Rommelig pamflet van aanhanger ”nieuw atheïsme”
Religie is een erge ziekte en atheïsme is het reddende medicijn. Tenminste, volgens Floris van den Berg in ”Hoe komen we van religie af? Een ongemakkelijke liberale paradox”. Het ”nieuwe atheïsme” heeft vanuit de Engelstalige wereld inmiddels ook Nederland bereikt.
In de Engelstalige wereld bestaat een beweging die wordt aangeduid als het ”nieuwe atheïsme”. Mensen als Richard Dawkins, Christopher Hitchens en Daniel Dennett propageren op agressieve wijze een combinatie van atheïsme en liberalisme. Het idee bussen te laten rijden met atheïstische leuzen past in dit beeld.Ook aan Nederland gaat deze golf van nieuw atheïsme niet voorbij. Floris van den Berg (1973) is een van degenen die zich door deze beweging aangesproken voelen. De ondertitel van ”Hoe komen we van religie af?” geeft aan dat ook hij kiest voor het liberalisme als alternatief.
Van den Berg vergelijkt religie met een ziekte. Godsdienst is als een kwaadaardig virus dat mensen ziek maakt. Het is hoog tijd om daar genezing voor te vinden, aldus de achterflap.
Hoewel volgens Van den Berg alle religiekritiek zinvol is geweest, dient er zijns inziens nog een volgende stap genomen te worden. Hij wil „voorbij het Nieuwe Atheïsme.” De belangrijkste vraag is volgens hem hoe we van religie afkomen. Daartoe somt hij zeventien liberale strategieën op, variërend van de scheiding van kerk en staat tot het belachelijk maken van godsdienst.
Schofferen
In de Engelstalige wereld hebben de geschriften van de nieuwe atheïsten reacties van vooraanstaande christelijke denkers opgeroepen. Blijkbaar ervaart men de religiekritiek als een serieuze aanval op het christelijke geloof. Kunnen we in Nederland iets dergelijks verwachten op dit boek van Van den Berg? Ik denk het niet, om drie redenen.
Het boekje is allereerst argumentatief verbazend zwak. Ik ben er nauwelijks argumenten in tegen gekomen. De auteur noemt wel regelmatig de namen van andere atheïsten, maar niet hun redenen. Wat dat betreft kan hij volstrekt niet in de schaduw staan van iemand als Herman Philipse.
Het tweede gebrek is dat hij het eerste manco poogt te compenseren met schofferende taal. Theologie is volgens hem „complete nonsens.” De paus dient te worden gedaagd voor een internationaal gerechtshof „als hoofd van een transnationale criminele organisatie.” Religieuze opvoeding is „een vorm van kindermishandeling.” Plato’s visie op de aard van de werkelijkheid is „betekenisloze onzin.” Enzovoort enzovoort.
Voeg daar ten derde bij dat het boek zeer rommelig van opzet is. De lange uiteenzetting over memen is argumentatief overbodig. De tirade over islamitische hoofddoekjes is ook niet nodig voor het eigenlijke punt dat de schrijver wil maken (namelijk: kun je als liberaal anderen iets verbieden?). De bibliografieën waarmee het boek eindigt, zijn verre van volledig. Kortom, Van den Berg komt naar voren als een rommelige blaaskaak die zich als denker presenteert.
Doorwerking
Toch baart de verschijning van dit boekje zorgen. Floris van den Berg is namelijk de initiator achter het atheïstische billboard langs de A4 en vergelijkbare reclame op Nederlandse bussen. Zelf merkt hij op: „Een eenvoudige reclamecampagne genereert meer media-aandacht dan symposia, congressen, publicaties, lezingen, fora, petities.”
Blijkbaar is het niveau van dit boekje dus wat we de komende tijd aan atheïstisch mediageweld kunnen verwachten. Uit de dankbetuiging blijkt dat niemand minder dan Paul Cliteur hem heeft geholpen met deze publicatie. Niet door een zorgvuldige argumentatie, laat staan door gedachtewisseling met gelovigen, maar via de media en via politieke veranderingen wil men blijkbaar het atheïsme bevorderen. De vrijheid van godsdienst moet worden afgeschaft (blz. 23, 93) en elke vorm van religie moet worden geridiculiseerd (blz. 37).
Tegen laster kun je je moeilijk verweren. Misschien wordt juist nu de zeggingskracht van de Vroege Kerk weer actueel: een weerlegging van alle kritiek niet allereerst met woorden, maar met daden. Als christelijke ouders, bijvoorbeeld, metterdaad laten zien dat hun religieuze opvoeding geen kindermishandeling is, maar het middel waardoor hun kinderen lust krijgen „de Heere te vrezen, het allerhoogst en eeuwig goed.” Het Koninkrijk van God is niet spijze en drank, maar rechtvaardigheid en vrede en blijdschap door de Heilige Geest (Rom. 14:17). Dat geheim is Floris van den Berg tot nog toe ontgaan.
N.a.v. ”Hoe komen we van religie af? Een ongemakkelijke liberale paradox”, door Floris van den Berg; uitg. Houtekiet/Atlas, Antwerpen/Amsterdam, 2009; ISBN 978 90 8918 024 7; 156 blz.; € 16,50.