Van Woudenberg (37) is eigenaar van twee autowasstraten in Apeldoorn, onder de toepasselijke naam Blinq. Hij heeft twaalf mensen in dienst en verwerkt in „een goede week” zomaar 3000 tot 4000 auto’s. De vorig jaar geopende wasstraat aan de Laan van Spitsbergen is volgens SenterNovem, een agentschap van het ministerie van Economische Zaken, vanwege de duurzaamheid een voorbeeld voor de branche.Bij de ontwikkeling en de bouw van de nieuwe wasstraat werd Van Woudenberg door collega’s ietwat meewarig aangekeken omdat hij glas, hardsteen en roestvrijstaal gebruikte. „Duurzame materialen zijn in deze sector niet gebruikelijk.” Voor 3 miljoen euro zette hij „de waarschijnlijk duurste wasstraat van Nederland” neer. Maar wel een wasstraat die een gegarandeerd lange levensduur kent.

De nieuwe Blinq Carwash in Apeldoorn is een fraai staaltje architectuur. Eigenlijk jammer dat de hij achter een enorm filiaal van Gamma schuilgaat. Geen donkere betonnen bak, maar een wasstraat waar je omheen kunt kijken. Hier hoeven vrouwen zich niet onveilig te voelen.

Duurzaam is ook de lengte van de wasstraat, die met 70 meter de langste van Nederland is. „We willen alles door de machine laten doen, dus geen voorbehandeling met de hand. Iedereen heeft wel eens een slechte nacht of is na 600 auto’s even iets minder. Zo houd je de kwaliteit op een constant hoog niveau, al heb je wat meer ruimte nodig voor het inweken”, zegt Van Woudenberg.

Door de duurzaamheididealen in de totale bedrijfsvoering door te voeren, kreeg de Apeldoornse ondernemer erkenning van SenterNovem. Plus een forse subsidie. „Ik werd benaderd door Subvention, een bureau dat in ruil voor 15 procent van het resultaat subsidies aanvraagt. Ik was aanvankelijk sceptisch, want ik had nog nooit ergens subsidie voor gevraagd. Subvention vond de wasstraat echter zo bijzonder dat hij als totaalproject werd voorgedragen. Ongeveer driekwart is gehonoreerd”, zegt Van Woudenberg. De subsidie wordt verstrekt in de vorm van fiscale regelingen, waarmee investeringskosten op willekeurige momenten mogen worden afgetrokken van de fiscale winst.

Dat Blinq Carwash duurzaam is blijkt uit (bijna) alles. Van milieuvriendelijke shampoo tot ledverlichting, van biologische waterreiniging tot degelijk materiaalgebruik. Zelfs de warmte van de motor die de autostofzuigers aandrijft wordt hergebruikt. „Het zijn allemaal kleine dingetjes die het grote geheel maken”, vindt Van Woudenberg. De wasstraat draait volledig op windenergie.

Op water wordt bij Blinq niet bezuinigd. Hoe meer je gebruikt, des te minder krassen komen er op de auto, is de simpele doch trefzekere redenering. Per wasbeurt spoelt er ongeveer 1500 liter water over de auto heen.

Al het water wordt biologisch gerecycled; alles wordt opgevangen, gefilterd en opnieuw gebruikt. Het vuil dat achterblijft wordt bewaard, door een gespecialiseerd bedrijf opgehaald en op een milieuvriendelijke manier gereinigd.

De consument zal dat duurzame gedoe allemaal worst zijn, weet Van Woudenberg. „Dat wij groen zijn, daar heeft de gemiddelde klant helemaal geen boodschap aan. Die komt voor maar één ding: een schone auto. Wij maken zijn bolide gegarandeerd schoon, of hij nou het programma van 7,50 euro of dat van 13,50 euro kiest.”

Het zogenaamde programma Blinqend is volgens Van Woudenberg uniek voor Nederland. Er is namelijk geen wasstraat waarbij de banden met bandenzwart worden ingesmeerd en de auto eerst een poetsbeurt in de wasstraat krijgt om vervolgens met was te worden ingespoten.

Voor Van Woudenberg staat het goede seizoen weer voor de deur. Vriezend weer, sneeuw, gladheid, blubber; hoe meer en hoe langer, hoe beter. „De winterweken zijn de weken die een jaar goedmaken of niet.” Glijden er in een regenweek 1000 tot 1500 auto’s door de wasstraten van Blinq, in de winter kan dat aantal oplopen naar een slordige 4000.

Het opereren in weer en wind en met lage temperaturen vergt wel veel van zijn medewerkers. „We werken natuurlijk met shampoos en water. Bij een buitentemperatuur van 25 graden geen enkel probleem, maar als het onder het vriespunt daalt wel. We merken dat onze spullen het goed aankunnen.”