Kerk & religie

Gereformeerde avondmaalsvisie voor Korea

Een gereformeerde visie op het avondmaal is iets wat de Koreaanse kerk dringend nodig heeft, vindt promovendus Jin Heung Kim. „Het avondmaal wordt in Zuid-Korea te veel beleefd als slechts een symbool of individuele emotie; het is te weinig gericht op een werkelijke gemeenschap met Christus.”

Klaas van der Zwaag
23 June 2009 09:56Gewijzigd op 14 November 2020 08:11
KAMPEN – Promovendus Jin Heung Kim: „Het avondmaal wordt in Zuid-Korea te veel beleefd als slechts een symbool of een individuele emotie; het is te weinig gericht op een werkelijke gemeenschap met Christus.” Foto RD
KAMPEN – Promovendus Jin Heung Kim: „Het avondmaal wordt in Zuid-Korea te veel beleefd als slechts een symbool of een individuele emotie; het is te weinig gericht op een werkelijke gemeenschap met Christus.” Foto RD

Kim promoveerde dinsdag aan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) in Kampen op een onderzoek naar het gebruik van de kerkvaders en middeleeuwse theologen in twee traktaten van de Italiaanse reformator Petrus Martyr Vermigli (1499-1562) over het avondmaal.De promovendus onderzocht een binnenprotestantse avondmaalscontroverse: de gereformeerde avondmaalsopvatting in de persoon van Vermigli, tegenover de lutherse avondmaalsopvatting in de persoon van Johannes Brenz (1499-1570). Van zijn eerste periode in Straatsburg (1542) tot het godsdiensgesprek te Poissy (1561) raakte Vermigli verwikkeld in diverse controversen met rooms-katholieken en luthersen over het avondmaal. Hij weigerde een compromis te sluiten dat in zijn ogen niet Bijbels was.

Vermigli verwierp de roomse transsubstantiatie (brood en wijn veranderen in het lichaam en bloed van Christus) en de lutherse consubstantiatie (vanwege Zijn alomtegenwoordige menselijke natuur zou Christus in de tekenen van brood en wijn aanwezig zijn). Hij benadrukte de gééstelijke aanwezigheid van Christus in het avondmaal en de belangrijke rol van het geloof in het ontvangen van het lichaam en bloed van Christus.

De Italiaanse reformator maakte een onderscheid tussen het fysieke en het geestelijke eten. In deze visie staat hij volgens Kim dicht bij Calvijn, omdat hij het sacrament niet enkel als symbool maar als „effectieve en ware aanduiding” van Christus’ lichaam en bloed ziet. Kim maakte gebruik van statistisch onderzoek, waarbij hij koos voor een dubbele benadering van de gegevens, een kwantitatieve én een kwalitatieve. Een nieuwe methode, volgens promotor prof. dr. F. van der Pol, die nog niet eerder werd toegepast in een studie over het gebruik van kerkvaders en scholastici door de reformatoren.

Polemiek

Kim constateert in zijn studie dat de middeleeuwse theologen en scholastici bij Vermigli minder gezag hebben dan de kerkvaders. „Deze laatsten stonden volgens hem dichter bij de oorspronkelijke kerkelijke leer zoals die in de eerste vijf eeuwen is ontwikkeld met betrekking tot de leer van de sacramenten.”

Vermigli wilde de theorie van de transsubstantiatie hoofdzakelijk met getuigenissen van kerkvaders weerleggen. „Hij maakte daarbij vooral gebruik van polemische argumenten van de kerkvaders. Toch vormen de kerkvaders voor hem niet meer dan een secundaire autoriteit. Het gaat Vermigli om het principe van het sola Scriptura. Dat is voor hem het uiteindelijke, bepalende criterium. Maar met dit principe schept hij wel ruimte om kerkvaders, oecumenische credo’s en zelfs de principes van de natuur te gebruiken voor de verdediging van zijn gereformeerde avondmaalsleer.”

De Koreaanse onderzoeker stelt dat zowel gereformeerden als lutheranen zich beroepen op oud-kerkelijke autoriteiten om hun eigen positie ten aanzien van het avondmaal te verdedigen. Ze doen dat met een sterk polemisch doel, waardoor hun gebruik van deze autoriteiten „onvermijdelijk selectief” is.

Vroege Kerk

Jin Heung Kim (44) begon in 1997 zijn theologische studie aan de Theologische Universiteit Kampen (TUK). Hij raakte geïnteresseerd in de reformatoren en hun Schriftverstaan en hun verwerking van de oud-kerkelijke traditie. Dat liep uit op een scriptie over de functie van Calvijns principe van sola Scriptura in diens visie op de Vroege Kerk.

Hij verrichtte zijn promotieonderzoek grotendeels in Nederland. In 2005 keerde hij terug naar Zuid-Korea. Gedurende de afrondingsfase werkte hij als predikant in de Presbyteriaanse Kerk in Korea (Kosin).

Kim wil met zijn in Nederland opgedane kennis van de Reformatie niets liever dan zijn thuiskerk dienen. „De Koreaanse predikanten zijn pragmatisch ingesteld. Ze vinden het belangrijk hoeveel kerkleden ze hebben. Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw dreigt de invloed van de pinksterbeweging groter te worden. Kennis van de gereformeerde theologie wordt in veel kerken minder. Zo weet men weinig meer van de Westminster belijdenisgeschriften, die door de presbyteriaanse kerken worden onderschreven. Een nuttig tegenwicht vanuit de gereformeerde theologie is daarom in Korea hard nodig.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer