Autisme bij 1 op de 100 Nederlanders
Een op de honderd Nederlanders is behept met de sociale ontwikkelingsstoornis autisme. Dat is veel meer dan 25 jaar geleden werd aangenomen.
Volgens de huidige wetenschappelijke inzichten heeft 1 procent van alle mensen autisme, zei psychiater prof. dr. R. J. van der Gaag van de Radboud Universiteit in Nijmegen gisteren tijdens een congres van de Nederlandse Vereniging voor Autisme.In 1984 werd het aantal Nederlanders met autisme nog geschat op 6000. De reden voor de stijging ligt volgens prof. Van der Gaag in de sterk verbeterde methoden voor vaststelling van de stoornis en de ontdekking van nieuwe varianten. Ook de zwaardere eisen die de maatschappij stelt op het gebied van communicatieve en sociale vaardigheden spelen een rol.
Van der Gaag hekelde de rompslomp rond het toekennen van een persoonsgebonden budget (pgb) voor mensen met autisme. Een kind met autisme wordt elke twee jaar onderzocht of het nog lijdt aan de levenslange ontwikkelingsstoornis. „Je laat toch ook niet een blinde elke twee jaar onderzoeken of hij nog blind is?”
Van der Gaag kritiseerde de tendens bij politici en zorgverzekeraars om autisme onder te verdelen in ernstige en minder ernstige vormen. Zo zouden ze bezuinigen op de zorg willen regelen.
De psychiater wees op de problemen die mensen rond autisme ervaren. Zo is de opvoeding van een kind met autisme „een onwaarschijnlijk grote belasting voor het gezin.”
De hoogleraar constateerde dat de diverse vormen van zorg niet goed met elkaar samenwerken rond autisme. Ook neemt volgens hem het aantal beschermde werkplekken voor mensen met autisme af.
Hij bepleitte de instelling van een levensloopbegeleider voor mensen met autisme.