„Dit lamgeslagen land heeft jaren voor herstel nodig”
De watersnood van 1953 in Zeeland was een nationale ramp die mondiaal veel aandacht kreeg. Buitenlandse media meldden eerst spaarzamelijk over de tragedie, maar in de loop van de eerste februariweek van 1953 meer. Toen werd met de dag duidelijker wat zich had afgespeeld aan de noordelijke randen van Europa.
Opvallend is dat de buitenlandse media maandag 2 februari terughoudend rapporteren over de ramp. Dat kan ook niet anders, want de situatie in de desbetreffende landen is onoverzichtelijk en chaotisch. Pas in de loop van de week wordt duidelijk hoezeer het water heeft toegeslagen.
De Britse krant The Times neemt aanvankelijk alleen reportages op van desastreuze overstromingen in het oosten van Engeland. Pas op pagina 8 meldt The Times over dijkdoorbraken in Holland die aan 85 mensen het leven hebben gekost. Stadjes en dorpen staan onder water. De correspondent vanuit Den Haag: „Met extreem hoog water aan de kust en hevige storm is de zee op veel plekken door de dijken gebroken. Dat heeft geleid tot tal van overstromingen en veel schade. Hoewel het dodental nog kan oplopen, zijn er nu 85 geborgen. Delen van Rotterdam en Dordrecht staan onder water en ook uit andere delen van het land komen berichten over verwoesting en rampspoed.”
In Zeeland heerst verwarring, aldus The Times. En dan volgen opsommingen over wat er her en der is gebeurd. Op Zuid-Beveland is sprake van een dijkdoorbraak. 2500 inwoners uit Kruiningen moesten worden geëvacueerd. Bij Fort Rammekens op Walcheren blijkt dezelfde dijk te zijn doorgebroken als die tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog. Veere en Terneuzen lopen vol water. Texel verkeert in een isolement wegens het weer en ook daar is sprake van overstromingen. De correspondent schrijft dat er sprake is van een algehele noodtoestand in Nederland.
Het leger en de luchtmacht hebben volgens The Times via de radio instructies gegeven dat iedereen op zijn post moet zijn. Alle verloven worden ingetrokken. Premier Drees en „Algera” (bedoeld wordt de minister van Dijken en Transporten Algra) zijn naar Dordrecht gegaan om de stand van zaken op te nemen. Vice-premier Beel probeert Zeeland te bereiken. Koningin Juliana trekt vergezeld van prinses Beatrix naar enkele getroffen gebieden. Hoe uitzonderlijk de situatie in Nederland is, blijkt uit de verdere verslaglegging. Burgemeesters hebben alle mannen opgeroepen met spades en werkkleding de dijken te gaan versterken. Er is een nationaal comité opgericht voor noodhulp aan de hele bevolking van Nederland. Een nagekomen bericht: Het dodental is inmiddels 138.
De volgende dag gaat The Times uitvoeriger in op de ramp, met een luchtfoto van de overstromingen in Walcheren. De gevolgen van de springvloed blijken schokkend. Hoewel de storm is gaan liggen is sprake van een reeks ernstig verzwakte dijken. Nagenoeg geen enkel stukje langs de kust heeft geen schade opgelopen. Treinen liggen stil en het hele openbare leven ligt lam, aldus de krant. „Na de schok en de verrassing van gisteren is iedereen in Holland met het reddingswerk bezig.”
De krant signaleert menselijk leed in „Thonen” (Tholen). „Een kleine auto vervoerde een half dozijn geredde vrouwen en kinderen, wachtend om naar het dorp te gaan.” De krant spreekt van angst en verwarring op de gezichten van de drenkelingen, „zullen er nog volgende rampen komen?”
Op 4 februari volgt een fotopagina van de watersnood, zowel in Engeland als in Nederland. Op die dag bericht The Times dat er in Nederland inmiddels meer dan 1200 doden te betreuren zijn, onder anderen 240 in Oude-Tonge en 75 in Nieuwe-Tonge. Vanuit alle delen van de wereld snelt hulp toe: Britse, Amerikaanse, Franse, Belgische. Hulp vanuit Rome, Athene, Wenen, Bonn, Vancouver en Melbourne. Last but not least: prins Bernhard is donderdagmorgen vroeg teruggekeerd. Een paar uur later maakt de prins in een Dakota een rondvlucht boven het overstroomde gebied. Koningin Juliana stelt het koninklijke jacht Piet Hein beschikbaar als hospitaalschip. Ook kan het Rode Kruis Paleis Het Loo gebruiken voor evacués.
The New York Times opent maandag 2 februari rechts op de voorpagina met de ramp in „Europa.” „Naar verluidt zijn er 230 doden te betreuren in Nederland. Honderden worden vermist als gevolg van grootschalige dijkdoorbraken. Nederlandse autoriteiten zeiden dat de situatie nog dramatischer zal worden.” In deze krant verschijnt op pagina drie een bericht over prins Bernhard die op dat moment in de VS is bij de viering van de 300e verjaardag van de stad New York. De dag ervoor sprak Bernhard in een dienst in de St. Mark’s Church waarin de stichting van New York werd herdacht. De prins had gehoord van het drama thuis. „Ik ben ernstig verdrietig over de catastrofe die vannacht mijn land heeft getroffen. Als gevolg van een zeer zware storm en springvloeden hebben de ergste overstromingen van deze eeuw plaats en veel mensen hebben hun leven verloren. Onze aartsvijand, de zee, heeft opnieuw toegeslagen, verschrikkelijker dan ooit. Onze mensen echter, en daar heb ik vertrouwen in, zullen deze nieuwe ramp dragen met dezelfde ontembare geest en uithoudingsvermogen die ze al eeuwenlang tentoonspreiden. Mag ik op uw gebed rekenen voor de mensen die hun leven hebben verloren en in rouw zijn gedompeld en voor ons hele land?”
De New York Times blijkt aardig op de hoogte de historie van de Nederlanden tegen de zee: de ergste ramp sinds 400 jaar. De dodentallen stijgen telkens. Grootschalige evacuaties hebben plaats. De VS, Engeland, Frankrijk en Canada hebben hun troepen in Duitsland opdracht gegeven te helpen. John Foster Dulles, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, telefoneert vanuit Frankrijk met minister van Buitenlandse Zaken Johan W. Beyen dat de regering van president Eisenhower „onmiddellijk naar wegen zoekt om effectief te helpen.”
Juliana en Beatrix, „net vijftien jaar”, reizen door het getroffen gebied. Naar verluidt zal ook de 75-jarige koningin Wilhelmina twee dagen naar Zeeland gaan. „Deze natie van 10,5 miljoen inwoners heeft wat premier Drees zegt de ernstigste ramp in de vreedzame geschiedenis opgelopen. Maar het zal als altijd vechten, worstelen en bovenkomen. Waarom zou ik gaan, zegt een boer die niet weg wil van zijn boerderij. Dit is mijn huis. Ik wil liever hier verdrinken dan elders.”
De volgende dag meldt de New York Times dat de dodentallen stijgen. Duizenden Nederlanders zijn gedupeerd. Nederland telt 955 doden, België 22, Engeland 443. Het reddingswerk is in volle gang. Het dagblad rapporteert over hulpgoederen die naar de gebieden gaan. Op 3 februari noemt de NYT een dodental van 1600 in drie landen. „Er is sprake van een nieuwe dreiging van dijkdoorbraken.” Op pagina tien een grote foto van de verwoestingen in ’s-Gravendeel. De krant meldt dat het koud is, nabij het vriespunt, en dat er sneeuw en hagel valt. „Velen zijn murw.”
„Een zeldzaam zware storm heeft toegeslagen in grote delen van noordelijk Europa”, aldus de Franse krant Le Figaro maandag 2 februari. Nederland is volgens de Franse krant er het ergst aan toe. Het zou hulp hebben geaccepteerd van geallieerde troepen. Dinsdag rept Le Figaro over 1500 doden in Nederland. Er is nog sprake van vele vermisten. Correspondent Henri de Linge reist namens Le Figaro door Nederland. De Linge meldt wat hij ziet: een lamgeslagen land dat nog „vele jaren” aan wederopbouw zal moeten werken. Op vrijdag 6 februari is Nederland voorpaginanieuws in Le Figaro. „Ik heb een dijk in elkaar zien storten en een muur van water op ons zien nederdalen”, vertelt een overlevende van het eiland Tien Gemeten tegen Henri de Linge. Het zijn Cornelis Kooman en zijn vrouw Johanna Maria Kooman. „De mensen van de regering hebben gezegd dat deze plek nagenoeg onbewoonbaar is. Maar het is het enige wat we nog hebben. We hebben veel verloren. Deze grond is van ons en we zijn nog jong. Ik ga niet weg, ik ga hier opnieuw beginnen.”
De Duitse Frankfurter Allgemeine Zeitung wijdt maandag 1 februari het commentaar aan de slag om Stalingrad, tien jaar geleden. Maar op de voorpagina berichten de Duitsers hoe stormen Europa teisteren. Dinsdag bericht de FAZ dat de economische wederopbouw van Nederland jaren teruggeworpen is. „Dit lamgeslagen land heeft jaren voor herstel nodig.” Volgens de Duitse krant heerst in Nederland grote onderlinge solidariteit en hulpbereidheid. Een boer wil tegenover de krant wel kwijt dat het water hem heeft overvallen. „Dat is dan een bericht van een enkeling”, aldus de FAZ. „In het algemeen zijn de mensen nauwelijks tot spreken te bewegen. De schrik zit ze nog in de benen. De schrik en de zorg om de toekomst.”