„Verbond bestrijdt individualisme”
De theologie van het verbond biedt een verrassend tegenwicht tegenover het moderne individualisme, stelt dr. W. J. van Asselt vrijdag. „Zij laat zien dat gelovigen onlosmakelijk met God én aan elkaar verbonden zijn.”
Dr. van Asselt sprak vanmiddag zijn inaugurele oratie uit als deeltijdhoogleraar postreformatorische studies aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in Leuven. Zijn oratie, ”Verbondstheologie: een uitnodiging tot vriendschap”, was een uiteenzetting van een cruciaal onderwerp uit de theologie van Johannes Coccejus (1603-1669): het verbond. De zeventiende-eeuwse theoloog spreekt in zijn oeuvre vaak over de relatie tussen God en mensen in termen van verbond en vriendschap.Coccejus beschouwde het verbond als een eenzijdig initiatief van God, een pure daad van genade en liefde tot mensen. Dr. Van Asselt: „Het verbond van God bevat niet alleen een onvoorwaardelijke belofte, maar ook een verplichting bínnen de verbondsrelatie. Het eenzijdig verbond van God uit moet tweezijdig worden.”
Coccejus onderscheidde, zoals vroegere gereformeerde theologen, een verbond van werken voor de val en een verbond der genade na de val. Het genadeverbond dat na de zondeval met de zondige mens werd gesloten, berustte op een ”raad des vredes” of een verbondssluiting van de Drieënige God in de eeuwigheid. Het verbond der genade is niet simpel een incident, veroorzaakt door de val, maar rust geheel op vrije keus van God.
Dr. Van Asselt benadrukt de praktische consequenties van het verbond voor de kerk en de vroomheid. Dat een christen een vriend van Christus genoemd wordt, naar Johannes 15:14, betekent de noodzaak van de beoefening van de dagelijkse vroomheid, het leven in en naar het verbond. De sacramenten van doop en avondmaal noemt hij een bezegeling van wederzijdse vriendschap.
Geweldige vriend
De actualiteit van de verbondstheologie ziet dr. Van Asselt ook in de visie op de gemeente. „Lidmaatschap van de kerk is in de ogen van Coccejus niet geworteld in een overeenkomst die gelovigen maken, maar is gegrond in Gods verbond: Hij plaatst hen samen in een verband.”
Met zijn verbondstheologie presenteert Coccejus een vorm van „relationele theologie.” Daaronder verstaat dr. Van Asselt een theologie die haar vertrekpunt neemt in de levende en geleefde verbondsrelatie tussen God en Zijn menselijke schepselen.
„Coccejus’ verbondstheologie en de daarin vervatte idee van vriendschap verdient een comeback. Coccejus is een geweldige vriend en metgezel voor ieder die een dieper geestelijk leven zoekt in het hart van de kerk en in de wereld.”