De ontwikkelingsbank waarschuwt dat 75 tot 80 procent van de kosten van klimaatverandering voor rekening komt van de armere landen. „Zelfs een stijging van twee graden Celsius ten opzichte van het niveau van voor de industrialisering, het minste wat we kunnen verwachten, kan de economie van Afrika en Zuid–Azië al met 4 tot 5 procent laten krimpen", aldus de bank.Als rijke landen de handen ineenslaan is het klimaatprobleem echter aan te pakken, stelt de Wereldbank. Beschikbare technieken moeten agressief worden ingezet om de uitstoot van broeikasgassen direct te verminderen. Daarnaast moet er fors geïnvesteerd worden in nieuwe, schone technologieën die op langere termijn ook in armere landen kunnen worden gebruikt.

„We moeten nu actie ondernemen", zei Marianne Fay, een van de auteurs van het rapport, in een reactie. „Als we langer dan tien jaar wachten wordt het echt gevaarlijk".

Volgens Fay moet er wereldwijd veel meer geïnvesteerd worden in onderzoek naar en ontwikkeling van schonere energie. „Daar is nog niet serieus aan gewerkt, wereldwijd is pas 15 miljard dollar geïnvesteerd. De rijke landen moeten aan de slag met ambitieuze plannen, alleen dan kunnen nieuwe technologieën ontstaan".

Daarvoor zijn volgens Fay echter niet alleen afspraken tussen regeringsleiders nodig, mensen moeten zelf ook hun gedrag aanpassen. „Nieuwe technologieën ontstaan alleen als er ook echt vraag naar is. Is die er niet, dan komen we zelf nooit op een lager niveau van vervuiling en dan lukt het in armere landen ook niet".

Dat de kosten van klimaatverandering vooral op het bordje van de ontwikkelingslanden komen is volgens Fay geen verrassing. „Vijf zesde van de wereldbevolking leeft in die landen. Daarbij zijn ze erg afhankelijk van natuurlijke hulpbronnen en de landbouw, waardoor ze heel kwetsbaar zijn voor droogtes en overstromingen".