Baan meldt dat in een e-mail die hij woensdag verstuurd heeft aan de ontvangers van zijn gebedsbrief. De evangelist verstuurt twee tot vier keer per jaar een gebedsbrief, waarin hij zijn achterban informeert over zijn werk en gebedspunten aanreikt.„Er zijn in mijn achterban ook mensen die dagelijks op de hoogte willen blijven van mijn werk en voor mij willen bidden. Het was voor mij een vraag hoe ik hen het beste kon informeren”, aldus Baan vanmorgen in een toelichting.

Toen hij hoorde dat in Amerika John Piper en Paul Washer actief zijn op Twitter, besloot Baan om ook te gaan communiceren via het nieuwe medium. „Mijn hoofddoel is om mijn last voor de nood van Nederland te delen met iedereen die deze ook voelt en op de hoogte wil blijven.”

Is internet wel geschikt voor dit soort communicatie? Baan: „Twitter is veel ingetogener dan bijvoorbeeld Hyves met zijn wereldse uitstraling. Ik wil jongelui niet stimuleren in oppervlakkigheid en tijdverdrijf en ben daarom ook nooit op Hyves gegaan.”

De evangelist van Stichting Heart Cry vindt de openheid van Twitter juist een voordeel. „Ik heb geen moeite om te laten zien waar ik me mee bezighoud. Transparantie is een goede zaak. Er is in Nederland behoefte aan duidelijkheid en appel.”

Een ander voordeel is dat jongeren –de belangrijkste doelgroep van Heart Cry– vooral via internet communiceren. „De meeste van mijn contacten verlopen via de mail. Ten opzichte van e-mail is Twitter ook minder opdringerig. Niemand is verplicht om mee te kijken.”

In Amerika maken tal van predikanten en christelijke leiders al gebruik van Twitter. De berichtjes van John Piper worden inmiddels gevolgd door 12.000 internetters uit heel de wereld.

„Twitter heeft mijn gebeds­leven veranderd”, aldus dr. Albert Mohler van het Soutern Baptist Theolgical Seminary op zijn weblog. „Ik weet nu veel beter wat er in het leven van tal van vrienden en veel meer anderen omgaat en hoe ik gericht voor hen kan bidden.”

www.twitter.com/arjanbaan.