Gevaar
„Leer mij Uw welbehagen doen, want Gij zijt mijn God…” Psalm 143:10
U leeft nu wellicht nog in een stille rust, zonder enige strijd of aanvechting van de satan, zonder verstoring door hem of de wereld, of buiten twist of geweld met uw hart. Bedenk dan dat dit een gevaarlijke vrede is die de ziel, zo deze er niet tijdig van ontwaakt, naar het verderf zou slepen. Niemand zal immers zonder strijd of zelfverloochening ingaan in Gods Koninkrijk.Wie hier de duivel, de wereld en zijn hart niet als zijn vijanden verklaart en in Jezus’ Naam de geestelijke wapenen daartegen opneemt, zal het op zijn doodsbed al te laat bemerken dat hij door zichzelf verleid en bedrogen is. Hij zal dan met die briesende leeuw, en tevens met die koning der verschrikking, onder de allernaarste wanhoop moeten worstelen, terwijl Gods aangezicht reeds verborgen en Zijn hulp van hem geweken is. Zal het dan niet beter zijn om die zondige rust te vervloeken en zijn vijanden bijtijds te leren kennen, hun listen en lagen te ontdekken en ze dan met het zwaard van de Geest te bestrijden? Dat is beter dan een vleselijke vrede te koesteren en de duivel geen tegenstand te bieden.
Wilhelmus Themmen, predikant te Nieuwe Pekela
(”Op- en aftocht van een geestelijke wachter”, 1730)