Nederlandse F-16’s langer in regio Afghanistan
De zes Nederlandse F-16’s die meedoen aan de strijd tegen het terrorisme in Afghanistan, de operatie Enduring Freedom, zullen op verzoek van de VS zes maanden langer in de regio blijven.
Het verblijf van het Nederlandse tankvliegtuig, een KDC-10, wordt niet verlengd. Het toestel moet terug naar Nederland voor groot onderhoud. De maatregelen zijn vrijdag door het kabinet bekrachtigd.
De Nederlandse F-16’s maken deel uit van een Europese gevechtseenheid van in totaal achttien jachtvliegtuigen die zijn gestationeerd op de Kirgizische luchtmachtbasis Ganci. Behalve Nederland hebben ook Denemarken en Noorwegen ieder zes toestellen bijgedragen aan het European Participating Airforces (EPAF) detachement. De opdracht van EPAF, het ondersteunen van grondoperaties van de internationale coalitie onder leiding van de Amerikanen, en noodhulp aan de Internationale Veiligheidsmacht (ISAF) in Kabul, blijft ongewijzigd. De Nederlandse missie zou oorspronkelijk op 1 april eindigen.
Denemarken had al eerder besloten zijn bijdrage te verlengen. Noorwegen heeft nog geen besluit genomen. Als Oslo zijn F-16’s terugtrekt, zullen Nederland en Denemarken met de Verenigde Staten overleggen over de nieuwe situatie.
De Amerikanen willen de EPAF-eenheid graag op sterkte houden. Dat betekent dat er een nieuwe partner gevonden moet worden of de beide Europese landen zouden meer F-16’s moeten leveren. Dat zou echter een nieuw besluit van het kabinet vergen.
Naast de F-16’s is tot 1 juli nog een Nederlands Orion-verkenningsvliegtuig actief boven Afghanistan en blijft ook een fregat in het kader van Enduring Freedom patrouilleren in de wateren rondom het Arabisch schiereiland.