Kerk & religie

Een kerkgebouw is geen disco

Ieder kerkbestuur wil een veilig kerkgebouw, zegt mr. Jaap Broekhuizen, secretaris van CIO-K. CIO-K is de commissie kerkelijke gebouwen van het CIO, het interkerkelijk contact in overheidszaken. Het CIO is een samenwerkingsverband dat 22 kerkgenootschappen vertegenwoordigt.

S. C. Bax
14 February 2003 12:41Gewijzigd op 14 November 2020 00:08

De manier waarop in alle 469 burgerlijke gemeenten brandweer en gemeentelijke diensten de zogeheten gebruiksvergunningen toepassen, verschilt van plaats tot plaats, aldus de jurist. ”Te vaak komt het voor dat onvoldoende overleg plaatsvindt over te treffen voorzieningen en dat te vergaande eisen worden gesteld, die gebaseerd zijn op onjuiste of verouderde normen.”

Ook maakt CIO-K bezwaar tegen het feit dat kerkgebouwen in de categorie gebouwen zijn ingedeeld waarin ook bioscopen, dancings en housepartyhallen zijn te vinden. ”Kerkgebouwen zijn geen verduisterde ruimten, er is een duidelijke structuur in een kerkdienst, met een voorganger die leidinggeeft. Ook gedragen bezoekers van een kerkdienst zich nogal anders.”

CIO-K pleit ervoor dat de regelgeving omtrent brandveilig gebruik van kerkgebouwen in iedere gemeente op gelijke en op juiste wijze wordt toegepast. Daarbij wordt zowel rekening gehouden met de aard van het gebouw als datgene wat erin plaatsvindt. Ruim de helft van de 7000 kerkgebouwen in Nederland bestaat uit beschermde monumenten. ”Dat maakt het extra lastig: het aanbrengen van elektra of waterleiding of een deur in een eeuwenoude kerkmuur, soms met muurschilderingen, vormt vaak echt een probleem.”

Het Bouwbesluit 2003 biedt volgens Broekhuizen de mogelijkheid voor monumenten een andere oplossing te zoeken, ”maar de ervaring is dat lang niet alle gemeenten deze mogelijkheden kennen en die ook willen toepassen. Bovendien is voor zulke aanpassingen een monumentenvergunning vereist. Ook dit is bij brandweer en gemeente lang niet altijd bekend.”

Broekhuizen is blij met een initiatief van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. ”Deze dienst, die adviseert over alle veranderingen in rijksmonumenten waarvoor een vergunning vereist is, heeft in november 2002 een informatieblad uitgebracht onder de titel ”Bouwbesluit 2003 en brandveiligheid in monumenten, antwoorden op veelgestelde vragen”.

In dit informatieblad wordt de regelgeving toegelicht en wordt antwoord gegeven op vragen zoals: Hoe zit het met de breedte van uitgangen, zijn brandslanghaspels verplicht, welke eisen gelden voor trappen.”

CIO-K verwijst kerkbesturen regelmatig naar deze publicatie, die bij de rijksdienst te Zeist verkrijgbaar is (www.monumentenzorg.nl). Desgevraagd noemt Broekhuizen nog een aantal andere knelpunten: ”Brandweer en gemeente hanteren vaak verkeerde normen over het aantal bezoekers dat in een kerkgebouw aanwezig mag zijn: de normen staan vaak nog in de gemeentelijke bouwverordening. Maar per 1 januari 2003 geldt het nieuwe Bouwbesluit.”

Broekhuizen stelt dat dit besluit tot landelijke wetgeving behoort, die voorrang heeft boven gemeentelijke verordeningen. ”Een voorbeeld: volgens de gemeente Amersfoort mogen in de St.-Joriskerk maximaal 700 kerkgangers aanwezig zijn. Volgens de normen van het Bouwbesluit 2003, dat werkt met bezettingsgraadklassen, heeft CIO-K uitgerekend dat er maximaal 1692 bezoekers in de St.-Joris mogen. Een groot verschil dus.”

Algemeen uitgangspunt in bouwregelgeving is dat aan nieuwbouw hogere eisen worden gesteld dan aan bestaande gebouwen. ”Het lijkt er nu op dat een aantal gemeenten aan bestaande kerkgebouwen ten onrechte de hogere eisen voor nieuwbouw wil opleggen. Dit mag alleen gebeuren wanneer de gemeente concreet kan aangeven waarom dit nodig is: bijvoorbeeld wanneer anders een bijzonder onveilige situatie zou blijven bestaan. Dat zal zich in monumentale kerkgebouwen, die hoog zijn en uit steen bestaan, niet snel voordoen.”

Het Bouwbesluit biedt volgens hem de mogelijkheid om ”gelijkwaardige oplossingen” te treffen die een gelijk veiligheidsniveau opleveren. ”Bij de vergunningsverlening wordt hiervan veel te weinig gebruikgemaakt. Bij veel kerken geldt bijvoorbeeld dat door de grote hoogte en door de stenen materialen bij brand meer tijd beschikbaar is om veilig het gebouw te verlaten. Dit gelijkwaardigheidbeginsel vormde eind 2002 de sleutel tot de oplossing voor de problematiek in de St.-Bavokerk aan de Markt in Haarlem. Eerst mochten daar maar 700 mensen tegelijk in. Dat werden er toch 1600. De kosten van een rapport van een deskundig bureau waarin dit werd uitgewerkt, vormen echter een belangrijke hindernis om deze aanpak als algemene oplossing voor elke kerk aan te bevelen.”

CIO-K heeft verder met verbazing kennisgenomen van de handreiking ”Preventiebeleid bestaande bouw”, die in februari 2002 door het ministerie van Binnenlandse Zaken aan alle gemeenten is toegezonden. ”Deze handreiking bevat suggesties om de eisen van bestaande bouw op te hogen tot de eisen voor nieuwbouw. Aan de positie van rijksmonumenten besteedt deze handreiking geen enkele aandacht. Ook ging het nog slechts om een concept, dat was opgesteld op verzoek van de gemeente Amsterdam.

Vorig jaar zijn over deze handreiking en over de gevolgen daarvan al kamervragen gesteld. In antwoord hierop is gesteld dat deze handreiking slechts een voorbeeld is. Bovendien wordt in de gemeente Amsterdam nog een hevige discussie gevoerd over het gebruik van deze handreiking binnen de gemeente Amsterdam.”

CIO-K zal binnenkort, samen met enkele andere maatschappelijke organisaties, een brief schrijven aan het ministerie van Binnenlandse Zaken met het verzoek deze concepthandreiking van tafel te halen en te vervangen door een nieuw stuk dat uitgaat van het Bouwbesluit 2003 en waarover overleg is gevoerd met een aantal belanghebbende organisaties, waaronder CIO-K.

CIO-K adviseert kerkbesturen zich te verdiepen in de vraag of hun kerkgebouwen voldoen aan de terechte eisen inzake brandveiligheid. Wanneer de gemeente of de brandweer zich meldt voor een controlebezoek aan het kerkgebouw kan heel goed gewezen worden op de inhoud van het Bouwbesluit 2003 en de daarin vervatte eisen. ”Informeer ook of dit wordt toegepast.”

Vaak zenden gemeenten schriftelijke stukken toe waarin de voorbereiding van de gebruiksvergunning wordt aangekondigd. Broekhuizen: ”Op grond van de Algemene wet bestuursrecht mogen kerkbestuurders hun zienswijzen naar voren brengen. Ik adviseer hen hiervan zo nodig gebruik te maken. Wanneer de definitieve gebruiksvergunning is verleend en deze onjuiste eisen bevat, kan binnen zes weken na ontvangst van de vergunning bezwaar worden aangetekend.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer