Kerk & religie

Ludger: apostel van Friezen en Saksen

Hij is minder bekend dan Willibrord en Bonifatius, maar was wel de voltooier van hun werk. Ludger staat bekend als de apostel van de Friezen en de Saksen. Dit jaar is het 1200 jaar geleden dat hij stierf. Verschillende plaatsen in Nederland herinneren aan zijn leven en werk. Er zijn Ludgerparochies, er is het Ludgerpad en het Ludgerkerkje in Zelhem, dat de zendeling in 801 heeft gesticht.

Klaas van der Zwaag
25 June 2009 10:24Gewijzigd op 14 November 2020 08:12
Het nagebouwde Ludgerkerkje in Zelhem, zoals dat in de tijd van Ludger er ongeveer uitzag. Op de foto Walter Rovers, secretaris van de Ludgerkring Oost-Gelderland. Foto’s RD
Het nagebouwde Ludgerkerkje in Zelhem, zoals dat in de tijd van Ludger er ongeveer uitzag. Op de foto Walter Rovers, secretaris van de Ludgerkring Oost-Gelderland. Foto’s RD

Ludger (of in het Fries: Liudger) werd in 742 geboren, in het gehucht Zwesen bij Utrecht (de huidige wijk Zuilen in de stad Utrecht). Hij stamde uit een rijke familie van Friese grootgrond­bezitters. Enkele decennia daarvoor, in 690, was Willibrord met twaalf gezellen naar Friesland gekomen en in 695 aartsbisschop van de Friezen geworden. Groot-Friesland strekte zich destijds uit tot het huidige België en Noord-Duitsland, inclusief Utrecht.De grootouders van Ludgers moeder zijn waarschijnlijk door Willibrord gedoopt. Willibrord stierf in 739, drie jaar voor de geboorte van Ludger. Bonifatius werkte van 716 tot 721 in Friesland. Hij wilde zich in 754 vanuit Utrecht nog eens inzetten voor de Friese zending, maar werd met enkele tientallen reisgenoten bij Dokkum vermoord.

Volgens de eerste biograaf van Ludger, zijn familielid Alfried, had de familie van Ludger goede contacten met zowel de Frankische heersers als met de Angelsaksische zendelingen Willibrord en Bonifatius. Zendelingen die uit Engeland of Ierland kwamen, werden in het ouderlijk huis gastvrij onthaald. Ludger kwam daardoor al vrij jong met de zendingsijver van deze mensen in aanraking. Het was daarom niet verwonderlijk dat Ludger in de domschool van het Martiniklooster van Utrecht een goede opleiding kreeg. De kloosterschool werd geleid door Gregorius. Deze had zelf eens onderwijs van Bonifatius gehad.

Grote indruk

Ludger heeft als kind dus Bonifatius gekend. Zijn dood moet op hem een grote indruk hebben gemaakt. Als Ludger 25 jaar is, krijgt hij de gelegenheid om naar de beroemde school van Alcuinus in York te gaan, dat sinds 634 kerkelijk centrum in Engeland is geworden (direct in rang na Canterbury). Van het Angelsaksische christendom, en met name van Alcuinus, leert hij dat niemand tot het christendom gedwongen kan worden. De vrijwilligheid van de doop en de noodzaak van grondig geloofsonderricht zijn voor hem elementaire zaken.

Na drieënhalf jaar verblijf in York (slechts één keer onderbroken voor een bezoek aan zijn vaderland) komt Ludger terug in Utrecht, inmiddels tot diaken gewijd. Hij werkt gedurende vier jaar als leraar op zijn oude school in Utrecht.

Een rustig leven is voor hem niet weggelegd. In 775 steekt Ludger de IJssel over om de Saksen de blijde Boodschap te brengen. Hij treedt daarmee in de voetsporen van de inmiddels overleden Angelsaks Liafwin (Lebuïnus).

Zijn grootste opdracht ligt echter in Friesland. Van bisschop Alberik van Utrecht krijgt hij de opdracht voor een zendingsmissie naar zijn eigen volk, de Friezen. Voor het eerst komt nu een Fries, die ook de Friese taal machtig is, naar de Friezen! Het middelpunt van zijn activiteiten wordt Dokkum, maar hij trekt ook door de Ommelanden, het huidige Groningen. Het is gevaarlijk werk dat Ludger doet, want de Friezen staan niet open voor het christelijk geloof.

In 777 wordt Ludger door de Keulse aartsbisschop tot priester gewijd. Een echt trouwe zoon van Rome is Ludger niet. Als hij in 784 een pelgrimsreis naar Rome maakt, schrijft hij daar niets over in zijn verslag. In 787 is hij weer terug in het noorden, waar hij getuige is van de felle strijd tussen Karel de Grote en de heidense Friezen. Ludger probeert neutraal te blijven en vervult de functie van vredesbode. In de periode na de tweede missie na 787 strekt zijn gebied zich uit tot Oost-Friesland, het gebied tussen Eems en Lauwers, en ook tot Westfalen, de Harz en het vroegere Oost-Duitsland.

Een aanbod om bisschop van Trier te worden, slaat hij af. Hij wil immers geen bisschop worden, maar reizend zendeling blijven, vooral nu in Saksen de mogelijkheden van zending toenemen. Sinds 800 –het jaar van de kroning van Karel de Grote in Rome tot keizer– zijn de Saksen officieel opgenomen in het Frankische Rijk. Karel de Grote wil van Münster een bisdom maken en vraagt Ludger om daar bisschop te worden.

Dat gebeurt eindelijk toch in 804. De Friese gebieden en de Ommelanden ressorteren nu onder het bisdom van Münster. Ludger wordt daarmee steeds meer ingekaderd in de overgang van de voormalige Angelsaksische zending naar een regulier kerkelijk diocees. Dat hij hierbij betrokken wordt, zegt iets over Ludgers betekenis.

Ludger is overigens niet lang bisschop geweest. Op 26 maart 809 overlijdt hij in het dorp Billerbeck, vlak bij Münster. Tot het laatste toe is hij actief geweest in de organisatie van het kerkelijk leven. Op de dag voor zijn sterven, op paaszondag in 809, „preekte hij, alsof hij van de hem toevertrouwde schapen afscheid wilde nemen, publiekelijk in zijn beide kerken.” Ludger wilde bij zijn klooster in Essen-Werden begraven worden. Op 26 april 809 wordt hij naast de kloosterkerk begraven.

Lekenbroeder

Ludger is te beschouwen als een eenvoudige lekenbroeder die het liefst eropuit trok. Hij koesterde het ideaal van de ”peregrinatio”: omwille van het Evangelie kiest hij niet voor een vaste plek maar voor de onrust van de zwervende gezant. Hij preekt, bouwt kerkjes en trekt weer verder. Hij loopt in een monnikachtige pij van ruwe stof. Het geld besteedt hij aan de armen en niet aan gewaden. De liefde tot God staat centraal. In zijn werken citeert hij uitsluitend de Bijbel. Roomse trekjes zijn er in die zin bij hem te vinden dat hij beeldjes en relikwieën met zich mee voert tijdens zijn reizen.

De Utrechtse theoloog en kenner van de gnostiek Gilles Quispel noemde Ludger ooit de „grondlegger van de kerk in Nederland en Noord-Duitsland”, „een man van Europees formaat.” Dat heeft te maken met het feit dat Ludger betrokken zou zijn bij de totstandkoming van de ”Heliand”, een oud-Saksische levenbeschrijving van Jezus uit de negende eeuw, waarvan Ludgers reisgenoot Bernlef de schrijver van zou kunnen zijn. Van Ludger wordt beweerd dat hij respectvol omging met het volkseigene, en met bepaalde elementen van het Germaanse leven. Hij zou zo een werkelijke bijdrage hebben geleverd aan het ontstaan van een Germaanse vorm van het christendom. Wat zeker is, is dat Ludger iemand was die leefde vóór het schisma van Rome en Reformatie. Hij was iemand die de eenvoudige Bijbelse boodschap verkondigde en een belangrijk instrument van God werd in de bekering van Friezen en Saksen.

Herinneringen

Nederland kent nog steeds tal van herinneringen aan Ludger. In Zelhem staat het Ludgerkerkje, een replica van een kapel die in 801 door Ludger werd gesticht. Het is in 2001 opgebouwd ter gelegenheid van het 1200-jarig bestaan van Zelhem. De oorspronkelijke kapel werd gewijd aan Lambertus, vandaar de naam Lambertikerk voor de grote (hervormde) kerk van Zelhem. De nagebouwde kleine kapel uit 801, nu pal tegenover de Lambertikerk gelegen, kreeg in de volksmond de naam Ludgerkerkje.

Het kerkje is uit leem en hout opgetrokken, waarbij de lemen wanden vanbinnen met wilgentenen zijn verstevigd. Het dak bestaat uit stro en riet. Op het kleine pad naar de ingang zijn zogeheten oerstenen gelegd. Het zijn stenen waaruit vroeger de grote kerk werd opgetrokken. Aan weerszijden van het pad liggen twee kloostermoppen.

Elk weekend is het Ludgerkerkje geopend voor publiek. Volgens Walter Rovers, secretaris van de Ludgerkring Oost-Gelderland, is het kerkje een zo getrouw mogelijke weergave van het oorspronkelijke gebouw. In de Lambertikerk zijn de fundamenten van de kapel ontdekt die de omvang van 4 bij 6 meter hebben.

Bij Den Elter in de gemeente Zutphen, op de plek waar Ludger vermoedelijk in 794 de IJssel overstak om zijn missiewerk onder de Saksen te beginnen, is in maart een Ludgergedenkteken onthuld. Het monument, dat aan de Ludgerdijk staat, bestaat uit twee roestvrijstalen hekwerken die op een L-vormige sokkel staan. In de hekken zijn de figuur van Ludger met ganzen, een kerk en een Bijbel met een brandende kaars afgebeeld. Het geheel lijkt op een kerkraam of op een geopend kerkhek; het bedoelt het gebied aan te geven waarbinnen hij werkte, tussen Billerbeck en Essen-Werden. De sokkel wijst naar Münster en naar Essen-Werden, de begraafplaats van Ludger. Het monument is geplaatst in een cirkel, het symbool van eeuwigheid. Aan de wegkant staat een aantal palissadepalen als symbool voor de oude Saksische nederzettingen die hier verspreid voorkwamen.

In oktober vorig jaar werd tussen Zutphen en Aalten een Ludgerpad geopend, een cultuurhistorische wandelroute langs allerlei plaatsen die aan Ludger herinneren, zoals Den Elter, en kerken en scholen die naar de Friese bisschop zijn genoemd. De route volgt de oude wegen waarover ook Ludger moet zijn gegaan – te voet of te paard.

Duitsland

In Nederland zijn rooms-katholieke Ludgeruskerken in Loenen aan de Vecht, Dronten en Balk. Rond 1417 werd de kerk in Loenen aan de Vecht ingewijd „in die eere Gods ende Marie zijnen lieven moeder ende in die eere van Ludgerus.” De Reformatie zorgde ervoor dat de rooms-katholieken uit het publieke leven verdwenen. Zij stichtten in 1652 een schuurkerk, in 1857 gevolgd door de bouw van de echte kerk. In 1964 werd met goedkeuring van kardinaal Alfrink, bisschop van Utrecht, de ”heilige Ludgerus” opnieuw binnengehaald als patroonheilige. Sindsdien heet de kerk de Ludgerusparochie, net zoals de rooms-katholieke basisschool de St. Ludgerusschool heet.

Volgens Rovers wordt Ludger vooral in Duitsland herdacht. Hij is daar immers de eerste bisschop van Münster en ligt in dat land begraven. Elk jaar gaat Rovers in september naar Essen-Werden. „Op de eerste zondag in september worden de beenderen van Ludger tevoorschijn gehaald en in een schrijn door het dorp gevoerd. De processie wordt nu oecumenisch ingevuld. De stoet staat ook stil bij de protestantse kerk. Ik ben zelf praktiserend katholiek, maar we hebben ook twee predikanten in ons bestuur. Ludger is immers van álle kerken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer