Frankrijk
Voor Nederlanders (en andere Europeanen) is Frankrijk een belangrijke vakantiebestemming. Het land heeft ook veel te bieden. De afgelopen jaren zijn wij daar dan ook verschillende malen op vakantie geweest.
Frankrijk is meer dan het altijd drukke Parijs of de decadente Côte d’Azur. Het heeft ook uitgestrekte, vrijwel lege gebieden. Waar bij ons al jarenlang zorg bestaat over het dichtslibben van het Groene Hart en andere waardevolle plattelandsgebieden, heeft men in Frankrijk juist te maken met de ontvolking van het platteland.Het land telt talloze dorpen en dorpjes. Allemaal hebben ze hun eenvoudige of meer heroïsche oorlogsmonument uit de Eerste Wereldoorlog, met een lange lijst van gevallenen. Die oorlog geldt in Frankrijk nog steeds als ”la grande guerre”: de grote oorlog. De paar militairen die gevallen zijn in de Tweede Wereldoorlog of tijdens de oorlogen in Indochina en Algerije zijn er later in een hoekje op het monument bij gezet.
In sommige dorpjes krijg je de indruk dat er meer mannen in de Eerste Wereldoorlog gesneuveld zijn dan er nu nog wonen. Een nieuw huis is daar een zeldzaamheid. Talloze huizen zien er zo verlaten uit dat je je afvraagt of er nog iemand woont. Soms is het helemaal duidelijk dat de laatste bewoner al lange tijd geleden vertrokken is. In wat eens de woonkamer was, groeien nu bomen en struiken. Soms staan alleen de zijmuren nog fier overeind. Kennelijk vindt de eigenaar van het perceel het niet zinvol om de zaak te laten slopen. Dat kost alleen maar geld en wat levert het op?
Bij allerlei huizen staat boven de deur het bouwjaar vermeld. Voor wie een beetje thuis is in de roerige Franse geschiedenis is het aardig om die jaartallen te plaatsen. Ons laatste vakantiehuis dateerde uit 1869. Dat was de tijd van keizer Napoleon III. Een jaar later kwam hij ten val. De schuur was gebouwd in 1807. Toen was de oom van Napoleon III, de grote Napoleon, keizer van Frankrijk en heerser over een groot deel van Europa. Tussen de bouw van de schuur en het woonhuis was er in Frankrijk heel wat gepasseerd. Geen volk in Europa heeft in de laatste twee eeuwen zo veel republieken, koninkrijken en keizerrijken versleten als de Fransen.
Al die Franse dorpen hebben uiteraard ook hun vaak eeuwenoude kerk. Frankrijk was eens een christelijk land. De combinatie van ontvolking en ontkerstening heeft echter grote gevolgen gehad voor het kerkbezoek. In veel dorpjes komt nog maar om de paar weken of maanden de pastoor langs om de mis te bedienen.
Nu kunnen wij uit de Heidelberger weten dat de mis een vervloekte afgoderij is. Wat dat betreft kunnen we het moeilijk gaan betreuren dat dat nu allemaal minder geworden is. Maar de overgang van rooms-katholiek naar het moderne heidendom is ook geen verbetering. En datzelfde moet gezegd worden wanneer in bepaalde steden het aantal moskeebezoekers tegenwoordig groter is dan het aantal misbezoekers.
Frankrijk is voor ons het geboorteland van Johannes Calvijn. Na de uitvoerige Calvijnherdenking van dit jaar hoort iedereen dat wel te weten. Maar het is ook het geboorteland van zijn opvolger Beza. Twee jaar geleden stonden we in het oude stadje Vézelay ineens bij zijn geboortehuis. Daar is nu een of andere boutique in gevestigd. Trouwens, wie de geboorteplaats van Petrus Datheen wil bezoeken, moet ook naar Frankrijk afreizen. Weliswaar niet ver naar het zuiden. Vlak over de Belgische grens, in Mont Cassel, zag deze predikant en psalmdichter het levenslicht.
Veel protestantisme is er in Frankrijk niet overgebleven. Bovendien is protestant vaak een synoniem voor vrijzinnig. Maar het katholicisme, dat eind 17e eeuw meende de overwinning behaald te hebben, werd een eeuw later door de Franse Revolutie hardhandig aangepakt. Het huidige Frankrijk is bij uitstek een laïcistische staat, waarin godsdienst niet meer meetelt. Voor velen in Nederland helaas een lichtend voorbeeld.
De auteur is oud-hoofdredacteur van het RD.