Cohen: Seculiere staat helpt religie
„Alleen een seculiere staat biedt religieuze én niet-religieuze groeperingen een plaats. Daarom ben ik blij dat ik in een seculiere staat leef”, stelde de Amsterdamse burgemeester Cohen maandag tijdens een conferentie over de scheiding tussen kerk en staat.
Aanleiding tot de conferentie, in Amsterdam was de notitie ”Scheiding kerk en staat”, die in 2008 door de gemeente Amsterdam werd gepubliceerd. In deze notitie maakt de Amsterdamse overheid een keuze voor de wijze waarop zij met de scheiding tussen kerk en staat wil omgaan. De zeer druk bezochte conferentie was georganiseerd door de Raad van Kerken Amsterdam en de (Amsterdamse) Raad voor Levensbeschouwingen en Religies.Achtergrond van de notitie was volgens Cohen de steeds terugkerende discussie over het grensgebied tussen kerk en staat, doorgaans „prikkelende en geprikkelde discussies.” Er is gekozen voor het beginsel van „inclusieve neutraliteit”: de overheid is onpartijdig, maar biedt wel ruimte aan levensbeschouwelijke diversiteit van burgers. Grondbeginsel daarbij is dat de scheiding tussen kerk en staat zich niet verzet tegen de subsidiëring van maatschappelijke activiteiten van kerken en religieuze organisaties. Tegelijkertijd is er in Amsterdam opening gegeven voor het beginsel van „compenserende neutraliteit.” Cohen: „Onze gedachte was: je moet als overheid niet uitsluiten dat het kan voorkomen dat de overheid extra steun nodig geeft om de gelijkheid tussen religies vorm te geven. We hebben er wel bij gezegd: je moet er expliciet over zijn en argumenten geven en die vervolgens aan de stadsdeelraad voorleggen.”
Migrantenkerken
Cohen bestreed de gedachte dat de notitie alleen door de opkomst van de islam is ingegeven. „Natuurlijk speelt de islam een rol, de islam als nieuwe godsdienst, waarin positieve én angstige, extremistische kanten zitten. Ik stuitte echter op het verwijt dat de kerken zich minder goed begrepen voelden door de overheid. Tijdens een ontmoeting met de Surinaamse broedergemeente begreep ik welke rol migrantenkerken speelden in de integratie in de Amsterdamse samenleving. Dat bracht mij tot de vaststelling van het belang van de religieuze infrastructuur. Daarna vielen velen over mij heen.”
Cohen constateert dat religie een grotere plek heeft gekregen in de samenleving. „We hadden gedacht dat religie een achterhaald begrip was voor Amsterdam en voor de hele wereld. Nu moeten we vaststellen dat het gewoon niet zo is. Het geloof, en zeker het christendom, speelt een enorm belangrijke rol. Daarom is de vraag van belang wat de rol van de overheid ten aanzien van de kerk is. Ik wil echter onderstrepen dat we leven in een seculiere staat die alle groepen gelijk behandelt. Religie kan mensen weldoen, maar het geloof doet ook dingen waar je absoluut niet blij mee bent.”
Mr. dr. Sophie van Bijsterveld, docent aan de Universiteit van Tilburg en oud-studiesecretaris van het Commissie Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO), stelde dat de scheiding tussen kerk en staat geen antwoord geeft op de huidige ontwikkelingen. De overheid heeft een nieuwe interesse gekregen in religieuze organisaties, ook in hun maatschappelijke rol. Zij noemde het „verfrissend” dat de Amsterdamse notitie de scheiding terugbrengt tot wat ze is: een regeling van institutionele voorwaarden. „Een randvoorwaarde, niets meer en niets minder. Ook de neutraliteit is eigenlijk niet meer dan een verdeling van de rechtvaardigheid die de overheid in acht moet nemen. Dé sleutel voor het probleem van scheiding tussen kerk en staat is dat religieuze organisaties niet alleen een privéfunctie hebben, maar ook een maatschappelijke en publieke. Die betekenis was er vroeger ook wel, maar wordt nu veel meer op waarde geschat.”
De overheid heeft volgens haar de kerken en religieuze organisaties nodig als bondgenoten tegen zorgelijke maatschappelijke ontwikkelingen en als steun voor de democratische rechtsstaat.
June Beckx, voorzitter van Samen Kerk in Nederland (SKIN), gaf aan blij te zijn dat de migrantenkerken uitgenodigd waren voor de conferentie. „Migrantenkerken genereren een groot maatschappelijk rendement, wat goed is voor de sociale cohesie van de samenleving.” Veel migrantenchristenen verbazen zich echter over het feit dat moslims bovenmatige aandacht krijgen, terwijl er veel overeenkomsten zijn tussen hen en migrantenkerken. Beckx: „In beide gevallen geldt: God is vanzelfsprekend.”
Volgens haar moet de overheid haar beleid samen met de migrantenkerken opstellen, luisterend naar hun behoeften en initiatieven. „In plaats van over de scheiding tussen kerk en staat is het beter te spreken van een evenwichtige relatie tussen kerk en staat, gebaseerd op vertrouwen en partnerschap, ten behoeve van een rechtvaardige samenleving.”