„Invloed evangelischen veel groter dan gedacht”
De evangelische beweging heeft veel meer invloed in de reformatorische kerken dan vaak wordt gedacht. „Daar ben ik van geschrokken. Met mijn boek wil ik jongeren en hun ouders uit de verschillende kerken een eerlijk portret schetsen van de evangelische beweging. Zo wil ik hen helpen hun positie te bepalen aan de hand van Gods Woord.” Vanaf zaterdag ligt het boek ”De evangelische beweging” in de winkel.
Ds. J. M. D. de Heer, predikant van de gereformeerde gemeente in Middelburg-Centrum, liep al veel langer met het idee om te schrijven over de evangelische beweging. „Toen ik nog kerkredacteur was bij het Reformatorisch Dagblad, heb ik veel contact gehad met mensen uit deze beweging en er ook veel over gelezen. Door de studie aan de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten en het predikantschap ontbrak de gelegenheid om het verzamelde materiaal nog eens door te nemen met het oog op een publicatie.”De evangelischen lieten ds. De Heer echter niet los. „Door het werk op de krant had ik echt een inkijkje gekregen in de beweging. Daarbij word je als predikant ook in het pastoraat geconfronteerd met vragen over de evangelische beweging. Een kleinkind dat zich laat overdopen, kinderen of vrienden die overgaan naar een evangelische gemeente; het zijn dingen waarover men wil praten.”
In De Saambinder, het kerkelijk weekblad van de Gereformeerde Gemeenten, begon ds. De Heer met het schrijven van een serie artikelen over de evangelische beweging. „Ik dacht eerst aan een achttal artikelen, maar uiteindelijk zijn het er 25 geworden.”
Al tijdens de publicatie daarvan kwam de vraag van uitgeverij Den Hertog om de artikelen in boekvorm uit te geven. Ds. De Heer: „Je gaat dan ook wat uitgebreider op de stof in, dat gaat bijna vanzelf.”
In zijn boek passeren tal van onderwerpen de revue. De uitverkiezing, de Geestesgaven, de doop, de liedcultuur: het is maar een kleine greep uit de zaken die aan bod komen. „Belangrijk is om nadrukkelijk te zeggen dat dit boek gaat over de evangelische beweging en niet over bepaalde personen. Het is mijn behoefte niet om personen aan te vallen of af te schrijven.”
Wat is voor u de opvallendste ontdekking geweest tijdens het schrijven van uw boek?
„Dat de invloed van de evangelische beweging in de reformatorische kerken veel groter is en dieper geworteld is dan ik had gedacht. Er zijn gemeenten in reformatorische kerken die in de loop van de tijd een behoorlijke evangelische ommezwaai hebben meegemaakt. Ik zie dat bijvoorbeeld in de Christelijke Gereformeerde Kerken, in Gereformeerde Bondsgemeenten in de Protestantse Kerk en ook in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. In dat kerkverband is een nieuwe generatie opgestaan bij wie er veel minder dan vroeger binding is aan de gereformeerde wortels. Noem het een inhaalslag.”
In uw boek noemt u een aantal kerkverbanden waar de invloed van de evangelischen zichtbaar is. De Gereformeerde Gemeenten ontbreken.
„Door de kerkelijke besluitvormingen krijgen gemeenteleden met een meer evangelische inslag niet echt de ruimte in de Gereformeerde Gemeenten. Maar de invloed van de evangelischen gaat ook die kerk zeker niet voorbij. Kijk alleen maar eens naar het aantal jongeren uit deze kerk dat de EO-Jongerendagen bezoekt. En ik merk dat de verlegenheid soms groot is. Ouderlingen hebben op de catechisatie niet altijd een antwoord op vragen van jongeren. In dit boek wil ik handvatten aanreiken. En laten we eerlijk zijn: niet zelden vloeien mensen uit de Gereformeerde Gemeenten die zich aangesproken voelen door de evangelische beweging af naar andere kerken. Daar worden ze dan vaak weer voortrekkers van het evangelische denken.”
U schrijft vrij uitgebreid over de groei en invloed van het Evangelisch Werkverband in de Protestantse Kerk.
„Ik volg de gang van zaken in de PKN niet voldoende om helemaal juist in te kunnen schatten waar het Evangelisch Werkverband zijn groei vandaan haalt. Is dat uit de middenorthodoxie, of uit de Gereformeerde Bond? Ik denk beide. Aan de middenorthodoxie kan het werkverband zeker inhoudelijke thema’s meegeven. Maar als de aanwas bij de Gereformeerde Bond vandaan komt, zie ik dat niet als een positieve ontwikkeling. Ook denk ik bij veel wat ik lees aan positieve waardering over het Evangelisch Werkverband: is het wel duidelijk dat er door de evangelischen nu weer dwalingen in de kerk binnengedragen worden die bijvoorbeeld door de Synode van Dordrecht veroordeeld zijn? Het ontbreekt soms ook ernstig aan kennis van de historie.”
U signaleert een omslag in de evangelische beweging tussen de huidige generatie en zij die aan de wieg van deze beweging stonden.
„Ja, overduidelijk. Neem een Billy Graham. Die preekte nadrukkelijk de verlorenheid van de mens. Radicaal wees hij erop dat bekering noodzakelijk is. Die boodschap is enorm afgevlakt. Dat zeg ík niet alleen, dat zeggen veel evangelischen ook zelf. Er is tegenwoordig een openheid naar de moderne cultuur waar ik van geschrokken ben. Entertainment, nieuwe muziekvormen, noem het allemaal maar op. Veel ouderen zeggen dan: Nou ja, van mij hoeft het niet, maar die vorm is blijkbaar tegenwoordig nodig om mensen te trekken. Maar dat is veel te gemakkelijk. Vorm en inhoud kun je niet loskoppelen en er is ook wel degelijk wat veranderd aan de inhoud. Al deze zaken geven spanningen binnen de evangelische beweging. Maar door de losse structuur valt dat niet zo duidelijk op.”
Komt er een vervolg op uw boek?
„Ik zal proberen de ontwikkelingen te blijven volgen. Kritische reflectie is hard nodig. Ik hoop dat er iemand gaat promoveren op evangelische invloeden in reformatorische kerken.”