrouwen even nodig. Laat mannen die roeping horen, want ze is wezenlijk voor een stabiele ontwikkeling van kinderen en een samenleving in balans.

De auteurs zijn opleidingsmanager aan Driestar Hogeschool.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer