”Herder in de Walletjesbuurt”
Auteur: G. C. Tromp
Pagina’s: 157 blz. Het bezoek begon met een misverstand. De prostituee, een Belgische, dacht met een klant te maken te hebben. Ze begroette me met de stereotype woorden ”Dag schat, kom maar binnen!” Ik had ze vaak van een collega van haar in het voorbijgaan gehoord. Toen ze begreep wie ik was, maakte ze lachend haar excuus en bracht mij, een trapje omlaag, bij mevrouw: „Hier is mijnheer de dominee voor u”, zei ze.

Het is een van de vele gebeurtenissen die ds. G. C. Tromp beschrijft. Na zijn studie begint hij als ”hulpprediker” op de Amsterdamse Wallen. Met een lijst van 12.000 te boek staande zielen en een kaart van Amsterdam start hij in1943 zijn herderlijke werkzaamheden. Het is midden in de oorlogsjaren. Een variatie van gebeurtenissen wordt beschreven door de bril van een herder. Juist in de moeilijke oorlogsjaren lijkt het erop dat mensen ontvankelijk zijn voor een luisterend oor. Het afleggen van huisbezoeken blijkt een verhaal apart te zijn.

Ook het leiden van begrafenissen ervaart de jonge predikant als een unieke mogelijkheid om mensen in contact te brengen met het Evangelie. Te midden van leed, pijn, verdriet, honger en ellende, probeert de kerk in de walletjesbuurt troost en moed te geven, bijvoorbeeld door een ”uitje” voor de vrouwenclub en het uitdelen van voedsel. Veelal vormt het praktische werk een ingang om in contact te komen met de schapen. Schapen die wel in de boekhouding van de kerk staan, maar waarvan velen de kerk al jarenlang niet meer bezoeken. Niet alleen beschrijft de auteur aangrijpende situaties, maar ook ironische gebeurtenissen komen aan de orde.

Menselijk gezicht
Het boek beschrijft de persoonlijke ervaringen van ds. Tromp in de jaren 1943-1945 in de Amsterdamse Walletjesbuurt. Spelenderwijs komt de lezer in aanraking met de historie van deze karakteristieke buurt in die periode. Het leven in de oude binnenstad gedurende de oorlogsjaren krijgt een menselijk gezicht. Het leven in deze Amsterdamse wijk proef je tussen de regels door en juist dit geeft een extra dimensie aan het boek.

Spanningsvelden die de herder binnen zijn werk ervaart, blijven recht overeind staan. Soms voelt de lezer dit haarscherp aan en is er de neiging om een theologische redenering erop los te laten. Echter, de herder motiveert van tijd tot tijd zijn handelwijze op een wijze waarop zijn intrinsieke betrokkenheid op de individuele mens blijkt.

Duidelijk is dat de schrijver breed georiënteerd is. Begrijpelijk, want hij schrijft zelf dat het onder de bezoekers van de Oude Kerk geen koekoek één zang was. Met respect schrijft hij over de verschillende mensen in de wijk. Wanneer een lezer struikelt over het gebruik van de Nieuwe Vertaling, of andere zaken die niet geheel passen binnen de gevestigde orde, zal het lezen van dit boek zijn doel missen. Voor lezers die in staat zijn om kritisch mee te denken en te leven met de pastorale spanningen van een herder in de Walletjesbuurt in de moeilijke oorlogsjaren, is het boek zeer de moeite waard.

Het is jammer dat niet duidelijk wordt gemaakt wat de reden ervan is dat het boek ”in eigen beheer” is uitgegeven. Een ISBN-nummer ontbreekt, alsook het jaartal.