”Solania” kampt met taalproblemen
Hoe noem je een inwoner van Servië en Montenegro? Een Serviër-Montenegrijn? Een Monteserviër? Een Servonegrijn? Dat is een van de vragen waar veel inwoners van Joegoslavië zich het hoofd over breken sinds hun land vorige week werd omgevormd in Servië en Montenegro.
Er zijn veel andere vragen. Wat doen de talloze bedrijven met Jugoslavija of Jugo in hun naam? Hoe moedig je het nationale voetbal- of basketbalteam aan? Wat gebeurt er met de internetextensie Yu? Met de enige auto die in Servië en Montenegro wordt gemaakt, de Yugo? Met de landensticker op de bumper van Yugo’s en van andere auto’s met de afkorting YU erop? SM lijkt geen sterk alternatief.
De lastigste vraag is hoe mensen geacht worden van de ene op de andere dag de naam en het concept te negeren die decennialang de kern van hun nationale identiteit hebben gevormd. Veel Joegoslaven weten het ook niet, en negeren de nieuwe naam dus maar. De enige instellingen die hun naam hebben aangepast aan de gewijzigde naam van het land zijn de buitenlandse ambassades in Belgrado.
Volgens Ranko Bugarski, hoogleraar taalkunde aan de universiteit van Belgrado, zegt taal alles over de werkelijkheid. „De taal wijst uit dat deze creatie onnatuurlijk is”, zegt Bugarski. Servië en Montenegro is -of zijn?- een losse unie van twee vrijwel soevereine republieken, die tot stand is gekomen onder druk van de Europese Unie en waarvan nu al vrijwel zeker is dat zij over drie jaar uiteenvalt. Dan mogen de republieken een referendum houden over onafhankelijkheid. Zoals het er nu naar uitziet, doet Montenegro dat en scheidt het zich volledig af.
EU-buitenlandcoördinator Javier Solana wilde verdere desintegratie op de Balkan voorkomen en zorgde voor dit compromis. Critici hebben het nieuwe land ”Solania” gedoopt en zeggen dat de doodsstrijd van Joegoslavië zo alleen maar nodeloos wordt verlengd. Voorstanders vinden dat de nieuwe unie een kans moet krijgen.
De komende drie jaar voeren de twee republieken nog een gezamenlijk buitenland- en defensiebeleid. Ook is er een gemeenschappelijk parlement, een president en een raad van vijf ministers die als regering moet fungeren. Ze moeten allemaal overigens nog wel worden gekozen.
De voormalige Joegoslaven voelen zich intussen of ze kinderen zijn uit een gedwongen huwelijk. Een nieuw paspoort aanvragen is er voorlopig niet bij, want het nieuwe land heeft nog geen wapen. Vlag en volkslied zijn er evenmin.
De symbolen komen er dit jaar nog, verzekert de Joegoslavische -tot vorige week althans- minister van Binnenlandse Zaken, Zoran Zivkovic. Maar komen er dan meteen ook nieuwe paspoorten, of is het beter om daar drie jaar mee te wachten, tot alles duidelijk is? „Het hele proces gaat een tijdje duren”, is Zivkovic’ enige commentaar.
De taalkundige Bugarski ziet de afkortingen als het minste probleem. Over een afkorting die YU vervangt kan men het nog wel eens worden. Dat is een kwestie van nieuwe letters kiezen. Een bijvoeglijk naamwoord dat ”Joegoslavisch” kan vervangen, is lastiger. Bugarski voorspelt dat er geen nieuw adjectief komt. Alles wat nu nog Joegoslavisch heet, heet straks Servisch in Servië en Montenegrijns in Montenegro. Taal zegt immers alles over de werkelijkheid.