Kerken Sumatra pogen steun te bieden
Ook veel Indonesische christenen bevinden zich onder de aardbevingsslachtoffers in Sumatra. De protestantse kerk in Padang probeert snel een steunactie te op touw te zetten. „Drinkwater is nu het belangrijkst.”
Lazar Molle was op de vierde verdieping van zijn hotel. Toen begon het. Hij kan nog steeds niet geloven dat hij de aardbeving van woensdag overleefde. De protestantse hotelmanager uit Padang rende voor zijn leven, terwijl alle ramen en spiegels in het hotel Hayam Wuruk barstten.„Ik was doodsbang. Op de eerste verdieping viel ik. Toen sprong ik naar buiten. Uiteindelijk ben ik op de parkeerplaats terechtgekomen. Ik ben naar huis gegaan. Mijn familie was oké. Toen heb ik geprobeerd de kerk te bellen”, vertelt de 41-jarige Molle gejaagd.
Tijd om bij te komen van de ramp had hij niet. Als diaken van de Protestantse Kerk West-Indonesië (GPIB) moest hij direct aan de slag. De GPIB heeft meer dan 500 leden in Padang en aanvankelijk vreesde het bestuur voor vele doden en gewonden. „Veel kerkgangers wonen aan de kust, waar de kracht van de beving het sterkst was. Tot nu toe zijn er geen berichten over doden. Wel hebben zeker twintig gezinnen hulp nodig. Hun huizen zijn verwoest of zwaar beschadigd. We zijn nog steeds erg bang, maar weten dat de Heere ons zal helpen.”
Vanochtend spreekt Molle met andere leden van het kerkbestuur. Drinkwater, voedsel en dekens zijn de komende dagen het hardst nodig. „Door de zware regenbuien kunnen we de getroffen gezinnen slecht bereiken. We proberen nu geld in te zamelen om hen te helpen, zodat ze naar het ziekenhuis kunnen om zich medisch te laten controleren. We kunnen alle hulp gebruiken. Drinkwater is het allerbelangrijkst.”
In heel Indonesië proberen kerkorganisaties zo snel mogelijk steun te bieden aan de provincie West-Sumatra. Het Genootschap van Indonesische Kerken (PGI) helpt met het sturen van reddingswerkers en medici. „Leden van de Church Service, die alle Indonesische kerken vertegenwoordigt, zijn nu op weg”, vertelt Richard Daulay, secretaris-generaal van de PGI, die ook geld inzamelt voor hulp. „De afdeling noodhulp van het christelijke Bethesdaziekenhuis in Yogya gaat medische hulp verlenen. En ik heb zelf mijn stafleden naar Sumatra gezonden om direct de schade op te nemen. We zijn erg verdrietig, en bidden voor de slachtoffers van deze verschrikkelijke ramp. We willen iedereen helpen, christenen en niet-christenen.”
Ook de christelijke Partij voor Vrede en Welvaart (PDS) probeert alle hulp van christelijke Indonesiërs voor de aardbevingsslachtoffers snel in goede banen te leiden. „We zijn allemaal landgenoten van elkaar die opnieuw met een verschrikkelijke gebeurtenis zijn geconfronteerd, en nu goed voor elkaar moeten zorgen. Maar er zijn grote problemen met de communicatie”, zegt PDS-vicepresident Denny Tewu.
Het coördineren van de hulpacties stuit op veel problemen. Alle PDS-leden in West-Sumatra zijn telefonisch grotendeels onbereikbaar. De mobieletelefonienetwerken liggen regelmatig plat. „En we hebben geen elektriciteit, dus kunnen we onze telefoons niet opladen,” zucht Lazar Molle. Hij hoopt dat de door de Indonesische regering beloofde hulp voor de wederopbouw nu snel komt.
Lokale reddingswerkers en bewoners in Padang klagen over het gebrek aan bulldozers en shovels voor de reddingsoperatie. Ze horen stemmen van slachtoffers die onder gebouwen begraven liggen.
Het Indonesische ministerie van Volksgezondheid schat dat nog 3000 mensen in West-Sumatra onder het puin van ingestorte huizen liggen. Er wordt gevreesd dat de tijd opraakt voor de mogelijk nog duizenden mensen levend begraven onder het puin. Toch gebeuren er soms wonderen.
Vrijdag werden na 44 uur een 19-jarige studente Engels en een docente gered uit de puin van het verwoeste Prayoga Taalinstituut in Padang.
Ook werden acht mensen levend uit de verwoeste „ruïne gehaald die ooit het driesterrenhotel Ambacang was. Woensdagmiddag bezochten 200 jonge Indonesiërs in dit hotel een seminar. Reddingsacties met zwaar materieel moesten vrijdag plotseling worden uitgesteld. In de keuken van het hotel bevond zich een groot aantal gasflessen die een explosiegevaar vormden. Mogelijk liggen zeker honderd slachtoffers nog onder het puin. Onder de doden in de ingestorte hotels in Padang bevinden zich mogelijk ook vele buitenlanders. Zeker een Duitser is omgekomen en er zouden ook Australische toeristen dood zijn. „We kunnen alle hulp gebruiken”, zegt Lazar Molle van de GPIB. „Ook uit Nederland.”
Het Nederlandse GPIB-lid Klaas de Jong uit Amersfoort denkt dat het dodental nog sterk kan toenemen. „Ik vrees dat na twee dagen de meeste mensen onder het puin niet meer leven. Iedereen is vreselijk geschrokken. Maar ik blijf nog steeds in Padang wonen. Plannen om te verhuizen heb ik niet.”