Dat deelde de voorzitter van het deputaatschap, prof. dr. H. G. L. Peels, desgevraagd mee. Maandag werd bekend dat ds. J. van ’t Zand, Dopper-predikant in het Zuid-Afrikaanse Midrand, een beroep aangenomen heeft naar de christelijke gereformeerde kerk van Wildervank/Veendam, dit in combinatie met Zuidlaren. Sinds medio 1999 is hij de derde predikant uit dat buitenlandse kerkverband die naar de CGK zal overkomen.

De Zuid-Afrikaan ds. A. Jansen werd in 2000 verbonden aan de christelijke gereformeerde kerk van Aalsmeer. Ds. P. Lubbinge kwam een jaar eerder vanuit Afrika naar Delfzijl. „Met de komst van een derde predikant binnen vier jaar zou sprake kunnen zijn van een trend”, aldus prof. Peels.

De deputatenvoorzitter deelt mee dat zijn deputaatschap ook bij dit beroep om het kerkordelijk verplichte advies is gevraagd. „Dat moet, omdat het gaat om een predikant uit een buitenlandse zusterkerk. Wij hebben het advies steeds in tweeën geknipt. In het eerste deel hebben wij nadrukkelijk gesteld dat wij niet in het hart kunnen kijken van de beroepen predikanten. Wij willen het werk van de Geest inzake de roeping namelijk niet aan ons oordeel onderwerpen. Het gaat ons dus niet om degenen die al een beroep hebben aangenomen.”

Tegelijk zegt de voorzitter dat de deputaten correspondentie de vacante christelijke gereformeerde kerken tot behoedzaamheid manen, „hoewel het feitelijk om een zusterkerkrelatie gaat.” Prof. Peels wijst erop dat er een groot kandidaten- en predikantenoverschot is bij de Doppers. „Maar het zingt in Zuid-Afrika rond dat er in onze kerken flink wat vacatures zijn. Gezien echter onder andere de culturele verschillen zou de overkomst van meer Dopper-predikanten naar ons land toch wel eens problemen kunnen opleveren. Zeker nu in korte tijd een drietal predikanten uit die kerken overgekomen is. We moeten ook hierin alert zijn en deze gang van zaken zeker niet aanmoedigen.”