Nog veertig dagen, dan zal Ninevé worden omgekeerd, sprak de profeet Jona tegen de Ninevieten. De boosheid van de inwoners van die stad was opgeklommen tot voor de troon van God. Daarom zond de Heere de profeet tot hen om hen tot boetvaardigheid te vermanen en de ondergang aan te kondigen.Hieruit zien wij dat de Heere onze God naar Zijn grote lankmoedigheid en barmhartigheid niet direct tot verdelging van een volk en een land overgaat, maar trapsgewijs tot bestraffing besluit. Eerst laat Hij Zijn zegen en weldaden voorafgaan. Wanneer deze verwaarloosd worden, laat Hij daarna, hoewel schoorvoetend, Zijn allesvernietigende oordelen van verre zien, of ze er ook van zouden schrikken. Maar wanneer een volk toch ongevoelig blijft, tast Hij het aan.

In onze tekst vinden we een duidelijk voorbeeld in het volk van Israël. De Heere heeft gezocht dit volk door vele weldaden en krachtige wonderen naar zich toe te trekken, maar wanneer zij zich bij de Sinaï aan afschuwelijke afgoderij te buiten gaan, neemt Hij de roede en straft hen. Geliefden, neem de voorbeelden van Israël en Ninevé ter harte.

Coenraad Mel,predikant te Herszfeld

(”Woorden op zijn tijd”, 1730)