Beroerd door Mexicaanse griep
Een week lang lag ze neergeveld op bed. Getroffen door de Mexicaanse griep. Domineesvrouw J. Schreuders-Bos uit het Gelderse Aalst: „Ik kon niet meer op mijn benen staan.”
Ze schrikt er „natuurlijk” van. Aan de Mexicaanse griep overleden deze week vier mensen, zo maakte het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gisteren bekend. Het aantal ziekenhuisopnamen is met 131 gevallen ruim verdubbeld ten opzichte van vorige week.J. Schreuders-Bos, domineesvrouw in de 450 zielen tellende hersteld hervormde gemeente van Aalst (in de Bommelerwaard), had ook de Mexicaanse griep onder de leden. „Ik ben dankbaar dat ik gespaard ben gebleven”, blikt ze terug. „Als je die ziekte krijgt, word je stilgezet. Je hoort over Mexicaanse griep en ineens komt het in je eigen huis.”
Op donderdag 6 augustus voelde ze zich niet lekker. De dag daarna werd dat alleen maar erger. „Ik voelde me niet lekker. Ik kon mijn werk niet meer doen. Ik kreeg hoge koorts, kon niet op mijn benen staan, was moe en moest overgeven. Ook hoestte ik erg.”
Onrustig
De domineesvrouw raakte te bed en zou daar ongeveer een week lang niet meer uit komen. „Ik kon niks en ben op de slaapkamer gebleven.”
Huize Schreuders schakelde de maandag erna de dokter in. Die deed een test. De donderdag daarop bleek dat de domineesvrouw besmet was met de Mexicaanse griep. „Ik was mogelijk de eerste in het dorp.”
Schreuders had wel het vermoeden dat ze leed aan de Mexicaanse griep. „Er werd over gepraat. Het was midden in de zomer en ik werd ineens ziek.” Ze zegt toen geen vrees voor een ernstige afloop te hebben gehad. „Ik hoorde wel van slachtoffers in het buitenland, maar in de sloppenwijken van Mexico zijn de voorzieningen toch anders dan hier.”
De kerkelijke gemeente was wat „onrustig” toen bekend werd dat de domineesvrouw besmet was met de Mexicaanse griep. „Mijn man komt overal en er bestond zorg dat hij de griep over zou brengen.”
Zelf vermeed Schreuders wekenlang contact met de buitenwereld. „Ik was toch een beetje angstig voor besmetting en bleef thuis. Ik heb wel een keer iemand binnengelaten. Normaal zet ik dan koffie, maar dat deed ik nu niet. Ik wilde afstand bewaren.”
Met directe familie was wel contact. Haar man en de thuiswonende dochters van 14 en 17 jaar stonden de vrouw terzijde. „Ze brachten eten, al at ik die eerste dagen niet zo veel, ze deden de was en hielden het huishouden op orde.” Twee andere dochters, die het huis al uit zijn, kwamen niet op de slaapkamer van moeder. „Dat vonden we beter, in verband met een klein kind van een van de dochters en het feit dat een dochter in de zorg werkt.”
De familie trof hygiënische maatregelen om besmetting te voorkomen. „Zo werden deurkrukken extra vaak schoongemaakt en stond er thuis een desinfectiemiddel.”
Meeleven
Na een enkele week ging het met de domineesvrouw weer bergopwaarts. Toch duurde het nog een poos voordat ze de oude weer was. „Ik had in totaal wel een week of acht last van moeheid en hoesten.”
Het meeleven uit de kerkelijke gemeente noemt de domineesvrouw „heel groot en heel fijn.” „De mensen misten me in de kerk. We kregen telefoontjes.”
Zie ook Accent