„Grote gemeenten conservatiever”
Er bestaan duidelijke verschillen in geloofsopvattingen tussen grote en kleine protestantse gemeenten. Dat concludeert het Amerikaanse christelijke onderzoeksbureau The Barna Group op basis van ruim 3000 telefonische interviews.
Het grootst zijn de verschillen tussen gemeenten met minder dan honderd leden (”kleine gemeenten”), en gemeenten boven de duizend leden (”grote gemeenten”), aldus Barna.In de grote gemeenten voelt bijvoorbeeld 61 procent van de leden zich verantwoordelijk het christelijk geloof aan andere mensen door te geven. In de kleine gemeenten ligt dat percentage op 41. In grote gemeenten gelooft 51 procent dat de duivel werkelijk bestaat, en niet maar een symbool van het kwaad is. In kleine gemeenten gelooft 30 procent dat.
Dat een goed mens de hemel niet kan verdienen, bevestigt 55 procent van de ondervraagden in grote gemeenten, tegen 33 procent in kleine gemeenten. De stelling dat Jezus een leven zonder zonde leidde, wordt in grote gemeenten door 74 procent van de leden bevestigd, tegenover 49 procent in kleine gemeenten.
The Barna Group heeft ook verschillen opgemerkt in gedrag en demografisch profiel. In grote gemeenten in de Verenigde Staten zijn de leden over het algemeen hoger opgeleid, een verschil van 22 procent met kleine gemeenten.
Leden die grote gemeenten bezoeken, zijn eerder geneigd naar de stembus te gaan, een verschil van 16 procent met kleine gemeenten. En home-schooling is populairder onder leden van de kleine gemeenten.
Het punt waarop het profiel van protestantse gemeenten verandert, is de 200-leden-grens, becijferde The Barna Group. Ook blijkt dat rooms-katholieke leden eerder megakerken bezoeken dan protestantse leden.