De grond
„En ik hoorde een stem uit de hemel, die tot mij zeide: Schrijf, zalig zijn de doden die in de Heere sterven…”Openbaring 14:13
Zo’n mens die zalig mag sterven, voldaan en ten volle vergenoegd met zijn recht op de hemel, zijn schone erfenis daarboven. Dit kunnen wij in David zien wanneer hij zingt: Hier is al mijn heil en al mijn lust. Daarom wil hij in Psalm 23 bemoedigd door het dal van de schaduwen van de dood gaan en geen kwaad vrezen, omdat de Heere met hem was.Inderdaad, het is geen kleine zaak om zo gewillig te mogen sterven, vrijmoedig vertrouwend op de Heere. De grond waar deze dingen uit voortvloeien beantwoordt aan deze vraag. Het is namelijk geen gemaakte gewilligheid, of natuurlijke stoutheid, noch een vleselijke, zorgeloze vrede, die uit ongevoeligheid ontstaat. Nee, het is een gewilligheid, vrijmoedigheid en gerustheid, die uit vruchtbare gronden voortvloeit! Zij vindt haar oorsprong in een vrede met God, door Jezus Christus.
Bij zo een heeft zijn ziel waarlijk haar toevlucht tot Jezus Christus genomen en zichzelf aan Hem aanbevolen. Het geloof zegt dat het is een goed, een veilig en eeuwig verbond. Zo berust de mens erin en heeft vrede uit een goede consciëntie, die een goede getuigenis geeft. Dat is een uitnemende grond om ermee voor Gods oordeel te kunnen verschijnen.
Jacobus Durham,predikant te Glasgow
(”De zaligheid der doden”, 1747)