Kerk & religie

De Roos zou nooit bloeien

Voor de Tweede Wereldoorlog telde de internationale Joodse gemeenschap 17 miljoen mensen. Zes miljoen overleefden het nazitijdperk niet. De 19-jarige Rose Jakobs was een van hen, laat de tentoonstelling “Israël zal leven” in het Israël Centrum van Christenen voor Israël (CvI) in Nijkerk zien.

A. de Heer
12 June 2009 11:13Gewijzigd op 14 November 2020 08:06
NIJKERK – Zeven kinderen kreeg het Joodse echtpaar Benjamin (Bennie) en Edith Samuel-Jakobs, en veel klein- en achterkleinkinderen. Ze hebben het altijd beschouwd als hun „antwoord op de Shoah.” Vier kinderen waren deze week samen met hun vader (r.) op de
NIJKERK – Zeven kinderen kreeg het Joodse echtpaar Benjamin (Bennie) en Edith Samuel-Jakobs, en veel klein- en achterkleinkinderen. Ze hebben het altijd beschouwd als hun „antwoord op de Shoah.” Vier kinderen waren deze week samen met hun vader (r.) op de

Nauwkeurig houdt de Joodse tiener tijdens haar onderduik­periode een dagboek bij. Het worden uiteindelijk drie schriften, die de periode van zondag 30 augustus 1942 tot en met zaterdag 1 oktober 1944 bestrijken.Eén dag later komt Rose om het leven, bij Beek. Enkele weken eerder waren bij Arnhem geallieerde parachutisten geland. Een nieuw begin, de Bevrijding, gloorde.

Splinterbom

„Maar waarom heeft G’d het volgende laten gebeuren…”, zou haar enige zus, Edith Samuel-Jakobs, tientallen jaren later schrijven. „Op 2 oktober sloeg het noodlot onbarmhartig toe. Wij staken over naar de ”Eerste Hulp-post”, toen ineens een splinterbom uit een overvliegend vliegtuig op ons viel. Rose werd dodelijk getroffen, een splinter in haar hart maakte een einde aan haar veelbelovende leven. Ik was slechts lichtgewond.”

Bezoekers van de tentoonstelling ”Israël zal leven”, die tot en met 31 augustus te zien is in het Israël Centrum van Christenen voor Israël (CvI) in Nijkerk, maken onder andere kennis met het levensverhaal van Rose Jakobs, ”De Roos die nooit bloeide”.

”De Roos die nooit bloeide”: het is de titel van het boekje dat Edith Samuel-Jakobs in 1999 publiceerde en waarin ze de drie dagboekschriftjes van Rose aan de openbaarheid prijsgaf – om haar zusje „niet naamloos ten onder” te laten gaan. CvI heeft het boekje opnieuw laten drukken. Op de expositie is het, onder bepaalde voorwaarden, gratis te verkrijgen.

De tentoonstelling, die volgens voorlichter André Groenewegen al door heel wat schoolklassen is bezocht, biedt echter meer. Zo wordt ook het verhaal van Edith en haar man Benjamin (Bennie) Samuel en hun talrijk nageslacht verteld.

Vele familieleden, vrienden en kennissen zagen Edith (1927) en Bennie (1922) zich in de Tweede Wereldoorlog ontvallen. In 1969 maakte het gezin Samuel ”alija” (emigreerde) naar Israël, waar de oudste dochter, Rose, (vernoemd naar haar overleden tante) een jaar eerder al naartoe was verhuisd. „Ze zei tegen haar ouders: „Jullie praten erover, maar ik ga echt.””

Zeven kinderen kreeg het echtpaar Samuel-Jakobs, en tientallen klein- en achterkleinkinderen. Op dit moment telt de familie ruim 120 mensen. Edith en Bennie hebben het altijd gezien als hun „antwoord op de Shoah”, hun „victorie over Hitler.”

Overigens: het levensverhaal van het Joodse echtpaar is ook opgetekend in het vorig jaar verschenen boek ”Thuis in het Beloofde Land” (uitg. De Banier). Op het moment dat het gesprek voor dat boek plaatshad, waren beiden –zeker Edith– nog vitaal. Dat bleef echter niet zo, en deze week liet een geëmotioneerde Bennie Samuel (met vier kinderen aanwezig op de tentoonstelling in Nijkerk) weten dat zijn echtgenote op 27 februari dit jaar was overleden – onverwachts eigenlijk. „Een tumor.” Niet lang daarvoor waren zij van hun appartement in Jeruzalem verhuisd naar Beit Juliana, een ouderencentrum voor Israëliërs van Nederlandse komaf in Herzlia, ten noorden van Tel Aviv. Bennie: „De mens wikt, maar God beschikt.”

Vest met explosieven

De tentoonstelling ”Israël zal leven” bestaat uit nóg twee onderdelen: ”Het volk dat naar huis komt” en ”Israël zal veilig wonen”. Wat dit laatste betreft: veiligheid is in het Beloofde Land bepaald nog geen van­zelfsprekendheid. Tussen 27 september 2000 en 11 april 2009 werden 1185 Israëliërs het slachtoffer van terreur, zo laat een paneel zien. En de preek die imam dr. Muhammed Madi in een preek op de Palestijnse televisie hield, voorspelt op dit punt niet zo heel veel goeds: „Degene die zijn kinderen niet onderwijst in de jihad moet zich schamen. Gezegend is degene die een vest met explosieven op zichzelf of op zijn kinderen bindt en midden in een groep Joden gaat staan en roept: Allah is groot.”

Toch zijn „de eerste tekenen” van de „nieuwe tijd” al te zien, aldus Christenen voor Israël aan het einde van de expositie. In die tijd, die volgens de organisatie aanbreekt op het moment dat de Messias, de „Koning van de eindtijd”, verschijnt op de Olijfberg, zal de wereld „herademen onder de regering van de grote Koning van Israël. En dan zal Israël eindelijk in vrede leven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer