„Het grootste obstakel voor moslims om over te gaan tot het christendom is dat voor hen schande meer betekenis heeft dan schuld.” Dat zei de Rotterdamse evangelist Theo Visser. Hij sprak over het deelthema ”Allah?”. „Als een moslim zich bekeert tot het christendom, ondervindt zijn familie de gevolgen. Dat veroorzaakt pijn en verdriet.”

Met moslims kun je over morele normen wel overeenstemming bereiken, maar uiteindelijk staat het christendom haaks op de islam, zei Visser. „Laten we waakzaam zijn en geen compromissen sluiten. We hebben een Naam hoog te houden, buiten Wie geen redding is. Voor een moslim is het godslasterlijk om over een drie-enige God te spreken en de Heere Jezus gelijkwaardig aan God de Vader te stellen. De Bijbel leert ons dat het juist godslasterlijk is om dat te ontkennen en niet in Jezus Christus te geloven.”

De Rotterdamse voorganger vroeg de jongeren op een andere manier over allochtonen te praten dan met termen als ”die buitenlanders”. „Kijk naar hen vanuit het perspectief van de eeuwigheid. Laten we er bovendien op bedacht zijn dat ex-moslims het heel moeilijk hebben, omdat hun sociale context wegvalt. Geef hen de ruimte om deel uit te maken van de christelijke gemeenschap. Ze hebben nieuwe families nodig. Staan onze huizen open?”

Waarom besloot Petrus na zijn vergeefse nachtelijke visvangst tegen alle rede en ervaring in het net toch aan de andere kant te werpen? Zo leidde ds. P. den Butter het tweede deelthema ”God?” in. „Ook al is de Heere Jezus van beroep een timmerman en geen visser, Petrus geloofde Hem op Zijn woorden, omdat er een band tussen hen was gelegd.”

Petrus roept geen ”hallelujah” als hij na de wonderbare visvangst aan de voeten van de Heere valt, merkte de predikant uit Middelharnis op. „Petrus roept: Ga uit van mij, want ik ben een zondig mens. We passen niet bij elkaar. Toch wil Petrus bij niemand anders zijn dan bij de Heere. Maar wat moet hij nog veel leren als de Heere Zijn lijden en sterven aankondigt. Dan ontdekt de Heere bij Petrus ook nog wat anders dan de invloed van de Heilige Geest.”

Eigenlijk zijn er twee Petrussen, zo hield de predikant de jongeren voor, de nieuwe mens met ”Gij zijt de Christus”, maar ook de oude mens met ”dit zal u geenszins geschieden”. „Petrus heeft de Heere oprecht lief, maar hij kan het nog niet voorstellen dat Christus moet sterven vanwege de gerechtigheid. Zo handelt de Heere stap voor stap met Petrus. Wij komen niet wezenlijk anders tot Christus dan een moslim. Er zijn onderscheiden wegen, maar we zullen wel komen tot kennis van ellende, verlossing en dankbaarheid.”

Heeft Mohammed in zijn dromen echt Allah gezien, of is dat bedrog, zo luidde een forumvraag na de middagpauze. „De openbaringen van Mohammed komen uit de koker van de boze”, concludeerde evangelist Visser. „Deze demonische inspiratie is een meesterzet van de satan, die erin is geslaagd miljarden moslims te misleiden met een godsdienst die door eigen gerechtigheden bij zijn god denkt te kunnen komen.”

Hoe kan ik een moslim het best uitleggen waarom het christelijke geloof waar is, wilde een andere jongere weten. „Ik kan iemand nooit overtuigen, dat blijft het werk van de Heilige Geest”, antwoordde ds. Den Butter. „Ik moet wel overtuigend getuigen. Wijs op het bevrijdende karakter van het christendom. Een moslim moet dit doen en dat vermijden. Mohammed zegt dat hij de weg naar de zaligheid wijst, maar je moet die nog wel zelf gaan. Christus zegt: Ik bén de Weg. Jezus brengt de Zijnen terug naar Zijn Vader. Een christen leert het ”uit genade alleen”. Dat verlost van de kramp ”ik moet”.”

Mag een zondaar tot Christus komen, of moet hij eerst wachten op een bijzondere persoonlijke boodschap, luidde de laatste forumvraag. „Een mens heeft niet alleen permissie om God op Zijn Woord te geloven”, antwoordde ds. Den Butter, „maar hij heeft zelfs de roeping de aanbieding van de beloften aan te nemen. Het is onze schuld als we Gods uitgestoken hand niet aanvaarden, maar het is genade als we Hem mogen vastgrijpen op Zijn Woord. Zou je anders willen? Als het onze verdienste zou zijn om behouden te worden, dan is het zo wankel. Dan kun je morgen Zijn hand loslaten en raak je alles kwijt. Maar als de Heere je hand grijpt, ligt het vast.”

„Ruim 800.000 moslims in Nederland geloven in Allah en hopen zo de hemel te verdienen. Zeker weten doen ze het niet, want Allah laat zich niet persoonlijk kennen. Maar weet jij of je al gered bent?” vroeg ds. A. A. Egas. ”De Heere is God!” luidde het thema van zijn slotappèl.

„Er is haast bij. Weet je wie alleen kan redden? Allah of Mozes niet, want er is onder de hemel geen andere Naam door Welke wij moeten zalig worden. We leven in een tijd waarin er geen plaats is voor zo’n exclusieve, absolute uitspraak. Toch is het waar, want Gods Woord zegt het.”