Koninklijk Huis

Wieg en watersnood

Zoals de Britse koningin Elizabeth in februari 1953 naar het oosten van Engeland snelde om de slachtoffers van de watersnood bij te staan, zo lieten ook de Oranjes zich in Nederland tijdens die dramatische dagen beslist niet onbetuigd. Koningin Juliana en prinses Beatrix bezochten de getroffen gebieden en deden er alles aan de gedupeerden te helpen.

Marie van Beijnum
31 January 2003 10:02Gewijzigd op 14 November 2020 00:06
Op 22 juni 1954 bedankt Anna Bij de Vaate (hier op de rug gezien) koningin Juliana voor de wieg en de hulp. Anna draagt Joke bij zich. - Foto Anna Bij de Vaate
Op 22 juni 1954 bedankt Anna Bij de Vaate (hier op de rug gezien) koningin Juliana voor de wieg en de hulp. Anna draagt Joke bij zich. - Foto Anna Bij de Vaate

Het koninklijke jacht Piet Hein veranderde in een hospitaalschip en evacués konden terecht op Paleis Het Loo. Prins Bernhard mobiliseerde stad en land inclusief het buitenland voor reddingswerk. Last but not least doorkruiste de op leeftijd gekomen prinses Wilhelmina twee dagen het door watersnood getroffen „arme Zeeland”, haar lievelingsprovincie naast Gelderland.

Mej. J. L. M. M. Geldens, haar secretaresse, schreef het volgende op. „Ineens passeerde ons een boot met evacué’s, een vrouw herkende haar en riep: „Daar heb je de ouwe Koninginne.” Het klonk over het water en drong door merg en been. De mannen namen hun petten af en een andere vrouw gaf een schreeuw: „Och Koninginne, het is zo errig.”” De Oranjes waren er en leden mee met hun volk.

Achter de Poolse wieg die op Paleis Het Loo Nationaal Museum staat, schuilt een bijzonder verhaal dat herinnert aan de verschrikkingen van de watersnood. In februari 1938 werd uit naam van de directie van het Poolse Staatsbosbeheer een wieg aan prinses Juliana overhandigd. Het was een geschenk ter gelegenheid van de geboorte van koningin Beatrix, 31 januari 1938. De wieg was een herinnering aan de huwelijksreis die prinses Juliana en prins Bernhard in 1937 als eerste naar Polen had gevoerd. Daar was hun verblijf „te midden der Poolsche wouden” zo prettig en vererend geweest.

De wieg was een ontwerp van de bekende Poolse architect ing. Jan Boguslawski, de man die op de Parijse wereldtentoonstelling in 1937 een grand prix in de wacht had gesleept. Het beeldhouwwerk aan de wieg was van Stanislaw Sikora. Het zijden weefsel van het matras werd vervaardigd door de firma Lad en het stiksel van de sluier kwam uit ateliers van de firma Inicjatywy. Het ging in alle opzichten om een heel bijzondere wieg, want hij bevatte een gebeeldhouwde voet in zwart eikenhout. De vier gedraaide poten waren van ahornhout, weer versierd met biezen van notenhout. Op de ahorn spijlen waren sterren aangebracht. Het hoofdeinde van de wieg werd gemarkeerd door twee wapenschilden. Op twee vergulden stalen dragers rustte de kroon, gevormd door acht duifjes die elk op een ring van ahorn zaten. Deze duifjes hielden in hun snavels de chiffondraperie op, waarin met witte zijde bladmotieven waren gestikt naar de verschillende boomsoorten die in Polen groeiden.

De wieg werd op Paleis Soestdijk aangeboden - bij de wieg hoorde zelfs een liedje. „De houtsnyder van Polen ijverde aan/ het ahornen wiegje voor Beatrix. Zal het prinsesje daar rustig in slapen gaan? Zeer zeker en gewis. (…) De bladeren vallen op de wiege-sluier. Zij worden verweven met zijde en lint. En vogels keerden haastig weer uit het Zuiden. Om een kroon te zijn boven het Koningskind.”

Omdat prinses Juliana zoveel cadeaus kreeg, gaf zij de wieg aan het Rode Kruis. Vijftien jaar later kwam de wieg op wonderlijke wijze tevoorschijn in Woudenberg en wel tijdens de evacuatie van de slachtoffers van de watersnood. In een brief gedateerd februari 1953 schrijft Anna Bij de Vaate (1924) uit Zierikzee het volgende. Zij was als jong meisje in de Tweede Wereldoorlog bij de familie Van den Bosch in Woudenberg geweest en werkte daar op de boerderij. „We waren in Zierikzee door het water verdreven, want de Duitsers hadden de dijken doorgestoken. In Rotterdam leden we honger en dus trokken we naar Gelderland om eten te bemachtigen.”

Tijdens de watersnood kwam Anna, inmiddels getrouwd met Leen Bij de Vaate, bij de haar bekende familie Van den Bosch terecht, met wie ze per brief contact had onderhouden. Anna woonde met haar gezin in De Val vlak bij Zierikzee. Haar familie sloeg in 1953 op de vlucht voor het oprukkende water. Citaat uit een brief: „We waren bijna bij Zierikzee op het moment dat de tractor ging sputteren, de motor kwam onder water, maar heeft het nog net gehaald. Naar Zierikzee is het 2 km. We zaten met z’n 12-en, 6 volwassenen en 6 kinderen, op de wagen.”

Na veel wederwaardigheden en een vermoeiende reis belandden Leen en Anna Bij de Vaate met drie kleine kinderen (Kees, Jannie en Joke) ten slotte waar ze zijn moesten, op Voskuilen in Woudenberg. „Op het gemeentehuis aangekomen kon je gaan zoeken naar wat je kon gebruiken. Maar m’n oog viel op een wieg en nog zozeer niet de wieg maar het wollen dekentje dat er in lag. Zo mooi, dat had ik nog nooit gezien. Helaas heb ik dat niet meer. Ik stond er zeker het mooie van af te kijken dat Mevrouw van de burgemeester Hosang kwam vragen of ik een baby had. Ja, één van 6 weken. Toen vertelde ze dat de wieg door Koningin Juliana geschonken was aan het Rode Kruis en daar op het gemeentehuis was terechtgekomen. Ik kon hem krijgen, maar dan moest hij binnen een uur opgehaald zijn.”

De familie Van den Bosch is er blijkens de brief van Anna Bij de Vaate trots op geweest dat er een koninklijke wieg in huis heeft gestaan. Anna’s dochter Joke was 6 januari 1953 geboren en heeft er altijd in geslapen. De wieg verhuisde mee terug naar Zeeland en later hebben er nog twee kinderen in gelegen, vertelt mevrouw Bij de Vaate. Op 22 juni 1954 bracht koningin Juliana een bezoek aan het barakkenkamp waar Zeeuwse gedupeerden van de watersnood tot zeker eind december 1955 woonden. Anna heeft koningin Juliana toen persoonlijk voor de wieg bedankt. Daar ging overigens het nodige aan vooraf. Ze moest uitgebreid toestemming vragen om de Koningin toe te spreken - dat gebeurde via de politie, de burgemeester en de Commissaris van de Koningin. Haar werd verteld wat ze wel en wat ze niet mocht zeggen. Met haar dochtertje op de arm en een foto van de wieg bedankte Anna Bij de Vaate Hare Majesteit in keurige bewoordingen voor de koninklijke wieg. „In de plaatselijke krant stond dat ik de vrijmoedigheid had de Koningin aan te spreken. Ik dacht: ze moesten eens weten hoeveel moeite het heeft gekost.”

Anna schonk de wieg aan haar dochter Joke, die tijdens een bezoek aan Het Loo in gesprek raakte over de bijzondere wieg. Het museum was geïnteresseerd in de wieg. Er volgde een heel onderzoek naar de herkomst en uiteindelijk kwam de wieg -in bruikleen gegeven door Joke Bij de Vaate- op Het Loo terecht. Het afgiftebewijs van 5 oktober 1998 herinnert daaraan. Nu staat de gerestaureerde Poolse wieg volgens mevrouw Bij de Vaate ingepakt te wachten totdat er te zijner tijd een Juliana-kamer wordt ingericht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer